8-1 Basishandelingen voor het programmeren
Beschrijving
De commando's en berekeningen worden uitgevoerd in de volgorde die wordt gebruikt bij
manueel ingevoerde meervoudige instructies.
Instelling
1. Kies in het hoofdmenu de modus PRGM. Een lijst met programma's verschijnt dan op
het scherm.
De bestanden worden in alfabetische volgorde van
hun naam weergegeven.
Uitvoering
2. Leg een bestandsnaam vast.
3. Voer het programma in.
4. Voer het programma uit.
# Is geen enkel programma opgeslagen in het
geheugen, dan komt op het scherm "No
Programs" als u de modus PRGM opent.
Alleen de parameter NEW (3) is dan als
optie aangeduid.
# De waarden die u rechts op het scherm naast
de lijst met programma's ziet, geven het
aantal bytes weer dat elk programma nodig
heeft.
# Een bestandsnaam kan acht karakters lang
zijn.
8-1-1
Basishandelingen voor het programmeren
Aangeklikt bestand
(keuze veranderen met f en c )
20050301
# In een bestandsnaam mag u de volgende
karakters gebruiken:
A tot Z, r, θ , spaties, [, ], {, }, ', ", ~,
0 tot 9, ., +, –, ×, ÷
# Om een bestandsnaam op te slaan hebt u 32
geheugenbytes nodig.
# Het invoerscherm voor de bestandsnaam blijft
op het scherm staan als u op w drukt zonder
een bestandsnaam in te voeren.
# Druk op J om het invoerscherm voor de
bestandsnaam te sluiten en terug te keren naar
de lijst met programma's zonder een
bestandsnaam vast te leggen.