Voorbeeld
Teken de grafiek van
de reeks 3, 1, –1.
Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window).
Xmin = –5,
Ymin = –10,
Werkwijze
1 m GRAPH
2 !m(SET UP)cc3(Off)J
3 !3(V-WIN) -fwfwbwc
-bawbawcwJ
4 3(TYPE)1(Y=)av(A)vx-d,
!+( [ )av(A)!.(=)d,b,-b!-( ] )w
5 6(DRAW)
Resultaatscherm
# U kunt slechts de waarde van één van de
variabelen in de uitdrukking veranderen.
# Voor de naam van de variabele mag u de
volgende tekens niet gebruiken: X, Y,
# U kunt geen variabele toewijzen aan de
variabele in het voorschrift.
5-6-6
Manueel tekenen van een grafiek
y
x
= A
2
– 3 wanneer de parameter A verandert in
Xmax = 5,
Xscale = 1
Ymax = 10,
Yscale = 2
# Als de optie Simul Graph is ingeschakeld,
worden alle grafieken voor de opgegeven
waarden van variabelen gelijktijdig getekend.
, θ , T.
r
# Overschrijven is mogelijk voor het tekenen van
grafieken met voorschrift in cartesische
coördinaten, voorschrift in poolcoördinaten,
voorschrift waarin x en y afhangen van een
parameter, voorschrift X = constant, en
voorschrift van ongelijkheden.
20050301