Download Print deze pagina

Covidien Nellcor Gebruiksaanwijzing pagina 72

Bedside respiratoir patiëntmonitoringsysteem
Verberg thumbnails Zie ook voor Nellcor:

Advertenties

Bediening
Alarmmodus — Gebruiken om de alarminstellingen in te stellen voor
volwassenen en pediatrische patiënten of voor neonaten. De standaard
alarmmodus is VOLWASSENE, welke geen indicator heeft. Referentie
alarmmodus
a.
b.
Responsmodus — De responsmodus bepaalt de snelheid waarmee het
monitoringsysteem reageert op wijzigingen in het SpO
heeft geen invloed op de berekening van de pulsfrequentie of het vastleggen van
trendgegevens. Dit gebeurt elke seconde. De responsmodus kan echter wel van
invloed zijn op het SPD-alarmgedrag. De standaard responsmodus is NORMAAL.
Referentie
a.
b.
4-30
Afbeelding 4-13 Menuopties MONITORINGINSTELLINGEN
instellen, p. 4-31.
Alarmmodus Volwassene — Deze alarmmodus stelt de boven en
ondergrens voor het alarm in voor volwassenen.
Alarmmodus Neonaat — Deze alarmmodus stelt de boven en ondergrens
voor het alarm in voor neonaten. Wanneer de gebruiker de alarmmodus
Neonaat selecteert, verschijnt de indicator NEO tussen de betreffende
alarmgrenzen.
Instellen van de
Responsmodus Normaal — Reageert na vijf (5) tot zeven (7) seconden op
wijzigingen in de bloedzuurstofsaturatie.
Responsmodus Snel — Reageert na twee (2) tot vier (4) seconden op
wijzigingen in de bloedzuurstofsaturatie. Dit kan met name nuttig zijn voor
situaties waarin een nauwgezette monitoring nodig is. Het pictogram
Responsmodus Snel verschijnt in cursief lettertype naast de SpO
responsmodus, p. 4-32.
De
-saturatieniveau, maar
2
-waarde.
2
Gebruiksaanwijzing

Advertenties

loading