d.
Schermhelderheid — Pas de helderheid van het scherm van het
•
monitoringsysteem zodanig aan dat het geschikt is voor elke individuele situatie.
Deze instelling blijft niet behouden na uitschakelen, maar keert terug naar de
standaard helderheid. In bepaalde instellingen is het zorgverleners toegestaan
visuele alarmen uit te schakelen door de schermhelderheid UIT te zetten.
Aanpassen van de achtergrondhelderheid
Druk in de normale monitoringmodus op MENU.
1.
Druk op BEELDSCHERMINSTELLINGEN.
2.
Druk op SCHERMHELDERHEID.
3.
Pas stapsgewijs omhoog of omlaag aan om de gewenste achtergrondhelderheid
4.
te verkrijgen.
Opmerking:
Elk van de volgende condities schakelt de achtergrondverlichting in, voor zover
deze is gedimd:
•
•
Druk op WIJZIGINGEN OPSLAAN om de geselecteerde instelling op te slaan.
5.
Menu MONITORINGINSTELLINGEN
Gebruik dit menu om de alarmmodus, de responsmodus of de tijd en datum
van de instelling in te stellen.
Gebruiksaanwijzing
Referentie
Combinatie van plethysmogram- en
ALLEEN GETALLEN lay-out — Toegang tot het beeldscherm met
numerieke weergave. Referentie
gebruiken, p. 4-43.
Druk op het monitoringscherm
Elk alarm, zolang als SCHERM ACTIVEREN BIJ ALARM niet op UIT staat.
trendweergave, p. 4-42.
De numerieke weergave (alleen getallen)
Gebruikersinterface
4-29