10 Werkingsprincipe
Overzicht
10.1
In dit hoofdstuk wordt de theorie achter de werking van het Nellcor™ bedside
respiratoir patiëntmonitoringsysteem uitgelegd.
Theoretische principes
10.2
Het monitoringsysteem maakt gebruik van pulsoxymetrie om de functionele
zuurstofsaturatie in het bloed te meten. Bij pulsoxymetrie wordt een Nellcor™
sensor aangebracht op een pulserend arterieel vaatbed zoals een vinger of een
teen. De sensor bevat een dubbele lichtbron en een fotodetector.
Bot, weefsel, pigment en veneus bloed absorberen gewoonlijk een constante
hoeveelheid licht in de loop van de tijd. Het arteriële vaatbed pulseert en
absorbeert variabele hoeveelheden licht tijdens de pulsaties. De verhouding
van het geabsorbeerde licht wordt vertaald in een functionele
zuurstofsturatiemeting (SpO
Omgevingscondities, plaatsing van de sensor en patiëntcondities kunnen het
vermogen van het monitoringsysteem om het SpO
beïnvloeden. Referentie
Pulsoxymetrie is gebaseerd op twee principes: dat oxyhemoglobine en
deoxyhemoglobine een verschillende absorptie van rood en infrarood licht te
zien geven (gemeten met behulp van spectrofotometrie) en dat de in het
weefsel aanwezige hoeveelheid arterieel bloed (en daarom ook de door dat
bloed geabsorbeerde hoeveelheid licht) tijdens de pulsatie verandert
(geregistreerd met behulp van plethysmografie). Een monitoringsysteem
bepaalt het SpO
2
sturen en daarbij de tijdens de pulsatiecyclus optredende veranderingen in
lichtabsorptie te meten. Rode en infrarode lichtemitterende diodes (LEDs) met
een laag energieverbruik die in de pulsoxymetriesensor zijn aangebracht,
fungeren als lichtbron; een fotodiode fungeert als fotodetector.
).
2
Factoren die de werking kunnen
door rood en infrarood licht door een arterieel vaatbed te
nauwkeurig te maten,
2
beïnvloeden, p. 6-1
10-1