u Waarden toewijzen aan de coëfficiënten en variabelen van een
grafiekvoorschrift
Voorbeeld
Wijs de waarden -1, 0, en 1 toe aan variabele A in Y = AX
voor elke waarde een grafiek
3(TYPE)1(Y=)
av(A)vx-bw
J4(GRPH)1(Y)b(av(A)
!.(=)-b)w
J4(GRPH)1(Y)b(av(A)!.(=)
a)w
J4(GRPH)1(Y)b(av(A)!.(=)
b)w
ffff1(SEL)
6(DRAW)
De drie bovenstaande schermen worden gemaakt met de functie TRACE.
Zie "5-11 Onderzoek van de grafiek van een functie" voor meer informatie.
5-3-4
Een grafiek tekenen
20050901
20050301
2
-1, en teken