2-1 Basisberekeningen
k k k k k Rekenkundige berekeningen
• Voer rekenkundige bewerkingen in zoals ze geschreven zijn, van links naar rechts.
• Gebruik de toets - om het toestandsteken '-' in te voeren.
• De bewerkingen worden inwendig berekend met een mantisse met 15 cijfers. Het
eindresultaat wordt afgerond op een mantisse met 10 cijfers vooraleer het op het scherm
verschijnt.
• Zoals gebruikelijk hebben vermenigvuldiging en deling voorrang op de optelling en de
aftrekking.
Voorbeeld
23 + 4,5 – 53 = –25,5
56 × (–12) ÷ (–2,5) = 268,8
(2 + 3) × 10
2
= 500
1 + 2 – 3 × 4 ÷ 5 + 6 = 6,6
100 – (2 + 3) × 4 = 80
2 + 3 × (4 + 5) = 29
(7 – 2) × (8 + 5) = 65
6
3
= 0,3
4 × 5
10
i
i
(1 + 2
) + (2 + 3
) = 3 + 5
) × (2 –
i
i
(2 +
) = 5
1
(2+3)E2 geeft geen juist resultaat. Voer
*
deze berekening altijd in zoals hierboven
weergegeven.
*
2
De sluithaakjes op het einde (onmiddellijk
vóór de toets w) mogen worden weggelaten,
hoeveel het er ook zijn.
2-1-1
Basisberekeningen
23+4.5-53w
56*-12/-2.5w
(2+3)*1E2w*
1+2-3*4/5+6w
100-(2+3)*4w
2+3*(4+5w*
(7-2)(8+5)w*
<Line>
6 /(4*5)w*
<Math>
$6c4*5w
i
(b+c!a(
d!a(
(c+!a(
)w
3
*
Een vermenigvuldigingsteken onmiddellijk vóór
een openingshaakje mag worden weggelaten.
4
Dit kan ook ingevoerd worden als 6 / 4 /
*
5 w.
20050301
Bewerking
1
2
3
4
i
))+(c+
i
))w
i
))*(c-!a(
i
)