WAARSCHUWING:
Zorg dat het monitoringsysteem vrij is van eventuele obstructies die ervoor
zouden kunnen zorgen dat visuele of akoestische alarmen niet worden
opgemerkt. Is dit namelijk niet het geval, dan kan een visueel alarm worden
gemist of een alarmtoon niet worden gehoord.
WAARSCHUWING:
Til het monitoringsysteem niet op aan de interfacekabel of de netkabel. De
kabel of het snoer kan losraken, waardoor het monitoringsysteem op een
patiënt kan vallen of oppervlakken kan beschadigen.
Opmerking:
Het monitoringsysteem beschikt over watchdog-timers die het monitoringsysteem
resetten wanneer er sprake is van een softwarefout. Elke tijdelijke grensinstelling
wordt gereset naar de fabrieksinstelling of de standaardinstelling in de instelling.
Gereedmaken van het product
3.3
Het monitoringsysteem wordt gevoed via een aansluiting op wisselstroom
(100-240 VAC) of via een batterij van 7,2-Volt, 11,6 Ampere-uur. Het
monitoringsysteem heeft een interne batterij die kan worden gebruikt als
voeding voor het monitoringsysteem tijdens het vervoer of wanneer geen
netvoeding beschikbaar is. Het monitoringsysteem communiceert de overgang
van netvoeding naar batterijvoeding of van batterijvoeding naar netvoeding
via de indicator voor netvoeding of batterijvoeding op het voorpaneel.
Een nieuwe, volledig opgeladen batterij kan onder normale omstandigheden
ongeveer 7 uur worden gebruikt.
Montagemogelijkheden en overwegingen ten aanzien van
3.3.1
transport
De gebruiker kan kiezen uit diverse montageconfiguraties, waaronder
adapterplaten, wandbevestiging en bevestiging aan een infuusstandaard.
Referentie
de montagehardware worden geleverd.
Controleer voorafgaand aan transport binnen het ziekenhuis of de
monitoringsysteem interface is vergrendeld om onbedoelde wijzigingen te
voorkomen. Referentie
Gebruiksaanwijzing
Optionele
apparatuur, p. 9-5. Volg de installatie instructies die bij
Het vergrendelen
monitoringscherm, p. 4-11.
Gereedmaken van het product
3-3