In deze paragraaf worden bij de beschrijving van de commando's de volgende afspraken
gebruikt.
Tekst in vette karakters ...... De commando's en andere parameters die altijd
{Accolades} ........................ Accolades worden gebruikt om een aantal param-
[Rechte haken] .................. Rechte haken worden gebruikt om parameters aan te
Numerieke uitdrukkingen ... Numerieke uitdrukkingen (zoals 10, 10 + 20, A)
Letterkarakters ................... Letterkarakters om tekenreeksen (strings) zoals AB
k k k k k Basiscommando's
? (Invoercommando)
Functie: Vraagt om een waarde toe te kennen aan een variabele terwijl het programma
loopt.
Syntax: ? → <naam van de variabele>, "<prompt>" ? → <naam van de variabele>
Voorbeeld: ? → A
Beschrijving:
• Dit commando stopt tijdelijk het programmaverloop en vraagt om aan een variabele een
waarde toe te kennen. De uitvoering van dit commando laat "?" op het scherm verschijnen
en er wordt gewacht op de invoer van die waarde. Als een prompt is opgegeven, verschijnt
"<prompt>?" zodat u de gevraagde gegevens kunt invoeren. Voor een prompt kan een
tekst van 255 bytes worden gebruikt.
• Het antwoord op dit commando moet een constante waarde zijn, eventueel in de vorm van
een berekening. Het mag echter geen meervoudige instructie zijn.
• U kunt een naam van een lijst, matrix, functietoetsgeheugen (fn), grafiek (Yn), etc. als
naam van de variabele opgegeven.
8-5-2
Overzicht van de commando's
moeten worden ingevoerd, zijn vet afgedrukt.
eters aan te duiden waarvan er één moet genomen
worden als commando. Deze accolades moet u bij
het invoeren van het commando weglaten.
duiden die afhangen van een voorwaarde. Ook rechte
haken moet u bij het invoeren van het commando
weglaten.
stellen constanten, berekeningen, numerieke
waarden van variabelen, ... voor.
in te voeren.
20050301