Druk op MONITORINGINDELING.
3.
Selecteren van de PLETHYSMOGRAM- EN TREND-optie.
4.
Druk op WIJZIGINGEN OPSLAAN om de geselecteerde instelling op te slaan.
5.
Alarmmanagement en statusberichten
4.4.6
Het statusveld bovenaan het monitoringscherm bevat informatie over de
algehele status van het monitoringsysteem en eventuele actieve alarmen. Als er
meerdere alarmen ontstaan tijdens de gebruikersinteractie met een menu of
dialoogveld, zal de lijst met alarmberichten samenvouwen tot een enkele regel
met alle alarmen die op dat moment actief zijn. Voor het annuleren of negeren
van een alarmbericht is interventie van de gebruiker noodzakelijk. Dit is niet het
geval met statusberichten. Het bericht vermeldt het alarm of de status. Als het
om een alarm gaat, bevat het een toets MEER INFO. Als u hierop drukt,
verschijnen er meer gedetailleerde gegevens en een manier waarop de situatie
kan worden gecorrigeerd of het alarm kan worden opgeheven.
Het monitoringsysteem wordt geleverd met fabrieksinstellingen voor
alarmgrenzen voor volwassen pediatrische patiënten en voor neonaten.
Referentie
kunnen ervoor kiezen de standaardinstellingen van het instituut prioriteit te
laten nemen over fabrieksinstellingen. Daarnaast kunnen gebruikers de
alarmgrenzen ook tijdelijk wijzigen. Elke tijdelijke wijziging van een alarmgrens
keert na het uitschakelen terug naar de standaard alarminstellingen.
Referentie
Opmerking:
Er zijn geen vertragingen geassocieerd met alarmcondities die langer duren dan tien
(10) seconden, tenzij anders aangegeven.
Berichttypes
Berichten beginnen bovenaan het statusveld en lopen verder naar beneden tot
er drie regels zijn.
Opmerking:
Niet alle alarmen met hoge prioriteit hebben de optie NEGEREN. Als dit het geval is,
betreft het een ernstige fout en hiervoor is het noodzakelijk dat de gebruiker het
probleem oplost of het monitoringsysteem terugstuurt naar Covidien of naar een
bevoegde servicetechnicus.
Gebruiksaanwijzing
Standaard alarmgrenzen en
Tijdelijke
alarmgrenzen, p. 4-18.
parameters, p. 4-17. De instituten
Gebruikersinterface
4-45