Alarmproblemen
8.7
Probleem
De indicator Puls Zoeken brandt
langer dan 10 seconden
(voordat er metingen worden
verricht).
De indicator Puls Zoeken brandt
nadat er geslaagde metingen
zijn uitgevoerd.
Gebruiksaanwijzing
Tabel 8-6 Alarmproblemen
Controleer of Gebruiksinstructies om te zien of de sensor correct wordt
gebruikt en goed is aangebracht. Controleer de aansluiting van de sensor
en de interfacekabel. Test de sensor bij een andere patiënt en/of probeer
een andere sensor of interfacekabel.
De perfusie is mogelijk zo laag dat het monitoringsysteem geen puls kan
waarnemen. Controleer de patiënt. Test het monitoringsysteem bij iemand
anders. Bevestig de sensor op een andere plaats. Probeer een ander type
Nellcor™ sensor.
Door interferentie kan het monitoringsysteem mogelijk geen puls
waarnemen. Houd de patiënt zo stil mogelijk. Controleer of de sensor
stevig en op de juiste manier is aangebracht; zo nodig vervangt u de
sensor. Bevestig de sensor op een andere plaats. Door elektromagnetische
interferentie kan het monitoringsysteem mogelijk geen puls waarnemen.
Verwijder de interferentiebron en/of probeer de omgeving zoveel mogelijk
te stabiliseren.
Gebruik een type sensor dat meer beweging van de patiënt toelaat
(bijvoorbeeld een Nellcor™ zelfklevende sensor).
Mogelijk zit de sensor te strak, is er teveel omgevingslicht of is de sensor
bevestigd op een extremiteit met een bloeddrukmanchet, een arteriële
katheter of een intraveneuze infuuslijn. Bevestig de sensor zo nodig op een
andere plaats.
Controleer de status van de patiënt.
De perfusie is mogelijk zo laag dat het monitoringsysteem geen puls kan
waarnemen. Test het monitoringsysteem bij iemand anders. Bevestig de
sensor op een andere plaats en/of probeer een andere type Nellcor™
sensor.
Door interferentie kan het monitoringsysteem mogelijk geen puls
waarnemen. Controleer of de sensor stevig en op de juiste manier is
aangebracht; zo nodig vervangt u de sensor. Bevestig de sensor op een
andere plaats. Gebruik een type sensor dat meer beweging toelaat
(bijvoorbeeld een Nellcor™ zelfklevende sensor. Door elektromagnetische
interferentie kan het monitoringsysteem mogelijk geen puls waarnemen.
Verwijder de interferentiebron en/of probeer de omgeving zoveel mogelijk
te stabiliseren.
Mogelijk zit de sensor te strak, is er teveel omgevingslicht of is de sensor
bevestigd op een extremiteit met een bloeddrukmanchet, een arteriële
katheter of een intraveneuze infuuslijn. Bevestig de sensor zo nodig op een
andere plaats.
Resolutie
Alarmproblemen
8-13