Productoverzicht
Voor gebruik bij een specifieke patiënt is een juiste keuze van een Nellcor™ sensor
van belang. Referentie
Gebruikers van het monitoringsysteem hebben toegang tot trendinformatie,
kunnen alarmgrenzen wijzigen, de interne tijdklok aanpassen, het
communicatieprotocol selecteren en de interfacetaal wijzigen. Referentie
Gebruikersinterface, p. 4-9.
Het monitoringsysteem werkt op netvoeding of een interne batterij.
Lijst met onderdelen
2.4
Een monitoringsysteem wordt normaal gesproken met de volgende
onderdelen verzonden.
Hoeveelheid
Samenvatting
2.5
Zorgverleners kunnen het monitoringsysteem gebruiken door het aan te
sluiten op een interfacekabel en een Nellcor™ sensor, waarna de aanbevolen
sensor vervolgens wordt aangesloten op een patiënt. Zodra het
monitoringsysteem een goede puls detecteert, schakelt het over naar de
monitoringmodus en toont het de patiëntparameters.
De beweging van het pulsamplitudestaafdiagram of het plethysmogram en
het knipperende hartpictogram zijn visuele indicatoren van real-time
gegevens. De pulstoon is een akoestische indicator van de real-time
patiëntgegevens.
Als het monitoringsysteem een alarmconditie constateert, zal het zowel visuele
als akoestische alarmen afgeven. Referentie
visuele alarmcondities. Referentie
voor akoestische alarmcondities.
Na afloop van de monitoring kan de sensor van de patiënt worden verwijderd.
2-2
Nellcor™ Gebruik van de
Tabel 2-1 Gebruikelijke paklijst
1
Nellcor™ bedside respiratoir patiëntmonitoringsysteem
1
DOC-10 interfacekabel
1
Gebruiksaanwijzing (van toepassing in het land van verkoop) en/of een cd
1
Netkabel van ziekenhuiskwaliteit (van toepassing in het land van verkoop)
sensor, p. 4-7.
Artikel
Visuele
alarmen, p. 2-12, voor
Akoestische alarmen en
indicatoren, p. 2-13,
Gebruiksaanwijzing