Bediening
Parametergrenzen alarmbeheer Pulse Rate Delay
Referentie Pulsfrequentie-alarmvertragingsfunctie, p. 10-13, voor specifieke
informatie over de werking van de parameter Pulse Rate Delay. Om de Pulse
Rate Delay parameter te gebruiken, moeten de traditionele boven en
ondergrenzen voor pulsfrequentiealarmen worden ingesteld. Stel vervolgens
de Pulse Rate Delay in. De Pulse Rate Delay grens reguleert de tijd dat de
pulsfrequentie een grens overschrijdt voordat een akoestisch alarm klinkt.
Instellen van de pulse rate delay
Druk in de normale monitoringmodus op MENU.
1.
Druk op ALARMGRENZEN.
2.
Druk op PULSE RATE DELAY.
3.
Selecteer de gewenste alarmvertraging. U kunt kiezen uit 5, 10 of UIT. De
4.
instelling vijf (5) of tien (10) geeft een alarmvertraging van, respectievelijk, vijf of
tien seconden. De standaardinstelling is UIT.
Druk op WIJZIGINGEN OPSLAAN om de geselecteerde instelling op te slaan.
5.
Menu MONITORINGHISTORIE
Gebruik dit menu om de historische trendgegevens te controleren. Wanneer
het monitoringsysteem corrupte trendgegevens detecteert, zal het de
zorgverleners daar op attenderen middels een bericht TRENDGEGEVENS
VERLOREN.
4-24
Afbeelding 4-8 Instellen van Pulse Rate Delay
Gebruiksaanwijzing