k De tekensnelheid van een dynamische grafiek regelen
U kunt terwijl de dynamische grafiek getekend wordt de tekensnelheid nog aanpassen.
Daarvoor moet u het volgende doen:
1. Terwijl de dynamische grafiek getekend wordt, drukt u op A om het menu te openen
waarin u de tekensnelheid kunt aanpassen.
} ... {stap per stap, telkens door te drukken op w}
• {
• { }/{ }/{ } ... {traag (de helft van de normale snelheid)}/{normaal
(standaardsnelheid)}/{snel (het dubbele van de normale snelheid)}
• {STO} ... {de voorwaarden voor het tekenen en de instelling van het weergavevenster
vastleggen in het geheugen voor dynamische grafieken}
2. Druk op de functietoets 1 tot 4 die overeenkomt met de gewenste snelheid.
k Grafiek berekenen met de functie DOT Switching
Met deze functie kunt u alle punten op de X-as van de dynamische grafiek of elk ander punt
tekenen. Deze instelling is alleen geldig voor "Dynamic Func Y= graphic".
1. Druk op !m(SET UP) om het configuratiescherm weer te geven.
2. Druk op cc om de tekensnelheid te kiezen (Y=Draw Speed).
3. Kies de methode om de grafiek te tekenen.
1(Norm) ... Alle punten op de X-as tekenen (standaardinstelling)
2(High) ... Elk ander punt op de X-as tekenen (hoger tekensnelheid dan normaal)
4. Druk op J.
# Druk op w als u de ingestelde tekensnelheid
wilt wissen zonder iets te wijzigen.
5-8-7
Dynamische grafieken
# Druk op !6(G↔T) om terug te keren naar
het grafiekscherm.
20050301