Covidien Nellcor Gebruiksaanwijzing pagina 101
Bedside respiratoir patiëntmonitoringsysteem
Verberg thumbnails
Zie ook voor Nellcor:
- Gebruikershandleiding (112 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (118 pagina's) ,
- Handleiding (48 pagina's)
Advertenties
Gegevensbron — Het modelnummer van het monitoringsysteem.
•
Firmwareversie — In het volgende gegevensveld wordt het firmwareniveau
•
weergegeven, evenals een firmwareverificatienummer (CRC: XXXX). Tijdens het
normale functioneren zouden deze nummers niet moeten veranderen.
Opmerking:
De firmwarerevisie kan veranderen als een bevoegde servicetechnicus het
monitoringsysteem upgradet.
Alarmmodus — Het eerste veld van de tweede regel identificeert de
•
alarmmodus VOLWASSEN of NEONAAT.
Kolomkopteksten — Elke 25e regel van de gegevensoutput bestaat uit een
•
kolomkop. Er wordt ook een kolomkop weergegeven als de waarde van de
kolomkop wordt gewijzigd. Bovenstaand voorbeeld laat drie duidelijke sets met
kolomkoppen zien. Beginnend met de bovenste rij: er zijn 25 regels voordat de
tweede rij met kolomkoppen verschijnt. De derde rij met kolomkoppen in de
bovenstaande afbeelding wordt weergegeven wanneer de gebruiker de
alarmondergrens voor SpO
Alarmgrenzen — Het laatste gegevensveld in de bovenste regel geeft de boven-
•
en ondergrens aan voor het alarm SpO
voorbeeld is de ondergrens voor het alarm SpO
De alarmgrenzen voor de pulsfrequentie zijn 40 en 170 SPM. Bij de SatSeconds-
alarmgrens (100SAT-S) wordt de SatSeconds-alarminstelling weergegeven. In dit
voorbeeld is SatSeconds ingesteld op 100.
Responsmodus — Het tweede veld van de tweede regel bevat de SatSeconds-
•
alarmgrens en SpO
van invloed zijn op het SPD-alarmgedrag.
Kolomkopteksten voor gegevens — De laatste rij van de kolomkoptekstregel
•
vindt u de feitelijke kolomkopteksten.
a.
b.
Gebruiksaanwijzing
-responsmodus (NORMAAL of SNEL). De responsmodus kan
2
Patiëntgegevens — Worden in de grafiek van links naar rechts
weergegeven.
De tijd waarop de patiëntgegevens zijn geregistreerd
•
Huidige %SpO
-waarde
•
2
Huidige pulsfrequentie (SPM)
•
Huidige pulsamplitude (PA)
•
Functioneringsstatus van het monitoringsysteem
•
Tijd — In de kolom Tijd wordt de waarde van de real-time klok aangegeven.
wijzigt van 85 procent in 80 procent.
2
en pulsfrequentie (PF). In bovenstaand
2
85% en de bovengrens is 100%.
2
Beheer trendgegevens
5-7
Advertenties
