Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

D
fx-9860G SD
fx-9860G
Gebruikersgids
http://world.casio.com/edu/

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Casio fx-9860G SD

  • Pagina 1 SD fx-9860G Gebruikersgids http://world.casio.com/edu/...
  • Pagina 2 CASIO Europe GmbH Bornbarch 10, 22848 Norderstedt, Deutschland Belangrijk! Houd deze handleiding en alle bijbehorende informatie binnen handbereik, zodat u die later opnieuw kunt raadplegen.
  • Pagina 3 VOORDAT U DEZE REKENMACHINE VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT... De hoofdbatterijen van het toestel zijn bij de aankoop nog niet in de batterijenhouder geplaatst. Daarom moet u eerst de batterijen in het toestel plaatsen. Daarna moet u de rekenmachine initialiseren en eventueel het schermcontrast bijregelen voordat u aan de slag kunt.
  • Pagina 4 5. Druk op m. • Wanneer het hoofdmenu (hiernaast weergegeven) niet ver- schijnt, maak dan het deksel open en druk op het punt P in de batterijenhouder. Punt P 6. Druk op de pijltoetsen (f, c, d, e) om het pictogram SYSTEM aan te klikken, en druk op w, of eventueel op 1( ) om het scherm voor de contrastinstelling te openen.
  • Pagina 5 Een snelle kennismaking IN- EN UITSCHAKELEN GEBRUIK VAN DE MODI GEWONE GETALBEWERKINGEN HERHALINGSFUNCTIE BEWERKINGEN MET BREUKEN MACHTEN GRAFIEKEN MEERDERE GRAFIEKEN OP EEN UITGESPLITST SCHERM DYNAMISCHE GRAFIEKEN TABELLEN 20050301...
  • Pagina 6: Gebruik Van De Modi

    Een snelle kennismaking Een snelle kennismaking Welkom in de wereld van de grafische rekenmachines. In deze bondige samenvatting wordt niet alles uitgelegd, maar ze laat je wel toe om snel kennis te maken met de meeste functies van dit toestel. Dit gaat van het aan- en afzetten tot het maken van tabellen.
  • Pagina 7: Gewone Getalbewerkingen

    Een snelle kennismaking defc 2. Gebruik om het pictogram MAT aan te klikken, en druk vervolgens op • Dit is het basisscherm van de modus RUN MAT. • In deze modus kunt u manuele berekeningen, matrixbewerkingen en/of programma’s uitvoeren. GEWONE GETALBEWERKINGEN Bij gewone getalbewerkingen voert u de gegevens in van links naar rechts, zoals u ze normaal zou opschrijven.
  • Pagina 8 Een snelle kennismaking SET UP 1. Druk op om het configuratiescherm te openen. cccccc1 2. Druk op (Deg) om de 60-delige graden als hoekeenheid te definiëren. 3. Druk op om het submenu te verlaten. 4. Druk op om het rekengeheugen leeg te maken. cf*sefw 5.
  • Pagina 9: Bewerkingen Met Breuken

    Een snelle kennismaking BEWERKINGEN MET BREUKEN kunt u gebroken getallen invoeren. Het symbool " { " Met behulp van de toets wordt gebruikt om de verschillende delen van het gebroken getal te scheiden. Voorbeeld: 1. Druk op db$bg+ 2. Druk op dh$jw Betekent Omzetten van een gebroken getal in een breuk...
  • Pagina 10: Druk Op Bcfa*C.ag

    Een snelle kennismaking MACHTEN 1250 × 2,06 Voorbeeld: 1. Druk op bcfa*c.ag 2. Druk op 3. Druk op . Het symbool ^ verschijnt op het scherm. 4. Druk op . De uitdrukking ^5 betekent dat 5 de exponent is. 5. Druk op 20050301...
  • Pagina 11 Een snelle kennismaking GRAFIEKEN De grafische mogelijkheden van deze rekenmachine laten toe om grafieken te tekenen ofwel in een rechthoekig assenkruis (horizontale as: x ; verticale as: y) ofwel in poolcoördinaten (hoek: θ ; afstand tot de oorsprong: r). De volgende grafiekvoorbeelden worden uitgevoerd met de instellingen van de rekenmachine direct na het initialiseren van het toestel (reset).
  • Pagina 12 Een snelle kennismaking 2. Druk op (ROOT). Druk op voor andere nulpunten. Voorbeeld 3: Bereken de oppervlakte van het gebied begrensd door de grafiek (van de functie) Y = X(X + 1)(X − 2) en de x-as voor de zone gelegen tussen X = 0 (de oorsprong) en X = −1 1.
  • Pagina 13: Meerdere Grafieken Op Een Uitgesplitst Scherm

    Een snelle kennismaking MEERDERE GRAFIEKEN OP EEN UITGESPLITST SCHERM Met deze mogelijkheid kunt u het scherm uitsplitsen in twee delen en meerdere grafieken op hetzelfde (deel)scherm tekenen. Voorbeeld: Teken de volgende twee grafieken op hetzelfde scherm en bepaal hun snijpunten −...
  • Pagina 14 Een snelle kennismaking d e f c 3. Gebruik om de cursor opnieuw te verplaatsen. Op het scherm verschijnt een kader. Verplaats de cursor zodanig dat het te vergroten grafiekdeel in dit kader past. 4. Druk op . Het vergrote grafiekdeel verschijnt op het niet-actieve schermdeel (rechterkant).
  • Pagina 15 Een snelle kennismaking 4. Druk op (VAR) om een beginwaarde 1 toe te kennen aan parameter A. bwdwb 5. Druk op (SET) to om het interval en de toename van de waarde van parameter A vast te leggen. 6. Druk op 7.
  • Pagina 16 Een snelle kennismaking TABELLEN Met deze mogelijkheid kunt u een tabel met getalwaarden van een functie maken. Voorbeeld: Maak een tabel voor het voorschrift (van de functie) − Y = X (X+1) (X 1. Druk op defc 2. Gebruik om het pictogram TABLE aan te klikken, en druk vervolgens op 3.
  • Pagina 17: Voorzorgsmaatregelen Voor Het Gebruik Van Dit Product

    Via de Program-Link software kunt u ook een reservekopie van gegevens op een computer maken. alleen fx-9860G SD Als de melding "No Card" verschijnt zelfs wanneer een SD-kaart in de SD-kaartsleuf is geplaatst, betekent dit dat de rekenmachine de kaart om wat voor een reden dan ook niet herkent. Probeer de kaart te verwijderen en daarna terug te plaatsen.
  • Pagina 18: Voorzorgen Voor Het Gebruik

    Voorzorgen voor het gebruik • Uw rekenmachine is van precisieonderdelen gemaakt. Probeer het toestel nooit te demonteren. • Laat uw rekenmachine niet vallen en bescherm het toestel tegen harde schokken. • Bewaar de rekenmachine niet en laat het toestel niet achter op plaatsen die blootgesteld zijn aan hoge temperaturen, een hoge vochtigheid of veel stof.
  • Pagina 19 CASIO Computer Co., Ltd. is evenmin aansprakelijk voor enige eis, van welke aard dan ook, die door een derde tegen het gebruik van dit product wordt ingesteld.
  • Pagina 20: Inhoudsopgave

    Inhoud Inhoud Eerste kenninsmaking — Lees dit eerst! Hoofdstuk 1 Basisbediening 1-1 Toetsen ..................1-1-1 1-2 Scherm ..................1-2-1 1-3 Berekeningen invoeren en wijzigen ..........1-3-1 1-4 Optiemenu (OPTN) ..............1-4-1 1-5 Menu met variabelen-gegevens (VARS) ........1-5-1 1-6 Programmeermenu (PRGM) ............1-6-1 1-7 Werken met het configuratiescherm ...........
  • Pagina 21 Inhoud Hoofdstuk 5 Grafieken 5-1 Voorbeeldgrafieken ..............5-1-1 5-2 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven ..5-2-1 5-3 Een grafiek tekenen ..............5-3-1 5-4 Een grafiek in het grafiekgeheugen opslaan ......5-4-1 5-5 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen ......5-5-1 5-6 Manueel tekenen van een grafiek ..........
  • Pagina 22 Inhoud Hoofdstuk 8 Programmeren 8-1 Basishandelingen voor het programmeren ......... 8-1-1 8-2 Functietoetsen in de modus PRGM ..........8-2-1 8-3 De programma-inhoud wijzigen ..........8-3-1 8-4 Bestandsbeheer ................8-4-1 8-5 Overzicht van de commando’s ............ 8-5-1 8-6 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren ................
  • Pagina 23 Inhoud Hoofdstuk 13 Werken met SD-kaarten (alleen fx-9860G SD) 13-1 Een SD-kaart gebruiken ............13-1-1 13-2 Een SD-kaart formatteren ............13-2-1 13-3 Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van SD-kaarten ..13-3-1 Bijlage α 1 Lijst met mogelijke foutmeldingen ..........-1-1 α...
  • Pagina 24: Eerste Kenninsmaking - Lees Dit Eerst

    Eerste kennismaking — Lees dit eerst! Over deze gebruikersgids u! x( Dit betekent dat u moet drukken op ! en daarna op x, om een symbool in te voeren. Toetsencombinaties worden als volgt aangegeven: Eerst wordt de toetsmarkering aangeduid, gevolgd door het in te voeren karakter of commando tussen haakjes.
  • Pagina 25 0-1-1 Eerste kennismaking uGrafieken Grafiekbewerkingen worden doorgaans op 5-1-1 5-1-2 Voorbeeldgrafieken Voorbeeldgrafieken 5-1 Voorbeeldgrafieken Voorbeeld Teken de grafiek van tegenoverliggende pagina’s weergegeven, met de Werkwijze k k k k k Een gewone grafiek tekenen (1) 1 m GRAPH Beschrijving 2 dvxw U tekent een grafiek door het voorschrift in te voeren.
  • Pagina 26: Hoofdstuk 1 Basisbediening

    Hoofdstuk Basisbediening Toetsen Scherm Berekeningen invoeren en wijzigen Optiemenu (OPTN) Menu met variabelen-gegevens (VARS) Programmeermenu (PRGM) Werken met het configuratiescherm Schermgegevens vastleggen Als er een probleem is… 20050301...
  • Pagina 27: Toetsen

    1-1-1 Toetsen 1-1 Toetsen 20050301...
  • Pagina 28 1-1-2 Toetsen k Tabel met toetsen Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina 5-11-1 5-2-7 5-2-1 5-10-1 5-11-9 1-2-3 1-6-1 1-7-1 1-1-3 1-4-1 1-5-1 1-2-1 2-4-7 2-4-5 1-1-3 2-4-7 2-4-5 2-4-5 2-4-5 2-4-4 2-4-4 2-4-4 2-4-5 2-4-5 2-4-4 2-4-4 2-4-4 2-4-10 2-4-12 2-4-7 2-4-7...
  • Pagina 29: Toetsmarkeringen

    1-1-3 Toetsen k Toetsmarkeringen Nogal wat toetsen van de rekenmachine worden voor meerdere functies gebruikt. Deze functies worden met behulp van een kleurcode aangeduid, zodat u zeer snel kunt vinden wat u nodig hebt. Functie Hoe intoetsen? Hieronder staat de beschrijving van de kleurcodes die voor toetsmarkeringen worden gebruikt.
  • Pagina 30: Scherm

    1-2-1 Scherm 1-2 Scherm k Pictogrammen selecteren In dit deel wordt uitgelegd hoe u een pictogram in het hoofdmenu aanklikt om de gewenste (werk)modus op te roepen. u u u u u Een pictogram aanklikken 1. Druk op m om het hoofdmenu weer te geven. 2.
  • Pagina 31 1-2-2 Scherm Naam van Pictogram Beschrijving de modus Kies deze modus om spreadsheet-berekeningen uit te voeren. • Elk bestand bevat een spreadsheet met 26 kolommen × 999 (spreadsheet) rijen. Naast de ingebouwde commando’s van de rekenmachine en de commando’s van de modus S •...
  • Pagina 32 1-2-3 Scherm k k k k k Over het functiemenu Met de functietoetsen (1 tot 6) kunt u de menu’s en commando’s oproepen in de menubalk onder op het scherm. De vorm duidt aan of een item op de menubalk een menu of commando is.
  • Pagina 33: Interpretatie Van De Wetenschappelijke Schrijfwijze

    1-2-4 Scherm k k k k k Wetenschappelijke schrijfwijze Normaal worden getallen weergegeven met ten hoogste 10 cijfers. Getallen met meer cijfers worden automatisch omgezet in de wetenschappelijke schrijfwijze. u Interpretatie van de wetenschappelijke schrijfwijze +12 wil zeggen dat het resultaat gelijk is aan 1,2 × 10 .
  • Pagina 34 1-2-5 Scherm k k k k k Weergave van speciale vormen Deze rekenmachine gebruikt een karakteristieke weergave voor gebroken vormen, zestientallig geschreven getallen en voor de zestigdelige graden (DMS). u Gebroken vormen ....betekent: 456 + –––– u Zestientallig geschreven getallen ....
  • Pagina 35: Berekeningen Invoeren En Wijzigen

    1-3-1 Berekeningen invoeren en wijzigen 1-3 Berekeningen invoeren en wijzigen Opmerking • Tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven, worden alle bewerkingen in dit hoofdstuk uitgelegd met de invoermodus LINEAR. k k k k k Berekeningen invoeren Als u klaar bent om een berekening in te toetsen, druk dan eerst op A om het scherm leeg te maken.
  • Pagina 36 1-3-2 Berekeningen invoeren en wijzigen Als u in de invoermodus LINEAR op !D(INS) drukt, verandert het normale cursorteken in “ ”. Nieuwe gegevens worden nu ingevoegd op de plaats van “ ”. Acga ddd!D(INS) Om met het invoegen te stoppen, drukt u opnieuw op !D(INS). Een stap wissen Vervang 369 ×...
  • Pagina 37 1-3-3 Berekeningen invoeren en wijzigen u Een stap invoegen Voorbeeld Vervang 2,36 door sin2,36 Ac.dgx ddddd u De laatst ingevoerde stap wijzigen Vervang 369 × × 2 door 369 × 2 Voorbeeld Adgj*d 20050301...
  • Pagina 38 1-3-4 Berekeningen invoeren en wijzigen k k k k k Gebruik van de herhalingsfunctie De herhalingsfunctie slaat de invoer van de laatste berekening op in het herhalingsgeheugen. De inhoud van het herhalingsgeheugen verschijnt als u drukt op d of op e. Als u drukt op e, verschijnt de berekening met de cursor aan het begin.
  • Pagina 39: In Een Invoer Iets Veranderen

    1-3-5 Berekeningen invoeren en wijzigen k In een invoer iets veranderen 14 ÷ 0 × 2,3 is ingevoerd in plaats van 14 ÷ 10 × 2,3 Voorbeeld Abe/a*c.d Druk op J. De cursor gaat automatisch op de plaats van de fout staan. Verander de invoer waar nodig.
  • Pagina 40: Tekst Knippen

    1-3-6 Berekeningen invoeren en wijzigen 3. Druk op 1(COPY) om de geselecteerde tekst naar het klembord te kopiëren, en de modus om het kopieerbereik op te geven te verlaten. De geselecteerde karakters veranderen niet tijdens het kopiëren. Als u de tekstselectie wilt annuleren zonder te kopiëren, drukt u op J. Invoermodus MATH: 1.
  • Pagina 41 1-3-7 Berekeningen invoeren en wijzigen u Tekst plakken Plaats de cursor op de positie waar u de tekst wilt plakken, en druk op ! j(PASTE). De inhoud van het klembord wordt op de cursorpositie geplakt. !j(PASTE) k k k k k De functie CATALOG De cataloog is een alfabetische lijst met alle commando’s die in deze rekenmachine beschikbaar zijn.
  • Pagina 42: Bewerkingen Invoeren In De Invoermodus Math

    1-3-8 Berekeningen invoeren en wijzigen k Bewerkingen invoeren in de invoermodus MATH Wanneer u in het configuratiescherm “Math” als invoermodus selecteert (zie pagina 1-7-1), wordt de invoermodus MATH ingeschakeld. Hier kunt u bepaalde functies weergeven en in natuurlijke schrijfwijze intoetsen zoals die in uw handboek staan. Opmerking •...
  • Pagina 43: Functies En Symbolen In De Invoermodus Math

    1-3-9 Berekeningen invoeren en wijzigen u Functies en symbolen in de invoermodus MATH Met de hieronder aangegeven functies en symbolen kunt u in natuurlijke schrijfwijze gegevens invoeren in de invoermodus MATH. In de kolom “Bytes” staat het aantal geheugenbytes dat voor de invoer in de invoermodus MATH wordt gebruikt. Functie/symbool Gebruik van de toets Bytes...
  • Pagina 44: Gebruik Van Het Menu Math

    1-3-10 Berekeningen invoeren en wijzigen u Gebruik van het menu MATH MAT op 4(MATH) om het menu MATH te openen. Druk in de modus RUN • Via dit menu kunt u matrices, afgeleiden, integralen etc. in natuurlijke schrijfwijze invoeren. • {MAT} ... {opent het submenu MAT voor invoer van matrices in natuurlijke schrijfwijze} •...
  • Pagina 45 1-3-11 Berekeningen invoeren en wijzigen 1+ 2 Voorbeeld 2 Voer de volgende bewerking in A(b+ Voorbeeld 3 Voer de volgende bewerking in 1+ ∫dx Ab+4(MATH)6(g)1( a+(X)+b 20050301...
  • Pagina 46 1-3-12 Berekeningen invoeren en wijzigen Voorbeeld 4 Voer de volgende bewerking in 2 × Ac*4(MATH)1(MAT)1(2×2) $bcc e!x( )cee$bcc u Als de berekening niet past in het weergavevenster Een pijl naar rechts, naar links, omlaag of omhoog betekent dat de berekening doorgaat in de door de pijl aangegeven richting.
  • Pagina 47: Een Functie In Een Bestaande Uitdrukking Invoegen

    1-3-13 Berekeningen invoeren en wijzigen u Een functie in een bestaande uitdrukking invoegen In de invoermodus MATH kunt u een functie in natuurlijke schrijfwijze in een bestaande uitdrukking invoegen. Hierdoor wordt het getal of de uitdrukking tussen haakjes rechts van de cursor het argument van de ingevoegde functie.
  • Pagina 48 1-3-14 Berekeningen invoeren en wijzigen u Invoegbare functies Hieronder staan de functies die u u kunt invoegen zoals beschreven in het punt “Een functie in een bestaande uitdrukking invoegen” (pagina 1-3-13). Verder vindt u hier informatie over de gevolgen van de invoeging op de bestaande berekening. Oorspronkelijke Uitdrukking Functie...
  • Pagina 49: Resultaten Weergeven In De Invoermodus Math

    1-3-15 Berekeningen invoeren en wijzigen u Resultaten weergeven in de invoermodus MATH Breuken, matrices, en lijsten die in de invoermodus MATH worden aangemaakt, worden in natuurlijke schrijfwijze weergegeven, zoals die in uw handboek staan. Voorbeeldweergave van resultaten u Invoerbeperkingen in de invoermodus MATH Als u gegevens in de invoermodus MATH invoert, gelden de volgende beperkingen.
  • Pagina 50: Optiemenu (Optn)

    1-4-1 Optiemenu (OPTN) 1-4 Optiemenu (OPTN) In het optiemenu vindt u wetenschappelijke functies en notaties die niet op het toetsenbord van de rekenmachine zijn aangeduid. De inhoud van het optiemenu hangt af van de modus waarin u zich bevindt als u op K drukt. Zie “8-7 Lijst met commando’s in de modus PRGM”...
  • Pagina 51: Optiemenu Wanneer Een Getallentabel Wordt Weergegeven In De Modus

    1-4-2 Optiemenu (OPTN) u Optiemenu tijdens het invoeren van getalgegevens in de modi STAT, TABLE, RECUR, EQUA end S • • {LIST}/{CPLX}/{CALC}/{HYP}/{PROB}/{NUM}/{ANGL}/{ESYM}/{FMEM}/{LOGIC} u u u u u Optiemenu tijdens het invoeren van formules in de modi GRAPH, DYNA, TABLE, RECUR en EQUA •...
  • Pagina 52: Menu Met Variabelen-Gegevens (Vars)

    1-5-1 Menu met de variabelen-gegevens (VARS) 1-5 Menu met variabelen-gegevens (VARS) Als u variabelen-gegevens wilt oproepen, drukt u op J om het menu met variabelen- gegevens weer te geven. {V-WIN}/{FACT}/{STAT}/{GRPH}/{DYNA}/ {TABL}/{RECR}/{EQUA* }/{TVM* Zie “8-7 Lijst met commando’s in de modus PRGM” voor meer informatie over het menu met variabelen-gegevens (VARS).
  • Pagina 53: Stat - De Statistische Gegevens Met Één Of Twee Variabelen Oproepen

    1-5-2 Menu met de variabelen-gegevens (VARS) u STAT — De statistische gegevens met één of twee variabelen oproepen • … {menu met de x-gegevens voor één of twee variabelen} o o o o o • { }/{Σ }/{Σ σ n σ...
  • Pagina 54: Grph - De Voorschriften Van Grafieken Oproepen

    1-5-3 Menu met de variabelen-gegevens (VARS) u GRPH — De voorschriften van grafieken oproepen • {Y}/{ } ... voorschriften {in cartetische coördinaten of van ongelijkheden}/{in poolcoördinaten} • {Xt}/{Yt} ... {X-vergelijking}/{Y-vergelijking} van een voorschrift waarin x en y afhangen van een parameter •...
  • Pagina 55: Equa - De Coëfficiënten En De Oplossingen Oproepen Van (Stelsels)

    1-5-4 Menu met de variabelen-gegevens (VARS) RECR — Een rijvoorschrift* , het interval en de inhoud van een tabel van dit voorschrift oproepen • {FORM} ... {menu met de gegevens van de rijen} • { ... Formule voor { • {RANG} ...
  • Pagina 56: Programmeermenu (Prgm)

    1-6-1 Programmeermenu (PRGM) 1-6 Programmeermenu (PRGM) Om het programmeermenu (PRGM) op te roepen, kiest u de modus RUN MAT of PRGM • vanuit het hoofdmenu en drukt u op !J(PRGM). In het submenu (PRGM) verschijnen dan de volgende mogelijkheden. • {COM} ..{menu met de programmeercommando’s} •...
  • Pagina 57: Werken Met Het Configuratiescherm

    1-7-1 Werken met het configuratiescherm 1-7 Werken met het configuratiescherm In elke modus is er een scherm waarin u de actuele instellingen (= configuratie) voor die modus kunt nakijken. Dit scherm is het configuratiescherm. De configuratie van een modus kunt u als volgt aanpassen. u De configuratie van een modus veranderen 1.
  • Pagina 58 1-7-2 Werken met het configuratiescherm u Mode (modus van de basisberekeningen/twee-, acht-, tien- en zestientallig talstelsel) • {Comp} ... {algemene rekenmodus} • {Dec}/{Hex}/{Bin}/{Oct} ... {tientallig}/{zestientallig}/{tweetallig}/{achttallig} u Frac Result (weergaveformaat resultaat breukwaarde) • {d/c}/{ab/c}... {onechte}/{gemengde} breuk u Func Type (voorschrifttype) Als u een van de volgende functietoetsen indrukt, verandert ook de functie van de toets v.
  • Pagina 59 1-7-3 Werken met het configuratiescherm u Axes (assen) • {On}/{Off} ... {weergave}/{geen weergave} u Label (naam van de assen) • {On}/{Off} ... {weergave}/{geen weergave} u Display (weergave van getallen) • {Fix}/{Sci}/{Norm}/{Eng} ... instellen van {het aantal decimalen}/{het aantal beduidende cijfers}/{het interval van de wetenschappelijke schrijfwijze}/{de ingenieursnotatie} u Stat Wind (instellen van het venster voor statistische grafieken) •...
  • Pagina 60 1-7-4 Werken met het configuratiescherm u Background (achtergrond) • {None}/{PICT} ... {zonder achtergrond}/{mogelijkheid om achtergrond te creëren} u Sketch Line (lijnstukken bijtekenen) • { ... {normale lijn}/{dikke lijn}/{onderbroken lijn}/{stippellijn} u Dynamic Type (dynamische grafieken) • {Cnt}/{Stop} ... {blijft continu tekenen}/{stopt na 10 maal tekenen} u Locus (instelling voor het over elkaar tekenen van dynamische grafieken) •...
  • Pagina 61: Auto Calc (Automatische Spreadsheet-Berekening)

    1-7-5 Werken met het configuratiescherm u Date Mode (instellen van het aantal dagen in een jaar) • {365}/{360} ... interestberekening voor een jaar met {365}* /{360} dagen u Auto Calc (automatische spreadsheet-berekening) • {On}/{Off} ... de formules automatisch {uitvoeren}/{niet uitvoeren} u Show Cell (weergave van cellen in spreadsheet) •...
  • Pagina 62: Schermgegevens Vastleggen

    1-8-1 Schermgegevens vastleggen 1-8 Schermgegevens vastleggen Tijdens de bediening van de rekenmachine kunt u de huidige scherminhoud vastleggen en opslaan in een intern geheugen. u De scherminhoud vastleggen 1. Bedien de rekenmachine en open het scherm dat u wilt vastleggen. 2.
  • Pagina 63: Als Er Een Probleem Is

    1-9-1 Als er een probleem is… 1-9 Als er een probleem is… Als u met de rekenmachine problemen ondervindt, doe dan eerst het volgende alvorens ervan uit te gaan dat het toestel niet goed werkt. k k k k k Opnieuw naar de standaardinstellingen 1.
  • Pagina 64 1-9-2 Als er een probleem is… k k k k k Waarschuwing bij te zwakke batterijen Als een van de volgende meldingen op het scherm verschijnt, moet u de rekenmachine onmiddellijk uitschakelen en de hoofdbatterijen vervangen. Blijft u het toestel verder gebruiken zonder de hoofdbatterijen te vervangen, dan wordt de stroomtoevoer automatisch onderbroken om de geheugeninhoud te kunnen bewaren.
  • Pagina 65: Hoofdstuk 2 Manuele Berekeningen

    Hoofdstuk Manuele berekeningen Basisberekeningen Speciale functies De hoekeenheid en weergave van getallen instellen Berekeningen met wetenschappelijke functies Numerieke berekeningen Rekenen met complexe getallen Berekeningen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelsel Matrixrekenen De invoermodus LINEAR/MATH (pagina 1-3-8) •...
  • Pagina 66: Basisberekeningen

    2-1-1 Basisberekeningen 2-1 Basisberekeningen k k k k k Rekenkundige berekeningen • Voer rekenkundige bewerkingen in zoals ze geschreven zijn, van links naar rechts. • Gebruik de toets - om het toestandsteken ‘-’ in te voeren. • De bewerkingen worden inwendig berekend met een mantisse met 15 cijfers. Het eindresultaat wordt afgerond op een mantisse met 10 cijfers vooraleer het op het scherm verschijnt.
  • Pagina 67 2-1-2 Basisberekeningen k k k k k Aantal decimalen, aantal beduidende cijfers, interval voor de wetenschappelijke schrijfwijze [SET UP]- [Display] -[Fix] / [Sci] / [Norm] • Zelfs nader er een aantal decimalen of beduidende cijfers zijn vastgelegd, worden de interne berekeningen nog altijd uitgevoerd met een mantisse met 15 cijfers, en worden de resultaten nog altijd opgesalgen met een mantisse met 10 cijfers.
  • Pagina 68 2-1-3 Basisberekeningen 200 ÷ 7 × 14 = 400 Voorbeeld Voorwaarde Invoer Weergave 200/7*14w !m(SET UP) f (of c 12 keer) 3 decimalen 1(Fix)dwJw 400,000 De berekening gaat verder 200/7w 28.571 Ans × rekening houdend met het tussenresultaat met een 400,000 mantisse met 10 cijfers •...
  • Pagina 69 2-1-4 Basisberekeningen 2 Functies van het type A (= eerst getal, dan functie). !, 60-delige graden: ° ’ ”, ingenieurssymbolen ENG, hoekeenheid –1 3 Machten, wortels ^( 4 Gebroken getallen 5 Vermenigvuldiging met weglating van het teken vóór π, of vóór een naam van een geheugen of variabele: 2π, 5A, Xmin, F Start, etc.
  • Pagina 70: Vermenigvuldigen Zonder Vermenigvuldigingsteken

    2-1-5 Basisberekeningen k Vermenigvuldigen zonder vermenigvuldigingsteken In alle volgende bewerkingen mag het vermenigvuldigingsteken (×) worden weggelaten. • Vóór transformatie van coördinaten en functies van het type B (1 op pagina 2-1-3 en 6 op pagina 2-1-4), behalve het toestandsteken ‘-’ Voorbeeld 2sin30, 10log1.2, 2 , 2Pol(5, 12), etc.
  • Pagina 71: Geheugencapaciteit

    2-1-6 Basisberekeningen • Als u probeert een berekening uit te voeren waardoor de geheugencapaciteit wordt overschreden (Memory ERROR). • Als er een commando wordt gebruikt dat een argument nodig heeft, zonder dat er een argument wordt ingevoerd (Argument ERROR). • Als u probeert een niet-toegelaten dimensie te gebruiken bij berekeningen met matrices (Dimension ERROR).
  • Pagina 72: Speciale Functies

    2-2-1 Speciale functies 2-2 Speciale functies k k k k k Berekeningen met variabelen Voorbeeld Invoer Weergave 193,2aav(A)w 193,2 193,2 ÷ 23 = 8,4 av(A)/23w 193,2 ÷ 28 = 6,9 av(A)/28w k k k k k Geheugen Variabelen (alfa-geheugen) Dit toestel kan in 28 variabelen getallen opslaan om ze in berekeningen te gebruiken. Deze en θ...
  • Pagina 73: De Inhoud Van Een Variabele Weergeven

    2-2-2 Speciale functies u De inhoud van een variabele weergeven Voorbeeld Geef de inhoud van de variabele A weer Aav(A)w u De inhoud van een variabele wissen Voorbeeld Wis (de inhoud) van de variabele A Aaaav(A)w u Dezelfde waarde toekennen aan meer dan één variabele [waarde]a [naam van de eerste variabele ]a3(~) [naam van de laatste variabele*...
  • Pagina 74 2-2-3 Speciale functies u Een uitdrukking opslaan Voorbeeld Sla de uitdrukking (A+B) (A–B) op in het geheugen van de functietoets 1 (av(A)+al(B)) (av(A)-al(B)) K6(g)6(g)3(FMEM) 1(STO)bw u Een uitdrukking oproepen Voorbeeld Roep de uitdrukking opgeslagen in het geheugen van functietoets 1 opnieuw op K6(g)6(g)3(FMEM) 2(RCL)bw...
  • Pagina 75: Een Uitdrukking Wissen

    2-2-4 Speciale functies u Een uitdrukking wissen Voorbeeld Wis de inhoud van het geheugen met functietoets 1 AK6(g)6(g)3(FMEM) 1(STO)bw • In feite slaat u een nieuwe uitdrukking op, maar omdat er geen uitdrukking op het scherm staat, wordt het geheugen met leegte overschreven. u Over het gebruik van de geheugens van de functietoetsen Voorbeeld + 1,...
  • Pagina 76: Het Laatste Resultaat Opnieuw Gebruiken In Een Berekening

    2-2-5 Speciale functies k k k k k Functie voor het laatste resultaat Deze functie slaat telkens u drukt op w het laatste resultaat op in het geheugen voor het laatste resultaat (Answer), tenzij er een foutmelding verschijnt wanneer u drukt op w . Het resultaat wordt opgeslagen in het geheugen voor het laatste resultaat.
  • Pagina 77 2-2-6 Speciale functies k k k k k Geschiedenisfunctie De geschiedenisfunctie bewaart de geschiedenis van rekenuitdrukkingen en resultaten van de invoermodus MATH. Er worden maximaal 30 paar rekenuitdrukkingen en resultaten bewaard. b+cw U kunt de rekenuitdrukkingen die bewaard worden door de geschiedenisfunctie ook bewerken en opnieuw laten berekenen.
  • Pagina 78: Stapelgeheugens

    2-2-7 Speciale functies k Stapelgeheugens Het toestel gebruikt geheugenblokken die de stapelgeheugens genoemd worden om tijdens het rekenen getallen en commando’s op te slaan. Het stapelgeheugen voor de getalwaarden heeft 10 niveaus, dat voor de commando’s heeft er 26, en dat voor de subprogramma’s heeft er ook 10.
  • Pagina 79 2-2-8 Speciale functies k Gebruik van meervoudige instructies Meervoudige instructies vormt u door enkelvoudige instructies in een sequentie aan elkaar te koppelen. Meervoudige instructies kunt u zowel bij manuele als bij geprogrammeerde berekeningen gebruiken. Er zijn twee mogelijkheden om enkelvoudige instructies aan elkaar te koppelen.
  • Pagina 80: De Hoekeenheid En Weergave Van Getallen Instellen

    2-3-1 De hoekeenheid en weergave van de getallen instellen 2-3 De hoekeenheid en weergave van getallen instellen Voordat u aan een berekening begint, moet u de gewenste hoekeenheid en weergave van getallen opgeven in het scherm Setup. k k k k k De hoekeenheid instellen [SET UP]- [Angle] 1.
  • Pagina 81: Het Aantal Beduidende Cijfers Aanduiden (Sci)

    2-3-2 De hoekeenheid en weergave van de getallen instellen u Het aantal beduidende cijfers aanduiden (Sci) Voorbeeld Kies voor drie beduidende cijfers 2(Sci) dw Druk op de functietoets die onder het gewenste aantal staat (n = 0 tot 9). Het cijfer 0 staat hier voor 10 beduidende cijfers.
  • Pagina 82: Berekeningen Met Wetenschappelijke Functies

    2-4-1 Berekeningen met wetenschappelijke functies 2-4 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Menu’s met wetenschappelijke functies Dit toestel bevat vijf menu’s om toegang te krijgen tot wetenschappelijke functies die niet op het klavier zijn aangeduid. • De inhoud van deze menu’s hangt af van de modus waarin dit vanuit het hoofdmenu wordt opgeroepen voordat u op K drukt.
  • Pagina 83 2-4-2 Berekeningen met wetenschappelijke functies u u u u u Hoekeenheden, het gebruik van zestigdelige graden, omzetting van coördinaten (ANGL) [OPTN]-[ANGL] ° • { }/{r}/{g} ... invoer van een hoekgrootte in {zestigdelige graden}/{radialen}/{honderddelige graden} als het toestel er niet is voor ingesteld °...
  • Pagina 84 2-4-3 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Hoekeenheden Om de hoekeenheid te veranderen drukt u eerst op K6(g)5(ANGL). Selecteer in het menu met functietoetsen dat verschijnt “o”, “r”, of “g”. • Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”. Voorbeeld Invoer !m(SET UP)cccccc1(Deg)J...
  • Pagina 85 2-4-4 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Goniometrische en cyclometrische functies • Stel eerst de gewenste hoekeenheid in voordat u aan berekeningen met goniometrische en cyclometrische functies begint. π (90° = ––– radians = 100 grads) • Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”. Voorbeeld Invoer !m(SET UP)cccccc...
  • Pagina 86 2-4-5 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Logaritmische en exponentiële functies • Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”. Voorbeeld Invoer l1.23w log 1,23 (log 1.23) = 0,08990511144 8 = 3 <Line>...
  • Pagina 87 2-4-6 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Hyperbolische en inverse hyperbolische functies • Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”. Voorbeeld Invoer K6(g)2(HYP)1(sinh)3.6w sinh 3.6 = 18,28545536 K6(g)2(HYP)2(cosh)1.5- cosh 1,5 – sinh 1,5 1(sinh)1,5w = 0,2231301601 –1.5...
  • Pagina 88 2-4-7 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Andere functies • Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”. Voorbeeld Invoer = 3,65028154 )2+!x( (3 + i) = 1,755317302 <Line> +0,2848487846 )(d+!a( <Math> )d+!a( = (–3) ×...
  • Pagina 89 2-4-8 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Genereren van toevalsgetallen (Ran#) Deze functie genereert een echt toevalsgetal of sequentieel toevalsgetal van 10 cijfers dat groter is dan nul en kleiner dan 1. • Als u geen argument opgeeft, wordt een echt toevalsgetal gegenereerd. Voorbeeld Invoer K6(g)3(PROB)4(Ran#)w...
  • Pagina 90 2-4-9 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Omzetting van coördinaten u u u u u Cartesische coördinaten u u u u u Poolcoördinaten • Met poolcoördinaten kunt u θ berekenen en weergaven in een interval van –180°< θ < < 180° (radialen en honderddelige graden hebben hetzelfde interval). •...
  • Pagina 91 2-4-10 Berekeningen met wetenschappelijke functies k k k k k Permutatie en combinatie u u u u u Permutatie u u u u u Combinatie nPr = ––––– nCr = ––––––– (n – r)! r! (n – r)! • Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”. Voorbeeld Bereken het aantal manieren om 4 uit 10 elementen te kiezen, in volgorde en zonder herhaling...
  • Pagina 92 2-4-11 Berekeningen met wetenschappelijke functies • Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”. Voorbeeld Invoer <Math> $2c5e+!$(&)3e1c4 w –– + 3 –– = ––– <Line> 2$5+3$1$4w <Math> ––––– + ––––– 4572 = 6,066202547 × 10 –4 2578 $1c2578e+$1c4572w...
  • Pagina 93 2-4-12 Berekeningen met wetenschappelijke functies Schakelen tussen weergave als onechte breuk en als gemengde breuk Druk op !M( ) om te schakelen tussen weergave als gemengde breuk en als < onechte breuk. Schakelen tussen weergave als gebroken getal en als decimaal getal ⇒...
  • Pagina 94: Numerieke Berekeningen

    2-5-1 Numerieke berekeningen 2-5 Numerieke berekeningen Hierna worden de menuopties geschreven die u gebruikt voor berekeningen van een eerste afgeleide, een tweede afgeleide, een bepaalde integraal, sommatie (Σ,), extremum (maximum/minimum), en nulpunt (Solve). Als het menu met de opties op het scherm staat, drukt u op 4(CALC) om het submenu om functies te onderzoeken weer te geven.
  • Pagina 95 2-5-2 Numerieke berekeningen k k k k k Berekenen van een eerste afgeleide [OPTN]-[CALC]-[d /dx] Om een afgeleid getal (= eerste afgeleide) te berekenen, werkt het toestel met de formule: K4(CALC)2( f(x) ,tol) punt waarvan u de afgeleide wilt bepalen, tol: tolerantie) d/dx ( f (x), a) ⇒...
  • Pagina 96 2-5-3 Numerieke berekeningen Voorbeeld Bereken het afgeleid getal in het punt x = 3 van de functie – 6, met een tolerantie van “tol” = 1 – 5 Invoeren van de functie AK4(CALC)2( d/dx )vMd+evx+v-g, x = a Invoer van het punt waarvoor u het afgeleid getal wilt berekenen.
  • Pagina 97: Toepassingen Met Afgeleide Getallen

    2-5-4 Numerieke berekeningen u Toepassingen met afgeleide getallen • Afgeleide getallen kunt u optellen, van elkaar aftrekken, met elkaar vermenigvuldigen, door elkaar delen. ––– f (a) = f '(a), ––– g (a) = g'(a) Bijvoorbeeld: f '(a) + g'(a), f '(a) × g'(a), etc. •...
  • Pagina 98: Berekenen Van Een Tweede Afgeleide

    2-5-5 Numerieke berekeningen k Berekenen van een tweede afgeleide [OPTN]-[CALC]-[d Om een tweede afgeleide te berekenen, werkt het toestel met de formule: K4(CALC)3( f(x) ,tol) Differentiaalcoëfficiëntpunt, tol: tolerantie) ––– (f (x), a) ⇒ ––– f (a) De berekening van de tweede afgeleide geeft een benaderende waarde die, steunend op het binomium van Newton, als volgt wordt berekend.
  • Pagina 99: Toepassingen Met Een Tweede Afgeleide

    2-5-6 Numerieke berekeningen <Math> A4(MATH)5( )vMde +evx+v-gedw u Toepassingen met een tweede afgeleide • Tweede afgeleiden kunt u optellen, van elkaar aftrekken, met elkaar vermenigvuldigen, door elkaar delen. ––– f (a) = f "(a), ––– g(a) = g"(a) Bijvoorbeeld: f ''(a) + g''(a), f ''(a) × g''(a), etc. •...
  • Pagina 100 2-5-7 Numerieke berekeningen k Berekeningen van een bepaalde integraal [OPTN]-[CALC]-[ ∫ dx] Om een bepaalde integraal te berekenen, kunt u kiezen tussen twee formules. K4(CALC)4 ( ∫ dx) f(x) , eindpunt, tolerantie) : beginpunt ∫ ∫ ( f(x), a, tol) ⇒ f(x)dx ∫...
  • Pagina 101 2-5-8 Numerieke berekeningen <Math> ∫dx 4(MATH)6(g)1( )cvx+ dv+eebffw u u u u u Toepassing met bepaalde integralen • Bepaalde integralen kunt u optellen, van elkaar aftrekken, met elkaar vermenigvuldigen, door elkaar delen. ∫ ∫ f(x) dx + g (x) dx, etc. •...
  • Pagina 102 2-5-9 Numerieke berekeningen Houd daarom met het volgende rekening om een zo juist mogelijk resultaat te krijgen. (1) Voor oppervlakteberekening met functies die op het interval [a, b] ook negatief zijn, integreert u het positief en het negatief deel apart en voegt u daarna de resultaten samen.
  • Pagina 103 2-5-10 Numerieke berekeningen k k k k k Berekenen van een sommatie (Σ) [OPTN]-[CALC]-[Σ ] Om een sommatie (Σ) te berekenen, werkt het toestel met de formule: α β K4(CALC)6(g)3(Σ( ) β Σ Σ , k, α , β , n) +..+ α...
  • Pagina 104: Toepassingen Met Sommaties (Σ)

    2-5-11 Numerieke berekeningen u Toepassingen met sommaties (Σ) • Sommaties (Σ) kunt u optellen, van elkaar aftrekken, met elkaar vermenigvuldigen, door elkaar delen. Σ Σ k = 1 k = 1 Uitdrukkingen: – T , etc. Mogelijke bewerkingen: • Sommaties (Σ) kunt u invoeren in optellingen, aftrekkingen, vermenigvuldigingen, delingen en in het argument van functies.
  • Pagina 105: Berekeningen Van Een Extremum

    2-5-12 Numerieke berekeningen k Berekeningen van een extremum [OPTN]-[CALC]-[FMin]/[FMax] < < Om een extremum (maximum/minimum) in een gegeven interval te berekenen, werkt het toestel met de formules: u u u u u Voor een minimum K4(CALC)6(g)1(FMin) f(x) , (a: Beginpunt van het interval, b: Eindpunt van het interval, n: Nauwkeurigheid (n = 1 tot 9)) u u u u u Voor een maximum K4(CALC)6(g)2(FMax) f(x),...
  • Pagina 106 2-5-13 Numerieke berekeningen Voorbeeld 2 Bereken voor de volgende functie het maximum voor het interval dat begint bij a = 0 en eindigt bij b = 3, met een nauwkeurigheid van n = 6 y = –x + 2x + 2 f(x) Invoer van de functie AK4(CALC)6(g)2(FMax) -vx+cv+c,...
  • Pagina 107: Rekenen Met Complexe Getallen

    2-6-1 Rekenen met complexe getallen 2-6 Rekenen met complexe getallen De hoofdbewerkingen met complexe getallen (optellen ,aftrekken, vermenigvuldigen, delen) worden ingevoerd zoals bij manuele berekeningen (zie pagina 2-1-1 en 2-4-7). U kunt ook haakjes invoeren en gebruikmaken van het geheugen voor het laatste resultaat. U kunt rekenen met complexe getallen door de optie Complex Mode in het configuratiescherm als volgt te veranderen.
  • Pagina 108 2-6-2 Rekenen met complexe getallen k k k k k De hoofdbewerkingen [OPTN]-[CPLX]-[i] De hoofdbewerkingen met complex getallen worden ingevoerd zoals bij manuele berekeningen. U kunt zelfs haakjes invoeren en gebruikmaken van het geheugen voor het laatst resultaat. (1 + 2i) + (2 + 3i) Voorbeeld 1 AK3(CPLX) (b+c1(...
  • Pagina 109 2-6-3 Rekenen met complexe getallen k k k k k Modulus en argument [OPTN]-[CPLX]-[Abs]/[Arg] Het toestel gaat ervan uit dat een complex getal kan afgebeeld worden als coördinaat op een vlak van Gauss, en berekent de waarde Z en het argument (arg). Berken de modulus (r) en het argument ( θ...
  • Pagina 110 2-6-4 Rekenen met complexe getallen k k k k k Bepaling van het reëel deel en van de coëfficiënt van het imaginair deel van een complex getal [OPTN]-[CPLX]-[ReP]/[lmP] In het voorbeeld ziet u hoe u het reëel deel en de coëfficiënt van het imaginair deel bepaalt van het complex getal Voorbeeld Bepaal het reëel deel en de coëfficiënt van het imaginair deel van het...
  • Pagina 111 2-6-5 Rekenen met complexe getallen k k k k k Omzetting van poolcoördinaten en cartesische coördinaten ∠ θ ]/[ [OPTN]-[CPLX]-[ ' ' ' ' ' ' ' ' ' ' Ga als volgt te werk om een complex getal in cartesische coördinaten om te zetten in poolcoördinaten en omgekeerd.
  • Pagina 112: Berekeningen Met Gehele Getallen In Het Twee-, Acht-, Tien- En Zestientallige Talstelsel

    2-7-1 Rekenen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelsel 2-7 Berekeningen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelsel U kunt in de modus RUN MAT via de instellingen voor de andere talstelsels berekeningen •...
  • Pagina 113 2-7-2 Rekenen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelsel • De grenzen waarbinnen de getallen voor deze talstelsels kunnen vallen, zijn de volgende. Tweetallig Positief: 0 < < 111111111111111 Negatief: 1000000000000000 < < 1111111111111111 Achttallig Positief: 0 < <...
  • Pagina 114 2-7-3 Rekenen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelsel k k k k k Instellen van een talstelsel U kunt het tien-, zestien-, twee- of achttallig talstelsel instellen in het configuratiescherm. u u u u u Een getal in een bepaald talstelsel invoeren U kunt voor elk ingevoerd getal het talstelsel kiezen.
  • Pagina 115: Logische Bewerkingen

    2-7-4 Rekenen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelsel × ABC Voorbeeld 2 Bereken 123 als het ingestelde talstelsel tien- of zestientallig is !m(SET UP)c2(Dec)J A1(d~o)4(o)bcd* 2(h)ABC* J3(DISP)2( ' ' ' ' ' Hex)w k k k k k Tegengestelden en logische bewerkingen Als één van de talstelsels is ingesteld, drukt u op 2(LOG) om een menu met tegengestelden en logische operatoren op te roepen.
  • Pagina 116: Omzetten Van Talstelsels

    2-7-5 Rekenen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelsel Voorbeeld 2 Voer in en laat achttallig uitvoeren “36 or 1110 ” !m(SET UP)c5(Oct)J Adg2(LOG) 4(or)J1(d~o)3(b) bbbaw Voorbeeld 3 Bepaal de negatie van 2FFFED !m(SET UP)c3(Hex)J A2(LOG)2(Not) cFFFED* Omzetten van talstelsels Druk op 3(DISP) om een menu met omzettingsfuncties voor talstelsels te openen.
  • Pagina 117: Matrixrekenen

    2-8-1 Matrixrekenen 2-8 Matrixrekenen MAT en druk op 1('MAT) om Kies vanuit het hoofdmenu de modus RUN • matrixberekeningen uit te voeren. Het toestel kan dankzij 26 geheugens voor matrices (van Mat A tot Mat Z) plus een geheugen voor de laatste matrix (MatAns) om de volgende bewerkingen met matrices uit te voeren.
  • Pagina 118: Matrices Invoeren En Bewerken

    2-8-2 Matrixrekenen k Matrices invoeren en bewerken Druk op 1('MAT) om het scherm Matrix Editor weer te geven. Met de Matrix Editor kunt u matrices invoeren en bewerken. matrix m × n … m (rij) × n (kolom) None… geen matrix ingesteld •...
  • Pagina 119: Elk Element Van Een Matrix Een Waarde Toekennen

    2-8-3 Matrixrekenen u Elk element van een matrix een waarde toekennen Voorbeeld Voer in de matrix B de volgende gegevens in: 1 2 3 4 5 6 De volgende bewerking is het vervolg van het rekenvoorbeeld op de vorige pagina. bwcwdw ewfwgw (Het gegeven wordt ingevoerd in het...
  • Pagina 120: Wissen Van Een Matrix

    2-8-4 Matrixrekenen Wissen van een matrix U kunt één bepaalde matrix apart of alle matrices tegelijk wissen. u Een bepaalde matrix wissen 1. Als de Matrix Editor op het scherm staat, kunt u met f en c de matrix aanklikken die u wilt wissen.
  • Pagina 121: Bewerkingen Op De Elementen Van Een Matrix

    2-8-5 Matrixrekenen k Bewerkingen op de elementen van een matrix Ga als volgt te werk om bewerkingen op de elementen van een matrix uit te voeren. 1. Als de Matrix Editor op het scherm staat, kunt u met f en c de matrix aanklikken die u wilt bewerken.
  • Pagina 122 2-8-6 Matrixrekenen u u u u u Een rij met een getal vermenigvuldigen Voorbeeld Vermenigvuldig in de volgende matrix de rij 2 met 4: Matrix A = 1(R-OP)2(×Rw) Voer het vermenigvuldigtal in. Voer het rijnummer in. 6(EXE) (ofw) u u u u u Een rij vervangen door de som van die rij en het product van een andere rij en een getal Voorbeeld Vervang in de volgende matrix rij 3 door de som van rij 3 en het...
  • Pagina 123: Bewerkingen Met Rijen

    2-8-7 Matrixrekenen u Een rij vervangen door de som van die rij en een andere rij Voorbeeld Vervang in de volgende matrix rij 3 door de som van rij 3 en rij 2: Matrix A = 1(R-OP)4(Rw+) Voer het rijnummer van de op te tellen rij in. Voer het rijnummer in van de rij die moet vervangen worden.
  • Pagina 124: Een Rij Invoegen

    2-8-8 Matrixrekenen u Een rij invoegen Voorbeeld Voeg in de volgende matrix een rij in tussen rij 1 en rij 2: Matrix A = 2(ROW)2(INS) u Een rij toevoegen Voorbeeld Voeg aan de volgende matrix onder rij 3 een rij toe: Matrix A = 2(ROW)3(ADD) 20050301...
  • Pagina 125: Bewerking Met Kolommen

    2-8-9 Matrixrekenen Bewerking met kolommen • {DEL} ... {om een kolom te wissen} • {INS} ... {om een kolom in te voegen} • {ADD} ... {om een kolom toe te voegen} u Een kolom wissen Voorbeeld Wis in de volgende matrix kolom 2: Matrix A = 3(COL)1(DEL) u Een kolom invoegen...
  • Pagina 126: Een Kolom Toevoegen

    2-8-10 Matrixrekenen u Een kolom toevoegen Voorbeeld Voeg aan de volgende matrix rechts van kolom 2 een nieuwe kolom toe: Matrix A = 3(COL)3(ADD) k Een matrix bewerken met matrixcommando’s [OPTN]-[MAT] u Matrixcommando’s oproepen 1. Kies in het hoofdmenu de modus RUN MAT.
  • Pagina 127 2-8-11 Matrixrekenen Gegevens invoeren in een matrix met het Mat-commando [OPTN]-[MAT]-[Mat] Als u het Mat-commando gebruikt om gegevens in te voeren in een matrix die u aan het opmaken bent, dan dient u te weten dat het toestel voor deze invoer het formaat verwacht dat hierna volgt.
  • Pagina 128: Een Eenheidsmatrix Opmaken

    2-8-12 Matrixrekenen u Een eenheidsmatrix opmaken [OPTN]-[MAT]-[Iden] Gebruik het Iden-commando om een eenheidsmatrix aan te maken. Voorbeeld 2 Maak van matrix A een 3 × 3 eenheidsmatrix K2(MAT)6(g)1(Iden) da6(g)1(Mat)av(A)w Aantal rijen en kolommen u De dimensies van een matrix controleren [OPTN]-[MAT]-[Dim] Gebruik het Dim-commando om de dimensies van een bestaande matrix te controleren.
  • Pagina 129 2-8-13 Matrixrekenen Een matrix bewerken met matrixcommando’s Met de matrixcommando’s kunt u ook waarden toekennen aan een element van een matrix, de waarde van een element van een matrix oproepen, alle elementen van een matrix dezelfde waarde toekennen, twee matrices aaneenvoegen en een matrixkolom wegschrijven in een lijst.
  • Pagina 130 2-8-14 Matrixrekenen u u u u u Alle elementen van een matrix dezelfde waarde toekennen [OPTN]-[MAT]-[Fill]/[Aug] Gebruik het Fill-commando om aan alle elementen van een matrix dezelfde waarde toe te kennen. Gebruik het Augment-commando om twee matrices samen te voegen tot één matrix.
  • Pagina 131 2-8-15 Matrixrekenen u u u u u Een matrixkolom wegschrijven in een lijst [OPTN]-[MAT]-[M → L] Gebruik het Mat→List-commando om een kolommatrix weg te schrijven in een lijst. Mat → List (Mat X, ) → List X = naam van de matrix (A tot Z, of Ans) = kolomnummer = nummer van de lijst Voorbeeld...
  • Pagina 132 2-8-16 Matrixrekenen k Matrixrekenen [OPTN]-[MAT] Via het menu met matrixcommando’s kunt u matrixberekeningen uitvoeren. u De matrixcommando’s oproepen 1. Kies in het hoofdmenu de modus RUN MAT. • 2. Druk vervolgens op K om het optiemenu weer te geven. 3. Druk nu op 2(MAT) om het menu met matrixcommando’s te openen. In deze paragraaf worden alleen de matrixcommando’s behandeld die dienen voor het matrixrekenen.
  • Pagina 133: Rekenkundige Bewerkingen Met Matrices

    2-8-17 Matrixrekenen Rekenkundige bewerkingen met matrices [OPTN]-[MAT]-[Mat]/[Iden] Voorbeeld 1 Tel matrix A en matrix B op (matrix A + matrix B): AK2(MAT)1(Mat)av(A)+ 1(Mat)al(B)w Voorbeeld 2 Vermenigvuldig het getal 5 met de volgende matrix: Matrix A = AfK2(MAT)1(Mat) av(A)w Voorbeeld 3 Vermenigvuldig de twee matrices uit voorbeeld 1 met elkaar (Matrix A ×...
  • Pagina 134: Getransponeerde Van Een Matrix

    2-8-18 Matrixrekenen Determinant [OPTN]-[MAT]-[Det] Voorbeeld Bereken de determinant van de volgende matrix: Matrix A = –1 –2 K2(MAT)3(Det)1(Mat) av(A)w Getransponeerde van een matrix [OPTN]-[MAT]-[Trn] Een matrix is getransponeerd als zijn rijen kolommen worden en zijn kolommen rijen. Voorbeeld Bereken de getransponeerde matrix van de volgende matrix: Matrix A = K2(MAT)4(Trn)1(Mat) av(A)w...
  • Pagina 135: Inverse Van Een Matrix

    2-8-19 Matrixrekenen Inverse van een matrix [OPTN]-[MAT]-[x –1 Voorbeeld Bereken de inverse matrix van de volgende matrix: Matrix A = K2(MAT)1(Mat) av(A)!) ( –1 Kwadraat van een vierkante matrix [OPTN]-[MAT]-[x Voorbeeld Kwadrateer de volgende matrix: Matrix A = K2(MAT)1(Mat)av(A)xw # Een inverse matrix heeft de volgende # Alleen van een vierkante matrix (zelfde aantal eigenschap: rijen en kolommen) kan een inverse berekend...
  • Pagina 136: Macht Van Een Matrix

    2-8-20 Matrixrekenen Macht van een matrix [OPTN]-[MAT]-[ ] Voorbeeld Bereken de derde macht van de volgende matrix: Matrix A = K2(MAT)1(Mat)av(A) In een matrix alle elementen vervangen door hun absolute waarde, door hun geheel deel, door hun decimaal deel, of door hun grootste geheel deel dat niet groter is dan het originele element [OPTN]-[NUM]-[Abs]/[Frac]/[Int]/[Intg] Voorbeeld...
  • Pagina 137 2-8-21 Matrixrekenen k Matrixrekenen met natuurlijke schrijfwijze u De dimensies van een matrix vastleggen MAT op !m(SET UP)1(Math)J. 1. Druk in de modus RUN • 2. Druk op 4(MATH) om het menu MATH te openen. 3. Druk op 1(MAT) om het volgende menu te openen. •...
  • Pagina 138 2-8-22 Matrixrekenen u Elk element van een matrix een waarde toekennen Voorbeeld Voer de onderstaande berekening uit × 8 De volgende bewerking is het vervolg van het rekenvoorbeeld op de vorige pagina. be$bcceedde $bdceee!x( eege*iw u Een matrix die in natuurlijke schrijfwijze is opgemaakt aan een matrix in de modus MAT toewijzen Voorbeeld Wijs het resultaat toe aan Mat J...
  • Pagina 139: Hoofdstuk 3 Lijsten

    Hoofdstuk Lijsten Een lijst is een opslagplaats voor diverse gegevensitems. Met deze rekenmachine kunt u in zes bestanden telkens zes lijsten opslaan. De inhoud van deze lijsten kunt u gebruiken in rekenkundige bewerkingen, in berekeningen met statistieken en ook nog bij het werken met grafieken. Elementnummer Weergavevenster Element...
  • Pagina 140: Een Lijst Invoeren En Wijzigen

    3-1-1 Een lijst invoeren en wijzigen 3-1 Een lijst invoeren en wijzigen Als u de modus STAT kiest, krijgt u eerst de “List Editor” te zien. Met de List Editor kunt u gegevens in een lijst invoeren en diverse andere bewerkingen op de gegevens in een lijst uitvoeren.
  • Pagina 141 3-1-2 Een lijst invoeren en wijzigen u u u u u Een reeks getallen invoeren 1. Gebruik de cursortoetsen om de lijstnaam aan te klikken. 2. Druk op !*( { ), en voer daarna de gewenste getallen in, maar druk telkens op , tussen twee getallen.
  • Pagina 142 3-1-3 Een lijst invoeren en wijzigen k k k k k De getallen van een lijst veranderen u u u u u De waarde van een element wijzigen Gebruik de cursortoetsen om het element aan te klikken waarin u een wijziging wilt aanbrengen.
  • Pagina 143 3-1-4 Een lijst invoeren en wijzigen u u u u u Alle elementen van een lijst wissen Ga als volgt te werk om alle elementen van een lijst te wissen. 1. Gebruik de cursortoetsen om de lijstnaam aan te klikken van de lijst waarin u alle elementen wilt wissen.
  • Pagina 144 3-1-5 Een lijst invoeren en wijzigen k k k k k De getallen van een lijst ordenen Aan List 1 tot List 26 kunt u subnamen toekennen van elk acht bytes. u u u u u Een lijst benoemen 1. Selecteer in het configuratiescherm “Sub Name” en druk daarna op 1(On)J. 2.
  • Pagina 145 3-1-6 Een lijst invoeren en wijzigen k k k k k De getallen van een lijst ordenen De getallen in een lijst kunt u in stijgende of in dalende grootte ordenen. Bij dit ordenen heeft de plaats van de cursor op het scherm geen enkel belang. u u u u u Eén lijst ordenen zonder de andere lijsten te veranderen Stijgende grootte 1.
  • Pagina 146 3-1-7 Een lijst invoeren en wijzigen u u u u u Eén lijst ordenen én de ermee samenhangende lijsten mee veranderen Wanneer lijsten met elkaar in relatie staan, is het handig dat deze relatie bewaard blijft. Daarom beschikt u ook over de mogelijkheid om één lijst te ordenen en de andere lijsten zó mee te veranderen dat de rijen van die lijsten onveranderd blijven.
  • Pagina 147 3-1-8 Een lijst invoeren en wijzigen Dalende grootte Hiervoor werkt u op dezelfde wijze als voor stijgende grootte, maar druk op 2(SRT D) in plaats van op 1(SRT • • # U kunt tot zes lijsten ineens herordenen. Dezelfde foutmelding krijgt u ook als u in dezelfde ordeningsoperatie lijsten met een # Als u eenzelfde lijst meer dan één keer vernoemt verschillende lengte gebruikt.
  • Pagina 148: Bewerken Van De Gegevens Van Een Lijst

    3-2-1 Bewerken van de gegevens van een lijst 3-2 Bewerken van de gegevens van een lijst De getallen van een lijst kunnen gebruikt worden in rekenkundige bewerkingen en in berekeningen met functies. Bovendien kunt u op de lijstgetallen zelf ook een aantal berekeningen uitvoeren.
  • Pagina 149 3-2-2 Bewerken van de gegevens van een lijst u Het aantal getallen van een lijst bepalen [OPTN]-[LIST]-[Dim] K1(LIST)3(Dim)1(List) <lijstnummer 1-26> w • Het aantal getallen van een lijst wordt ook “dimensie” genoemd. Voorbeeld Bepaal het aantal elementen van List 1 (36, 16, 58, 46, 56) AK1(LIST)3(Dim) 1(List)bw u Een lijst opmaken en het aantal elementen van die lijst vastleggen...
  • Pagina 150: Een Reeksgetallenin Een Lijst Invoeren

    3-2-3 Bewerken van de gegevens van een lijst Maak een matrix op met 2 rijen × 3 kolommen (alle elementen waarde Voorbeeld 0), en sla die op in A A!*( { )c,d!/( } )a K1(LIST)3(Dim) K2(MAT)1(Mat)av(A)w Ziehier het resultaat: u Alle getallen van een lijst door eenzelfde getal vervangen [OPTN]-[LIST]-[Fill] K1(LIST)4(Fill) <waarde>,1(List) <lijstnummer 1-26>)w Voorbeeld...
  • Pagina 151 3-2-4 Bewerken van de gegevens van een lijst u Het kleinste the getal van een lijst opzoeken [OPTN]-[LIST]-[Min] K1(LIST)6(g)1(Min)6(g)6(g)1(List) <lijstnummer 1-26> )w Voorbeeld Zoek het minimum in List 1 (36, 16, 58, 46, 56) AK1(LIST)6(g)1(Min) 6(g)6(g)1(List)b)w u Het grootste getalvan een lijst opzoeken [OPTN]-[LIST]-[Max] Ga te werk zoals voor het zoeken van het minimum (Min), maar druk op 6(g)2(Max) in plaats van op 6(g)1(Min).
  • Pagina 152 3-2-5 Bewerken van de gegevens van een lijst u Het gemiddelde van de getallen van een lijst berekenen [OPTN]-[LIST]-[Mean] K1(LIST)6(g)3(Mean)6(g)6(g)1(List) <lijstnummer 1-26>)w Voorbeeld Bereken het gemiddelde van List 1 (36, 16, 58, 46, 56) AK1(LIST)6(g)3(Mean) 6(g)6(g)1(List)b)w u Het gemiddelde van de getallen van een lijst berekenen als aan die getallen een frequentie is toegekend [OPTN]-[LIST]-[Mean] Deze bewerking gebruikt twee lijsten: de lijst met de getalwaarden en die met de frequentie...
  • Pagina 153: De Som Van De Getallen Van Een Lijst Berekenen

    3-2-6 Bewerken van de gegevens van een lijst u De mediaan van de getallen van een lijst berekenen als aan die getallen een frequentie is toegekend [OPTN]-[LIST]-[Med] Deze bewerking gebruikt twee lijsten: de lijst met de getalwaarden en die met de frequentie van elke waarde.
  • Pagina 154: Hetproduct Van De Getallen Van Een Lijst Berekenen

    3-2-7 Bewerken van de gegevens van een lijst u Hetproduct van de getallen van een lijst berekenen [OPTN]-[LIST]-[Prod] K1(LIST)6(g)6(g)2(Prod)6(g)1(List)<lijstnummer 1-26>w Voorbeeld Bereken het product van List 1 (2, 3, 6, 5, 4) AK1(LIST)6(g)6(g)2(Prod) 6(g)1(List)bw u De cumulatieve frequentie van elk getal van een lijst berekenen [OPTN]-[LIST]-[Cuml] K1(LIST)6(g)6(g)3(Cuml)6(g)1(List) <lijstnummer 1-26>w •...
  • Pagina 155: Eenlijstmaken Van De Verschillen Tussen Opeenvolgende Getallen Van Een

    3-2-8 Bewerken van de gegevens van een lijst Voorbeeld Bereken de procentuele waarde van elk getal van List 1 (2, 3, 6, 5, 4) AK1(LIST)6(g)6(g)4(%) 6(g)1(List)bw 2/(2+3+6+5+4) × 100 = 3/(2+3+6+5+4) × 100 = 6/(2+3+6+5+4) × 100 = 5/(2+3+6+5+4) × 100 = 4/(2+3+6+5+4) ×...
  • Pagina 156: Rekenkundigebewerkingen Met Lijsten

    3-3-1 Rekenkundige bewerkingen met lijsten 3-3 Rekenkundigebewerkingen met lijsten In rekenkundige bewerkingen kunt u ook met lijsten werken. Geheugen voor de laatste lijst Het resultaat wordt ook opgeslagen − Lijst Lijst Lijst in het geheugen voor de × Getal Getal ÷...
  • Pagina 157: Rechtstreekseen Lijst Getallen Invoeren

    3-3-2 Rekenkundige bewerkingen met lijsten u Rechtstreekseen lijst getallen invoeren Om rechtstreeks in te voeren gebruikt u {, }, en ,. Voorbeeld 1 Voer de volgende getallen in een lijst in: 56, 82, 64 !*( { )fg,ic, ge!/( } ) Voorbeeld 2 Vermenigvuldig List 3 met de lijst K1(LIST)1(List)d*!*( { )g,a,e!/( } )w...
  • Pagina 158: Lijstgetallen Oproepen In Een Specifiek Lijstelement

    3-3-3 Rekenkundige bewerkingen met lijsten u Lijstgetallen oproepen in een specifiek lijstelement U kunt het getal in een specifiek lijstelement oproepen en in een berekening gebruiken. Geef het elementnummer op door dit tussen vierkante haken te plaatsen. Voorbeeld Bereken de sinus van het getal opgeslagen in het derde element van List 2 sK1(LIST)1(List)c!+( [ )d!-( ] )w u Eengetal invoeren in een element van een lijst...
  • Pagina 159: Grafische Voorstelling Van Een Functie Vertrekkend Van Een Lijst

    3-3-4 Rekenkundige bewerkingen met lijsten k Grafische voorstelling van een functie vertrekkend van een lijst Met behulp van de grafische functies van het toestel kunt u een functie invoeren van het type Y1 = List1 X. Als List1 de getallen 1, 2, 3 bevat, zal deze functie drie grafieken opleveren: Y = X, Y = 2X en Y = 3X.
  • Pagina 160: Wetenschappelijke Berekeningen Met Lijsten

    3-3-5 Rekenkundige bewerkingen met lijsten 5. Druk op bw. 6. Open de modus STAT en controleer of de kolom Y1 in de modus TABLE gekopieerd is naar List1. k Wetenschappelijke berekeningen met lijsten Lijsten kunt u in wetenschappelijke berekeningen op dezelfde manier gebruiken als getallen. Is het resultaat van zo'n berekening een lijst, dan wordt deze lijst opgeslagen in het geheugen voor de laatste lijst (ListAns).
  • Pagina 161: Bestanden Met Lijsten

    3-4-1 Bestanden met lijsten 3-4 Bestanden met lijsten U kunt een volledige set met lijsten (List 1 tot List 26) opslaan in één bestand (File 1 tot File 6). Hebt u deze bestanden gemaakt, dan kunt u op een eenvoudige manier van bestand veranderen.
  • Pagina 162: Hoofdstuk 4 Oplossen Van Vergelijkingen

    Hoofdstuk Oplossen van vergelijkingen Dit toestel kan ook vergelijkingen oplossen, namelijk: • Stelsels eerstegraadsvergelijkingen • Tweede- en derdegraadsvergelijkingen • Gebruik van de vergelijkingoplosser Kies in het hoofdmenu de modus EQUA. • {SIML} ... {stelsels eerstegraadsvergelijkingen met 2 tot 6 onbekenden} •...
  • Pagina 163: Stelsels Eerstegraadsvergelijkingen

    4-1-1 Stelsels eerstegraadsvergelijkingen 4-1 Stelsels eerstegraadsvergelijkingen Beschrijving Met dit toestel kunt u stelsels eerstegraadsvergelijkingen met twee tot zes onbekende oplossen. • Stelsels eerstegraadsvergelijkingen met twee onbekenden: • Stelsels eerstegraadsvergelijkingen met drie onbekenden: Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus EQUA. Uitvoering 2.
  • Pagina 164 4-1-2 Stelsels eerstegraadsvergelijkingen Voorbeeld Los de volgende stelsels eerstegraadsvergelijkingen op voor , en – 2 = – 1 – 5 = – 7 Werkwijze 1 m EQUA 2 1(SIML) 2(3) 3 ewbw-cw-bw bwgwdwbw -fwewbw-hw 4 1(SOLV) Resultaatscherm # Inwendig wordt gerekend met een mantisse Dit heeft natuurlijk tot gevolg dat voor van 15 cijfers, de weergave gebeurt echter coëfficiënten die bij na 0 zijn, in de inverse...
  • Pagina 165: Tweede- En Derdegraadsvergelijkingen

    4-2-1 Tweede- en derdegraadsvergelijkingen 4-2 Tweede- en derdegraadsvergelijkingen Beschrijving Met dit toestel kunt u ook tweede- en derdegraadsvergelijkingen oplossen. • Tweedegraadsvergelijking: (a ≠ + bx + c = • Derdegraadsvergelijking: (a ≠ + bx + cx + d = Instelling 1.
  • Pagina 166 4-2-2 Tweede- en derdegraadsvergelijkingen Voorbeeld Los de volgende derdegraatsvergelijking op (hoekeenheid = Rad) – 2 – + 2 = 0 Werkwijze 1 m EQUA 2 2(POLY) 2(3) 3 bw-cw-bwcw 4 1(SOLV) Resultaatscherm Meerdere oplossingen (bijvoorbeeld: + 1 = 0) Oplossing met een complex getal (bijvoorbeeld: + 2 = 0) De modus COMPLEX: Real (pagina 1-7-2)
  • Pagina 167: Gebruik Van De Vergelijkingoplosser

    4-3-1 Gebruik van de vergelijkingoplosser 4-3 Gebruik van de vergelijkingoplosser Beschrijving Het toestel kan de waarde van een variabele in een formule berekenen zonder dat u de formule eerst moet omwerken. Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus EQUA. Uitvoering 2.
  • Pagina 168 4-3-2 Gebruik van de vergelijkingoplosser Voorbeeld Een voorwerp dat omhoog geschoten wordt tegen beginsnelheid V heeft tijd T nodig om hoogte H te bereiken. Gebruik de volgende formule om de beginsnelheid V te berekenen wanneer H = 14 (meter), T = 2 (seconden) en de zwaartekrachtversnelling G = 9,8 (m/s H = VT –...
  • Pagina 169: Wat Te Doen Bij Een Fout

    4-4-1 Wat te doen bij een fout? 4-4 Wat te doen bij een fout? u Fout gemaakt tijdens het invoeren van een coëfficiënt Druk op J om de foute coëfficiënt te wissen en probeer de goede coëfficiënt in te voeren. u Fout tijdens een berekening Druk op J om de fout te wissen en terug te gaan naar het scherm met de coëfficiënten.
  • Pagina 170: Hoofdstuk 5 Grafieken

    Hoofdstuk Grafieken In punt 5-1 en 5-2 van dit hoofdstuk vindt u basisinformatie die u nodig hebt om een grafiek te tekenen. In de andere punten vindt u uitleg bij meer geavanceerde grafische functies en grafiekvoorschriften. Selecteer in het hoofdmenu het pictogram voor het grafiek- of tabeltype dat u respectievelijk wilt tekenen of maken.
  • Pagina 171: Voorbeeldgrafieken

    5-1-1 Voorbeeldgrafieken 5-1 Voorbeeldgrafieken k k k k k Een gewone grafiek tekenen (1) Beschrijving U tekent een grafiek door het voorschrift in te voeren. Instelling 1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH. Uitvoering 2. Geef het voorschrift op waarvan u een grafiek wilt tekenen. Gebruik hier het scherm met het weergavemenu om het interval en de andere parameters van de grafiek op te geven.
  • Pagina 172 5-1-2 Voorbeeldgrafieken Voorbeeld Teken de grafiek van Werkwijze 1 m GRAPH 2 dvxw 3 6(DRAW) (of w) Resultaatscherm # Druk terwijl een grafiek op het scherm staat op A om terug te keren naar het scherm in stap 2. 20050301...
  • Pagina 173 5-1-3 Voorbeeldgrafieken k k k k k Een gewone grafiek tekenen (2) Beschrijving U kunt maximaal 20 voorschriften in het geheugen opslaan en het gewenste voorschrift selecteren om de grafiek ervan te tekenen. Instelling 1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH. Uitvoering 2.
  • Pagina 174 5-1-4 Voorbeeldgrafieken Voorbeeld Voer de onderstaande voorschriften in en teken de bijbehorende 2 = 3sin2 θ grafieken Y1 = 2 – 3, Werkwijze 1 m GRAPH 2 3(TYPE)1(Y=)cvx-dw 3(TYPE)2(r=)dscvw 3 6(DRAW) Resultaatscherm (Waarin x en y afhangen (Ongelijkheid) van een parameter) 20050301...
  • Pagina 175 5-1-5 Voorbeeldgrafieken k k k k k Een gewone grafiek tekenen (3) Beschrijving Ga als volgt te werk om de grafiek te tekenen van het voorschrift van een parabool, cirkel, ellips, of hyperbool. Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus CONICS. Uitvoering 2.
  • Pagina 176 5-1-6 Voorbeeldgrafieken Voorbeeld Teken de grafiek van de cirkel (X–1) + (Y–1) Werkwijze 1 m CONICS 2 ccccw 3 bwbwcw 4 6(DRAW) Resultaatscherm (Parabool) (Ellips) (Hyperbool) 20050301...
  • Pagina 177 5-1-7 Voorbeeldgrafieken k k k k k Een gewone grafiek tekenen (4) Beschrijving U kunt desgewenst de lijnstijl voor de grafiek opgeven. Instelling 1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH. Uitvoering 2. Geef het voorschrift op waarvan u een grafiek wilt tekenen. Gebruik het scherm met het weergavemenu om het interval en de andere parameters van de grafiek op te geven.
  • Pagina 178 5-1-8 Voorbeeldgrafieken Voorbeeld Teken de grafiek van Werkwijze 1 m GRAPH 2 3(TYPE)1(Y=)dvxw 3 f4(STYL)3( 4 6(DRAW) (of w) Resultaatscherm (Normaal) (Dikke lijn) (Stippellijn) 20050301...
  • Pagina 179: Controleren Wat Op Een Grafisch Scherm Wordt Weergegeven

    5-2-1 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven 5-2 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven k k k k k Instellen van het weergavevenster (V-Window) Gebruik het scherm met het weergavemenu om het bereik van de - en -assen te definiëren en om de schaal op elke as te regelen.
  • Pagina 180: Waarop U Moet Letten Bij Het Instellen Van Het Weergavevenster (V-Window)

    5-2-2 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven u Waarop u moet letten bij het instellen van het weergavevenster (V-Window) • Als u 0 invoert voor de stapwaarde van T θ , verschijnt een foutmelding. • Als u een ongeldig getal invoert (getal buiten het interval, minteken zonder getal, etc.), verschijnt een foutmelding.
  • Pagina 181: Het Weergavevenster (Opnieuw) Initialiseren

    5-2-3 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven k k k k k Initialisatie en standaardinstelling van het weergavevenster u Het weergavevenster (opnieuw) initialiseren 1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH. 2. Druk op !3(V-WIN). Het scherm met de vensterinstelling wordt weergegeven. 3.
  • Pagina 182: De Instellingen Voor Het Weergavevenster Opslaan

    5-2-4 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven k k k k k Geheugen van het weergavevenster U kunt maximaal zes sets met instellingen voor het weergavevenster in het geheugen opslaan om ze later opnieuw te gebruiken. u De instellingen voor het weergavevenster opslaan 1.
  • Pagina 183 5-2-5 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven k k k k k Het grafiekinterval opgeven Beschrijving U kunt een interval (beginpunt, eindpunt) opgeven voordat u de grafiek van een voorschrift tekent. Instelling 1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH. 2.
  • Pagina 184 5-2-6 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven – 2 in het interval – 2 < < 4 Voorbeeld Teken de grafiek Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = – 3, Xmax = 5, Xscale = 1 Ymin = –...
  • Pagina 185 5-2-7 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven k k k k k Zoomen Beschrijving Zoomen laat je toe om een deel van een getekende grafiek te vergroten of te verkleinen. Instelling 1. Teken de grafiek. Uitvoering 2. Geef het zoomtype op. !2(ZOOM)1(BOX) ...
  • Pagina 186 5-2-8 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven Voorbeeld Vergroot met behulp van een kader een deel van de grafiek met voorschrift + 5)( + 4)( + 3). Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = – 8, Xmax = 8, Xscale = 2 Ymin = –...
  • Pagina 187 5-2-9 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven k k k k k Uit- of inzoomen volgens vastgelegde factoren Beschrijving U kunt een grafiek vergroten of verkleinen volgens vastgelegde factoren en met als centrum de plaats van de cursor. Instelling 1.
  • Pagina 188 5-2-10 Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven Voorbeeld Vergroot de grafieken van de twee onderstaande uitdrukkingen met factor 5 op de - en -as om te controleren of deze grafieken elkaar raken. Y1 = ( + 4)( + 1)( –...
  • Pagina 189: Een Grafiek Tekenen

    5-3-1 Een grafiek tekenen 5-3 Een grafiek tekenen U kunt maximaal 20 voorschriften van grafieken in het geheugen opslaan. In het geheugen opgeslagen voorschriften kunt u wijzigen, oproepen en de grafiek ervan tekenen. k k k k k Het grafiektype opgeven Voordat u een grafiekvoorschrift in het geheugen kunt opslaan, moet u eerst het grafiektype opgeven.
  • Pagina 190: Een Voorschrift In Poolcoördinaten Opslaan

    5-3-2 Een grafiek tekenen u Een voorschrift in poolcoördinaten opslaan ( =) * = 5 sin3 θ Voorbeeld Sla het volgende voorschrift op in de geheugenzone 3(TYPE)2( =) (Definieert het voorschrift in poolcoördinaten) fsdv(Invoer van het voorschrift) w(Opslaan van het voorschrift) u Een voorschrift opslaan waarin x en y afhangen van een parameter * Voorbeeld Sla de volgende voorschriften op de geheugenzones Xt3 en Yt3:...
  • Pagina 191: Een Samengesteld Voorschrift Maken

    5-3-3 Een grafiek tekenen u Een voorschrift X = constant opslaan * Voorbeeld Sla het volgende voorschrift op in de geheugenzone X4: X = 3 3(TYPE)4(X=c) (Definieert het voorschrift X = constant) d(Invoer van het voorschrift) w(Opslaan van het voorschrift) , of θ...
  • Pagina 192 5-3-4 Een grafiek tekenen u Waarden toewijzen aan de coëfficiënten en variabelen van een grafiekvoorschrift Voorbeeld Wijs de waarden -1, 0, en 1 toe aan variabele A in Y = AX -1, en teken voor elke waarde een grafiek 3(TYPE)1(Y=) av(A)vx-bw J4(GRPH)1(Y)b(av(A) !.(=)-b)w...
  • Pagina 193 5-3-5 Een grafiek tekenen • Als u geen naam van de variabele opgeeft (variabele A in de bovenstaande toetsoperatie), gebruikt de rekenmachine automatisch een van de onderstaande standaardvariabelen. De gebruikte standaardvariabele hangt af van het type geheugenzone waar u het grafiekvoorschrift opslaat.
  • Pagina 194 5-3-6 Een grafiek tekenen k k k k k Voorschriften wijzigen en wissen u Een opgeslagen voorschrift wijzigen Voorbeeld Vervang de vergelijking – 5, opgeslagen in de geheugenzone Y1, door – 3 e (Doet de cursor verschijnen) eeeeeDd(Wijzigt het voorschrift) w(Slaat het nieuwe voorschrift op) u De lijnstijl van een grafiekvoorschrift wijzigen 1.
  • Pagina 195: Een Voorschrift Wissen

    5-3-7 Een grafiek tekenen u Het voorschrifttype wijzigen* 1. Druk terwijl de lijst met grafiekvoorschriften op het scherm staat op f of op c om de zone aan te klikken waar het voorschrift staat waarvan u het type wilt wijzigen. 2.
  • Pagina 196: De Status Van Het Voorschrift (Tekenen Actief/Niet-Actief) Definiëren

    5-3-8 Een grafiek tekenen k k k k k Grafiekvoorschriften selecteren u De status van het voorschrift (tekenen actief/niet-actief) definiëren 1. Gebruik op het scherm met de grafiekvoorschriften f en c om het voorschrift te kiezen waarvan u geen grafiek wilt tekenen. 2.
  • Pagina 197: Een Menu Met Voorschriften Van Grafieken Oproepen

    5-3-9 Een grafiek tekenen k k k k k Geheugen voor menu’s met voorschriften van grafieken In het (grafisch) geheugen voor menu’s met voorschriften van grafieken kunt u 20 verschillende menu’s opslaan en later opnieuw oproepen. Eén handeling volstaat om alle gegevens in zo’n menu met voorschriften van grafieken op te slaan.
  • Pagina 198: Een Grafiek In Het Grafiekgeheugen Opslaan

    5-4-1 Een grafiek in het grafiekgeheugen opslaan 5-4 Een grafiek in het grafiekgeheugen opslaan U kunt tot 20 grafische voorstellingen opslaan in de grafiekgeheugens en zo’n grafische voorstelling later opnieuw oproepen. U kunt ook boven op een grafiek die reeds op het scherm staat, zo’n opgeslagen grafische voorstelling tekenen.
  • Pagina 199: Twee Grafieken Op Hetzelfde Scherm Tekenen

    5-5-1 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen 5-5 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen k k k k k De grafiek naar het deelscherm kopiëren Beschrijving Dit toestel heeft de mogelijkheid om het scherm uit te splitsen in twee delen. In elk deelscherm kunt u een grafiek tekenen van twee verschillende voorschriften, of een grafiek op normale grootte en ernaast dezelfde grafiek uitvergroot tekenen.
  • Pagina 200 5-5-2 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen Voorbeeld Teken de grafiek van + 1)( – 1) in het hoofdscherm en in het deelscherm. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). (Hoofdscherm) Xmin = – 2, Xmax = 2, Xscale = 0,5 Ymin = –...
  • Pagina 201: Beschrijving

    5-5-3 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen k k k k k De grafiek van twee verschillende voorschriften tekenen Beschrijving Ga als volgt te werk om de grafiek van verschillende voorschriften te tekenen in het hoofdscherm en het deelscherm. Instelling 1.
  • Pagina 202 5-5-4 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen Voorbeeld Teken de grafiek van + 1)( – 1) in het hoofdscherm, en de grafiek van – 3 in het deelscherm. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). (Hoofdscherm) Xmin = – 4, Xmax = 4, Xscale = 1 Ymin = –...
  • Pagina 203 5-5-5 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen k k k k k Gebruik van de functie ZOOM om de grafiek uit te vergroten Beschrijving Ga als volgt te werk om de grafiek op het hoofdscherm uit te vergroten en naar het deelscherm te verplaatsen.
  • Pagina 204 5-5-6 Twee grafieken op hetzelfde scherm tekenen Voorbeeld Teken de grafiek van + 1)( – 1) in het hoofdscherm, en gebruik het uitzoomen van een kader om de grafiek uit te vergroten. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). (Hoofdscherm) Xmin = –...
  • Pagina 205: Manueel Tekenen Van Een Grafiek

    5-6-1 Manueel tekenen van een grafiek 5-6 Manueel tekenen van een grafiek k k k k k Grafiek met voorschrift in cartesische coördinaten Beschrijving Met het commando GRAPH in de modus RUN MAT kunt u grafieken met voorschriften in • cartesische coördinaten tekenen.
  • Pagina 206 5-6-2 Manueel tekenen van een grafiek Voorbeeld Teken de grafiek van – 4 Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 2 Ymin = –10, Ymax = 10, Yscale = 5 Werkwijze 1 m RUN •...
  • Pagina 207 5-6-3 Manueel tekenen van een grafiek k k k k k Een integraal grafisch voorstellen en berekenen Beschrijving Met het commando GRAPH in de modus RUN MAT kunt u een integraal van een functie • grafisch voorstellen. Het resultaat wordt weergegeven linksonder op het scherm, en het rekenbereik is van het type Cross Plot.
  • Pagina 208 5-6-4 Manueel tekenen van een grafiek ∫ Voorbeeld Stel de integraal + 2)( – 1)( – 3) dx grafisch voor –2 Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –4, Xmax = 4, Xscale = 1 Ymin = –8, Ymax = 12, Yscale = 5 Werkwijze...
  • Pagina 209 5-6-5 Manueel tekenen van een grafiek k k k k k Meerdere grafieken op hetzelfde scherm tekenen Beschrijving Ga als volgt te werk om diverse waarden toe te kennen aan een variabele in een voorschrift en de bijbehorende grafieken op het scherm te overschrijven. Instelling 1.
  • Pagina 210 5-6-6 Manueel tekenen van een grafiek Voorbeeld Teken de grafiek van – 3 wanneer de parameter A verandert in de reeks 3, 1, –1. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1 Ymin = –10, Ymax = 10, Yscale = 2...
  • Pagina 211 5-6-7 Manueel tekenen van een grafiek k k k k k Kopiëren en plakken gebruiken om de grafiek van een voorschrift te tekenen Beschrijving U kunt een grafiek van een voorschrift tekenen door deze naar het klembord te kopiëren en vervolgens in het grafisch scherm te plakken.
  • Pagina 212 5-6-8 Manueel tekenen van een grafiek Voorbeeld Plak, terwijl de grafiek van – 4 wordt weergegeven, het eerder gekopieerde voorschrift Y=X van het klembord Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 2 Ymin = –10, Ymax = 10, Yscale = 5...
  • Pagina 213: Gebruik Van Tabellen

    5-7-1 Gebruik van tabellen 5-7 Gebruik van tabellen Kies de modus TABLE door het pictogram TABLE aan te klikken in het hoofdmenu. k Opslaan en opmaken van een tabel u Een voorschrift opslaan Voorbeeld Sla het voorschrift – 2 op in de geheugenzone Y1 Gebruik f en c om de lijst met tabelvoorschriften te verplaatsen naar de geheugenzone waar u het voorschrift wilt opslaan.
  • Pagina 214: Een Tabel Opmaken Door Een Lijst Te Gebruiken

    5-7-2 Gebruik van tabellen u Een tabel opmaken door een lijst te gebruiken 1. Roep het configuratiescherm op terwijl de lijst met tabelvoorschriften wordt weergegeven. 2. Klik de rubriek Variable aan en druk dan op 2(LIST) om het pop-up-venster te openen.
  • Pagina 215: Definitie Van Het Voorschrifttype

    5-7-3 Gebruik van tabellen Met de cursortoetsen kunt u de cursor over de tabel bewegen. Bij het bewegen van de cursor krijgt u de volgende informatie: • Het getal in het aangeklikte element verschijnt volledig onderaan op het scherm (zonder de beperking tot 6 cijfers).
  • Pagina 216 5-7-4 Gebruik van tabellen k k k k k Voorschriften wijzigen en wissen u Een voorschrift wijzigen Voorbeeld Vervang het voorschrift – 2, opgeslagen in de geheugenzone Y1, door – 5 Gebruik f en c om het voorschrift aan te klikken dat u wilt wijzigen. Gebruik e om de cursor op het begin van het voorschrift te plaatsen.
  • Pagina 217: De Waarde Van Het Argument Veranderen

    5-7-5 Gebruik van tabellen k k k k k Weergeven van een tabel Het submenu dat onder de tabellen verschijnt, biedt de volgende mogelijkheden: • Veranderen van de waarden van het argument • Wijzigen (wissen, invoegen en toevoegen) van de rijen •...
  • Pagina 218: Operaties Op Rijen

    5-7-6 Gebruik van tabellen Operaties op rijen u Een rij wissen Voorbeeld Wis rij 2 in de tabel opgemaakt op pagina 5-7-2. 3(ROW)1(DEL) u Een rij invoegen Voorbeeld Voeg een rij in tussen de rijen 1 en 2 in de tabel opgemaakt op pagina 5-7-2.
  • Pagina 219: Een Tabel Wissen

    5-7-7 Gebruik van tabellen u Een rij toevoegen Voorbeeld Voeg een rij toe onder rij 7 in de tabel opgemaakt op pagina 5-7-2 3(ROW)3(ADD) cccccc Een tabel wissen 1. Open de tabel en druk op 2(DEL). 2. Druk op 1(Yes) om de tabel te wissen, of op 6(No) als u toch maar niet wilt wissen. 20050301...
  • Pagina 220 5-7-8 Gebruik van tabellen k k k k k Kopiëren van een kolom van een tabel naar een lijst Het is mogelijk om een kolom van een tabel te kopiëren naar een lijst. Gebruik d en e om de cursor op de kolom te zetten die u wilt kopiëren. U mag om het even welke kolom kiezen om te kopiëren.
  • Pagina 221 5-7-9 Gebruik van tabellen k k k k k Een grafiek tekenen op basis van een tabel Beschrijving Ga als volgt te werk om een tabel te maken en vervolgens een grafiek te tekenen op basis van de getalwaarden in de tabel. Instelling 1.
  • Pagina 222 5-7-10 Gebruik van tabellen Voorbeeld Sla de twee onderstaande voorschriften op, maak een tabel en teken hiervan de lijngrafiek. Geef een interval van –3 tot 3 op, en een toename van 1. Y1 = 3 – 2, Y2 = Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = 0, Xmax = 6, Xscale = 1...
  • Pagina 223 5-7-11 Gebruik van tabellen k k k k k Een interval opgeven om een tabel te maken Beschrijving Ga als volgt te werk om een tabelinterval op te geven wanneer u de beeldpunten van een spreidingsdiagram berekent op basis van een voorschrift. Instelling 1.
  • Pagina 224 5-7-12 Gebruik van tabellen Voorbeeld Sla de drie onderstaande voorschriften op en maak een tabel voor voorschriften Y1 en Y3. Geef een interval van –3 tot 3 op, en een toename van 1. Y1 = 3 – 2, Y2 = + 4, Y3 = Werkwijze 1 m TABLE...
  • Pagina 225 5-7-13 Gebruik van tabellen k k k k k Een tabel en een grafiek gelijktijdig weergeven Beschrijving Als u in het configuratiescherm “T+G” opgeeft voor de optie “Dual Screen”, kunt u een tabel en grafiek gelijktijdig weergeven. Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus TABLE. 2.
  • Pagina 226 5-7-14 Gebruik van tabellen Voorbeeld Sla het voorschrift Y1 = 3 – 2 op en geef de tabel en lijngrafiek gelijktijdig weer. Geef een interval van –3 tot 3 op, en een toename van 1. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = 0, Xmax = 6, Xscale = 1...
  • Pagina 227 5-7-15 Gebruik van tabellen k k k k k Gebruik van de modus Graph-Table Linking Beschrijving Met de functie Dual Graph kunt u de schermen van de grafiek en de tabellen koppelen zodat de cursor op het grafisch scherm naar de momenteel geselecteerde getalwaarde van de tabel gaat.
  • Pagina 228 5-7-16 Gebruik van tabellen Voorbeeld Sla het voorschrift Y1 = 3log op en geef hiervan de tabel en puntgrafiek gelijktijdig weer. Geef een interval van 2 tot 9 op, en een toename van 1. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –1, Xmax = 10, Xscale = 1 Ymin = –1,...
  • Pagina 229: Dynamische Grafieken

    5-8-1 Dynamische grafieken 5-8 Dynamische grafieken k k k k k Gebruik van dynamische grafieken Beschrijving Met dynamische grafieken kunt u een interval van waarden opgeven voor de coëfficiënten van een voorschrift, en op het scherm bekijken hoe de grafiek verandert. Zo kunt u nagaan hoe de vorm en positie van een grafiek worden beïnvloed door de coëfficiënten en termen waaruit het voorschrift is samengesteld.
  • Pagina 230 5-8-2 Dynamische grafieken Voorbeeld Teken de dynamische grafiek van = A ( – 1) – 1, als de actieve parameter A verandert van 2 naar 5 met een toename van 1. De grafiek wordt 10 keer getekend. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –3,1, Ymax = 3,1, Yscale = 1 (standaardinstellingen) Werkwijze...
  • Pagina 231 5-8-3 Dynamische grafieken k k k k k Over elkaar tekenen Beschrijving Kies voor “Locus” om de dynamische grafiek over elkaar op hetzelfde weergavevenster te tekenen door de coëfficiëntwaarden te veranderen. Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus DYNA. 2.
  • Pagina 232 5-8-4 Dynamische grafieken Voorbeeld Teken de dynamische grafiek van , als de actieve parameter A verandert van 1 naar 4 met een toename van 1. De grafiek wordt 10 keer getekend. Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –3,1, Ymax = 3,1, Yscale = 1 (standaardinstellingen) Werkwijze 1 m DYNA...
  • Pagina 233 5-8-5 Dynamische grafieken k k k k k Toepassingsvoorbeelden van dynamische grafieken Beschrijving Met een dynamische grafiek kunt u eenvoudige fysische verschijnselen simuleren. Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus DYNA. 2. Stel het weergavevenster in (V-Window). Uitvoering 3. Kies in het configuratiescherm “Stop” voor de optie “Dynamic Type” en “Deg” voor de optie “Angle”.
  • Pagina 234 5-8-6 Dynamische grafieken Voorbeeld Bereken de weg die in tijd T wordt afgelegd door een kogel die met beginsnelheid V en onder een hoek van θ graden wordt weggeschoten. X = (Vcos θ ) T, Y = (Vsin θ )T – (1/2)gT (g = 9.8m/s Via een dynamische grafiek kunt u de weg berekenen afgelegd door een kogel die met een beginsnelheid van 20 meter per seconde wordt...
  • Pagina 235: De Tekensnelheid Van Een Dynamische Grafiek Regelen

    5-8-7 Dynamische grafieken k De tekensnelheid van een dynamische grafiek regelen U kunt terwijl de dynamische grafiek getekend wordt de tekensnelheid nog aanpassen. Daarvoor moet u het volgende doen: 1. Terwijl de dynamische grafiek getekend wordt, drukt u op A om het menu te openen waarin u de tekensnelheid kunt aanpassen.
  • Pagina 236 5-8-8 Dynamische grafieken k k k k k Gebruik van het geheugen voor dynamische grafieken U kunt in het geheugen voor dynamische grafieken de voorwaarden voor het tekenen en de instelling van het weergavevenster opslaan, zodat u deze gegevens opnieuw kunt oproepen als u ze nodig hebt.
  • Pagina 237: Een Grafiek Tekenen Van Een Rijvoorschrift

    5-9-1 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift 5-9 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift k k k k k Een tabel met getalwaarden maken op basis van een rijvoorschrift Beschrijving U kunt drie rijvoorschriften invoeren en een tabel met getalwaarden maken. •...
  • Pagina 238 5-9-2 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift Voorbeeld Maak een tabel voor de lineaire recursie tussen drie termen uitgedrukt door , met een beginterm van = 1, = 1 (de rij van Fibonacci), wanneer verandert van 1 naar 6. Werkwijze 1 m RECUR 2 3(TYPE)3( 3 4(...
  • Pagina 239 5-9-3 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift k k k k k Grafiek tekenen van een rijvoorschrift (1) Beschrijving Als u een tabel voor een rijvoorschrift hebt gemaakt, kunt u de waarden tekenen op een lijn- of een puntgrafiek. Instelling 1.
  • Pagina 240 5-9-4 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift Voorbeeld Maak een tabel van de lineaire recursie tussen twee termen uitgedrukt door +1, met een beginterm van = 1, wanneer verandert van 1 naar 6. Gebruik de getalwaarden in de tabel om een lijngrafiek te tekenen.
  • Pagina 241 5-9-5 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift k k k k k Grafiek tekenen van een rijvoorschrift (2) Beschrijving Hieronder wordt uitgelegd hoe u een tabel maakt op basis van een rijvoorschrift en de bijbehorende grafiek tekent wanneer Σ Display is ingesteld op “On”. Instelling 1.
  • Pagina 242 5-9-6 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift Voorbeeld Maak een tabel van de lineaire recursie tussen twee termen uitgedrukt door +1, met een beginterm van = 1, wanneer verandert van 1 naar 6. Gebruik de getalwaarden in de tabel om een puntgrafiek te tekenen met ordinaat Σ...
  • Pagina 243 5-9-7 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift k k k k k Webgrafiek (WEB Graph) Beschrijving De grafiek van ) wordt getekend uitgaande van voor een lineaire regressie tussen twee termen ) bestaande uit . Daarna kunt u bepalen of dit voorschrift convergent of divergent is.
  • Pagina 244 5-9-8 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift Voorbeeld Teken de webgrafiek voor het rijvoorschrift = –3( + 0,2, en controleer of het voorschrift divergent of convergent is. Gebruik de volgende instellingen voor het tabelinterval en het weergavevenster (V-Window). Tabelinterval Begin = 0, einde = 6, = 0,01, Str = 0,01, = 0,11,...
  • Pagina 245 5-9-9 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift k k k k k Een grafiek van een rijvoorschrift tekenen op een uitgesplitst scherm Beschrijving Als u “T+G” hebt gekozen voor de optie Dual Screen, kunt u de tabel en grafiek tegelijk weergeven.
  • Pagina 246 5-9-10 Een grafiek tekenen van een rijvoorschrift Voorbeeld Maak een tabel van de lineaire recursie tussen twee termen uitgedrukt door +1, met een beginterm van = 1, wanneer verandert van 1 naar 6. Gebruik de getalwaarden in de tabel om een lijngrafiek te tekenen.
  • Pagina 247: De Weergave Van Een Grafiek Wijzigen

    5-10-1 De weergave van een grafiek wijzigen 5-10 De weergave van een grafiek wijzigen k k k k k Lijnstukken bijtekenen Beschrijving Met de tekenfunctie kunt u op een getekende grafiek lijnen en punten bijtekenen. U kunt vier verschillende lijntypes selecteren om een lijnstuk bij te tekenen. Instelling 1.
  • Pagina 248 5-10-2 De weergave van een grafiek wijzigen Voorbeeld Teken de raaklijn aan (2, 0) in de grafiek voor + 2)( – 2). Gebruik de volgende instellingen van het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –3,1, Ymax = 3,1, Yscale = 1 (standaardinstellingen) Werkwijze 1 m GRAPH 2 !3(V-WIN) 1(INIT)J...
  • Pagina 249 5-10-3 De weergave van een grafiek wijzigen k k k k k Commentaartekst invoeren Beschrijving U kunt overal in de grafiek commentaartekst invoegen. Instelling 1. Teken de grafiek. Uitvoering 2. Druk op !4(SKTCH)6(g)6(g)2(Text) om de cursor in het midden van het scherm te laten verschijnen.
  • Pagina 250 5-10-4 De weergave van een grafiek wijzigen Voorbeeld Schrijf (commentaar)tekst op de grafiek van + 2)( – 2). Gebruik de volgende instellingen van het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1 Ymin = –5, Ymax = 5, Yscale = 1 Werkwijze 1 m GRAPH...
  • Pagina 251 5-10-5 De weergave van een grafiek wijzigen k k k k k Tekenen met de vrije hand Beschrijving Gebruik de optie PEN om met de vrije hand te tekenen op een grafiek. Instelling 1. Teken de grafiek. Uitvoering 2. Druk op !4(SKTCH)6(g)6(g)1(PEN) om de cursor in het midden van het scherm te laten verschijnen.
  • Pagina 252 5-10-6 De weergave van een grafiek wijzigen Voorbeeld Teken een lijn met de vrije hand op de grafiek + 2)( – 2). Gebruik de volgende instellingen van het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1 Ymin = –5, Ymax = 5, Yscale = 1 Werkwijze...
  • Pagina 253 5-10-7 De weergave van een grafiek wijzigen k k k k k Achtergrond van grafische voorstellingen Via het configuratiescherm kunt u aanduiden wat u als achtergrond op het scherm wilt bij het tekenen van de grafische voorstelling die in het grafiekgeheugen is opgeslagen (Pict 1 tot Pict 20).
  • Pagina 254 5-10-8 De weergave van een grafiek wijzigen Tekenen van de dynamische grafiek. (Y = X – 1) ↓↑ (Y = X ↓↑ (Y = X + 1) • Meer informatie over dynamische grafieken vindt u in het punt “5-8 Dynamische grafieken”.
  • Pagina 255: Onderzoek Van De Grafiek Van Een Functie

    5-11-1 Onderzoek van de grafiek van een functie 5-11 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k Coördinaten op lijnstukken van een grafiek aflezen Beschrijving Met de functie TRACE kunt u een cursor langs de grafiek verplaatsen en de coördinaten op het scherm aflezen.
  • Pagina 256 5-11-2 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Lees de coördinaten af op de grafiek met het onderstaande voorschrift. Y1 = – 3 Gebruik de volgende instellingen van het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1 Ymin = –10, Ymax = 10, Yscale = 2...
  • Pagina 257 5-11-3 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k De afgeleide weergeven Beschrijving Naast het gebruik van de functie TRACE om de coördinaten af te lezen, kunt u ook de afgeleide op de huidige cursorpositie weergeven. Instelling 1.
  • Pagina 258 5-11-4 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Lees de coördinaten en afgeleiden af langs de grafiek met het onderstaande voorschrift. Y1 = – 3 Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1 Ymin = –10, Ymax = 10,...
  • Pagina 259 5-11-5 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k Grafiektabellen Beschrijving Met de functie TRACE kunt u de coördinaten van een grafiek aflezen en in een tabel met getalwaarden opslaan. Met de functie DUAL GRAPH kunt u de grafiek en de tabel met getalwaarden gelijktijdig opslaan.
  • Pagina 260 5-11-6 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Sla in een tabel de coördinaten op bij de snijpunten waar X = 0 voor de twee onderstaande grafieken, en sla de tabelinhoud op in List 1. Y1 = – 3, Y2 = – Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window).
  • Pagina 261 5-11-7 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k Coördinaten afronden Beschrijving Met deze functie kunt u de coördinaten afronden die met de functie TRACE worden weergegeven. Instelling 1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH. 2.
  • Pagina 262 5-11-8 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Geef de afgeronde coördinaten weer bij de snijpunten voor de twee grafieken met de onderstaande voorschriften. Y1 = – 3, Y2 = – Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1...
  • Pagina 263 5-11-9 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k Berekenen van nulpunten Beschrijving Deze functie biedt diverse methoden om grafieken te onderzoeken. Instelling 1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH. 2. Teken de grafieken. Uitvoering 3.
  • Pagina 264 5-11-10 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Teken de onderstaande grafiek en bereken het nulpunt voor Y1. Y1 = + 2)( – 2) Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –3,1, Ymax = 3,1, Yscale = 1 (standaardinstellingen) Werkwijze 1 m GRAPH...
  • Pagina 265 5-11-11 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k Het snijpunt van twee grafieken berekenen Beschrijving Voer de volgende stappen uit om het snijpunt van twee grafieken te berekenen. Instelling 1. Teken de grafieken. Uitvoering 2. Druk op !5(G-SLV)5(ISCT). Als drie of meer grafieken op het scherm staan, gaat de selectiecursor (k) naar de grafiek met het kleinste nummer.
  • Pagina 266 5-11-12 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Teken de grafiek met de volgende twee voorschriften en bereken het snijpunt tussen grafiek Y1 en Y2. Y1 = + 1, Y2 = Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1...
  • Pagina 267 5-11-13 Onderzoek van de grafiek van een functie k De coördinaten berekenen als de punten gegeven zijn Beschrijving Hieronder wordt uitgelegd hoe u de -coördinaat berekent als gegeven is, en de the coördinaat als gegeven is. Instelling 1. Teken de grafiek. Uitvoering 2.
  • Pagina 268 5-11-14 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Teken de grafiek met de volgende twee voorschriften en bereken de coördinaat voor = 0,5 en de -coördinaat voor = 2,2 voor grafiek Y2. Y1 = + 1, Y2 = + 2)( –...
  • Pagina 269 5-11-15 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k Een bepaalde integraal met gegeven grenzen berekenen Beschrijving Voer de volgende stappen uit om de bepaalde integraal met gegeven grenzen te berekenen. Instelling 1. Teken de grafiek. Uitvoering ∫dx 2.
  • Pagina 270 5-11-16 Onderzoek van de grafiek van een functie Voorbeeld Teken de grafiek met het volgende voorschrift, en bereken de bepaalde integraal voor (–2, 0). Y1 = + 2)( – 2) Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –4, Ymax = 4, Yscale = 1...
  • Pagina 271: Bespreken Van De Parabool

    5-11-17 Onderzoek van de grafiek van een functie k k k k k Onderzoek van grafieken van kegelsneden Dit toestel heeft de mogelijkheid om met behulp van modelvergelijkingen kegelsneden grafisch voor te stellen. • Brandpunt/top/excentriciteit • Lengte van latus rectum •...
  • Pagina 272: Het Brandpunt, De Top En De Lengte Van Latus Rectum Berekenen

    5-11-18 Onderzoek van de grafiek van een functie u Het brandpunt, de top en de lengte van latus rectum berekenen [G-SLV]-[FOCS]/[VTX]/[LEN] Voorbeeld Bereken het brandpunt, de top en de lengte van latus rectum voor de parabool X = (Y – 2) Gebruik de volgende instellingen van het weergavevenster (V-Window).
  • Pagina 273: Het Middelpunt En De Straal Berekenen

    5-11-19 Onderzoek van de grafiek van een functie u Het middelpunt en de straal berekenen [G-SLV]-[CNTR]/[RADS] Voorbeeld Bepaal het middelpunt en de straal van de cirkel (X + 2) + (Y + 1) Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –3,1, Ymax = 3,1, Yscale = 1 (standaardinstellingen) m CONICS...
  • Pagina 274 5-11-20 Onderzoek van de grafiek van een functie u De afgesneden stukken op de - en op de -as berekenen [G-SLV]-[X-IN]/[Y-IN] Voorbeeld Bepaal de afgesneden stukken op de - en op de -as van de hyperbool (X – 3) (Y – 1) ––––––––...
  • Pagina 275: De Symmetrie-As En De Richtlijn Tekenen En Bespreken

    5-11-21 Onderzoek van de grafiek van een functie u De symmetrie-as en de richtlijn tekenen en bespreken [G-SLV]-[SYM]/[DIR] Voorbeeld Teken de symmetrie-as en de richtlijn van de parabool X = 2(Y – 1) Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –3,1, Ymax = 3,1, Yscale = 1 (standaardinstellingen) m CONICS...
  • Pagina 276 5-11-22 Onderzoek van de grafiek van een functie De asymptoten tekenen en bespreken [G-SLV]-[ASYM] Voorbeeld Teken de asymptoten van de hyperbool (X – 1) (Y – 1) –––––––– – –––––––– = 1 Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window). Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1 Ymin = –5, Ymax = 5,...
  • Pagina 277: Hoofdstuk 6 Statistische Berekeningen En Grafieken

    Hoofdstuk Statistische berekeningen en grafieken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u waarnemingsgetallen in lijsten moet invoeren en hoe u van waarnemingsgetallen het rekenkundig gemiddelde, de mediaan, het minimum, het maximum de som, … kunt berekenen. Verder kunt u ook verschillende tests uitvoeren, het betrouwbaarheidsinterval bepalen en kansberekeningen maken.
  • Pagina 278: Voor U Met Statistische Berekeningen Begint

    6-1-1 Voor u met statistische berekeningen begint 6-1 Voor u met statistische berekeningen begint Als u de modus STAT kiest in het hoofdmenu, wordt het scherm List Editor weergegeven. In het scherm List Editor kunt u (waarnemings)getallen invoeren. Bij statistische berekeningen zult u immers steeds werken met getallen die in lijsten zijn opgeslagen.
  • Pagina 279: Andere Karakteristieken Van De Grafiek

    6-1-2 Voor u met statistische berekeningen begint k Wijzigen van de karakteristiek van een statistische grafiek Voer de volgende stappen uit om de grafiek te activeren of de-activeren, om het grafiektype en andere algemene instellingen te bepalen voor elke grafiek in de submenu’s voor de grafieken (GPH1, GPH2, GPH3).
  • Pagina 280: Het Scherm Met De Karakteristieken Van De Grafiek Oproepen

    6-1-3 Voor u met statistische berekeningen begint • Vorm van de getekende punten (Mark Type) Hiermee kunt u het teken waarmee een punt wordt aangeduid, veranderen. u Het scherm met de karakteristieken van de grafiek oproepen [GRPH]-[SET] Druk op 1(GRPH)6(SET) om het scherm voor het instellen van de grafiekkarakteristieken op te roepen.
  • Pagina 281: Actieve Of Niet-Actieve Grafiek

    6-1-4 Voor u met statistische berekeningen begint 2. Actieve of niet-actieve grafiek [GRPH]-[SEL] Hier kunt u definiëren of u elke grafiek in het submenu voor de grafieken wel (On) of niet (Off) tekent. u Een grafiek activeren of de-activeren 1. Druk op 1(GRPH)4(SET) om het scherm op te roepen waarin u kunt vastleggen welke grafiek(en) getekend moet(en) worden.
  • Pagina 282: Grafieken En Berekeningen In Verband Met Statistische Waarnemingen Met Één Variabele

    6-2-1 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met één variabele 6-2 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met één variabele Statistische waarnemingen met één variabele werken met gewone waarnemingsgetallen. Wilt u bijvoorbeeld de gemiddelde grootte van de leden van een vereniging berekenen, dan is de enige variabele “de grootte”.
  • Pagina 283: Tekenen Van Een Box-Plot (Med-Box-Diagram)

    6-2-2 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met één variabele k Tekenen van een BOX-PLOT (Med-box-diagram) Dit soort diagram groepeert de waarnemingsgetallen in vier deelgebieden. Elk deelgebied bevat 25% van de waarnemingsgetallen. De box stelt het tweede en het derde kwart van de waarnemingsgetallen voor, de lijnstukken het eerste en het vierde kwart.
  • Pagina 284: Tekenen Van Een Frequentiepolygoon (Brkn)

    6-2-3 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met één variabele k Tekenen van een normale verdelingskromme (N Dis) • Een normale verdelingskromme wordt getekend met behulp van de normale verdelingsfunctie. ( x–x ) – 2xσ (2 π) xσ Via XList geeft u aan in welke lijst de waarnemingsgetallen worden ingevoerd;...
  • Pagina 285: Weergave Van Kengetallen Van Statistische Waarnemingen Met Één

    6-2-4 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met één variabele k Weergave van kengetallen van statistische waarnemingen met één variabele Statistische waarnemingen met één variabele kunnen weergegeven door middel van een grafiek en door middel van kengetallen. Daarom verschijnen op het scherm samen met de grafiek de kengetallen van de statistische waarneming wanneer u drukt op 1(1VAR).
  • Pagina 286: Grafieken En Berekeningen In Verband Met Statistische Waarnemingen Met Twee Variabelen

    6-3-1 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen 6-3 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k Een spreidingsdiagram en -lijngrafiek tekenen Beschrijving Ga als volgt om een spreidingsdiagram te tekenen en de punten te verbinden tot een lijngrafiek.
  • Pagina 287 6-3-2 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen Voorbeeld Voer de volgende twee sets waarnemingsgetallen in. Teken hiervan vervolgens een spreidingsdiagram en verbind de punten tot een -lijngrafiek. 0,5, 1,2, 2,4, 4,0,5,2 List) –2,1, 0,3, 1,5, 2,0,2,4 List) Werkwijze 1 m STAT...
  • Pagina 288: Een Regressiegrafiek Tekenen

    6-3-3 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k Een regressiegrafiek tekenen Beschrijving Ga als volgt te werk om statistische waarnemingen met twee variabelen in te voeren, op basis daarvan een regressieberekening te maken en de grafiek van het resultaat te tekenen. Instelling 1.
  • Pagina 289 6-3-4 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen Voorbeeld Voer de volgende twee sets waarnemingsgetallen in en teken daarvan een spreidingsdiagram. Voer daarna een logaritmische regressie op de waarnemingsgetallen uit om de regressieparameters weer te geven en teken vervolgens de overeenkomstige regressiegrafiek.
  • Pagina 290 6-3-5 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k k k k k Regressie-analyse Nadat een spreidingsdiagram van koppels waarnemingsgetallen getekend is, kunt u hiervan diverse regressiemodellen berekenen en tekenen door te drukken op 1(CALC). Daarvoor gebruikt u het submenu dat onder het diagram verschijnt.
  • Pagina 291 6-3-6 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k k k k k Lineaire regressie ten opzichte van het gemiddelde Dit regressiemodel gebruikt de methode van de kleinste kwadraten en levert een rechte op die de beeldpunten van het spreidingsdiagram zo dicht mogelijk benadert. Van deze rechte wordt de richtingscoëfficiënt en het afgesneden stuk op de y-as berekend (y-coördinaat wanneer x = 0).
  • Pagina 292 6-3-7 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k k k k k Tweede-, derde- en vierdegraadsregressie Dit regressiemodel levert een tweede-, derde- of vierdegraadskromme op die de beeldpunten van het spreidingsdiagram zo dicht mogelijk benadert. Dit model gebruikt de methode van de kleinste kwadraten om een kromme te tekenen die de beeldpunten zo dicht mogelijk benadert.
  • Pagina 293 6-3-8 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k Logaritmische regressie Dit regressiemodel geeft als logaritmische kromme van het voorschrift . De × In standaardformule voor een logaritmische regressie is , dus als X = In , komt de formule overeen met de lineaire regressie 1(CALC)6(g)2(Log)
  • Pagina 294 6-3-9 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k k k k k Machtsregressie Dit regressiemodel geeft als verhouding van de macht van . De standaardformule voor × een machtsregressie is , dus als we de logaritme van beide kanten nemen, dan ×...
  • Pagina 295 6-3-10 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k k k k k Logistieke regressie Dit regressiemodel is vooral interessant voor verschijnselen waarvoor de ene factor continu stijgt en de andere factor naar een limiet nadert. Hier volgt de formule voor dit regressiemodel: 1 + ae –bx...
  • Pagina 296 6-3-11 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k k k k k Weergave van berekeningen op statistische waarnemingen met twee variabelen Statistische waarnemingen met twee variabelen kunnen worden weergegeven door middel van een grafiek en door middel van kengetallen. Daarom verschijnt op het scherm samen met de grafiek een submenu om de kengetallen van statistische waarnemingen met twee variabelen te krijgen wanneer u drukt op 1(CALC)1(2VAR).
  • Pagina 297 6-3-12 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k k k k k Meerdere grafieken op één scherm U kunt meerdere grafieken op één scherm tekenen als u meerdere grafieken actief maakt. Hoe u dat doet, kunt u terugvinden in “Wijzigen van de karakteristiek van een statistische grafiek;...
  • Pagina 298 6-3-13 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen k Een grafiek van een voorschrift op hetzelfde scherm tekenen als een statistische grafiek Beschrijving U kunt een grafiek van een statistische waarneming met twee variabelen op hetzelfde scherm tekenen als elke andere grafiek van een voorschrift.
  • Pagina 299 6-3-14 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen Voorbeeld Voer de volgende twee sets waarnemingsgetallen in. Teken daarna de waarnemingsgetallen op een spreidingsdiagram, en teken op hetzelfde scherm de grafiek van het voorschrift = 2ln 0,5, 1,2, 2,4, 4,0, 5,2 –2,1, 0,3, 1,5, 2,0, 2,4 Werkwijze 1 m STAT...
  • Pagina 300: Statistische Berekeningen

    6-4-1 Statistische berekeningen 6-4 Statistische berekeningen Alle statistische berekeningen werden gemaakt nadat een grafiek getekend was. U kunt echter ook alleen de berekeningen maken. u u u u u De lijsten vastleggen met de statistische gegevens Voordat u een statistische berekening kunt uitvoeren, moet u de lijsten aanduiden waarin de te gebruiken statistische gegevens zijn opgeslagen.
  • Pagina 301 6-4-2 Statistische berekeningen k k k k k Statistische berekeningen op waarnemingen met één variabele In de voorgaande voorbeelden onder “Weergave van kengetallen van statistische waarnemingen met één variabele” werd telkens eerst de grafiek getekend en daarna werden (indien gevraagd) de resultaten van de statistische berekeningen weergegeven. Dit waren numerieke uitdrukkingen die de resultaten nodig om de grafieken te tekenen, weergaven.
  • Pagina 302: Regressieberekeningen

    6-4-3 Statistische berekeningen k Regressieberekeningen In de voorbeelden onder “Lineaire regressie ten opzichte van het gemiddelde” tot “Logistieke regressie”, werden de resultaten van de regressieberekeningen gekregen na het tekenen van de grafiek. Hier wordt elke coëfficiëntwaarde van de regressielijn of regressiekromme als getal uitgedrukt.
  • Pagina 303 6-4-4 Statistische berekeningen Σ MSe = – (ax + b)) • Lineaire regressie ten opzichte van het gemiddelde ... n – 2 i =1 Σ MSe = – (ax + bx + c)) • Tweedegraadsregressie ... n – 3 i =1 Σ...
  • Pagina 304 6-4-5 Statistische berekeningen 2. Voer de gewenste -waarde in en druk vervolgens op w. • Hierdoor verschijnen de coördinaten voor onder op het scherm, en gaat de cursor naar het overeenkomstige punt op de grafiek. 3. Drukt u nu op v of op een cijfertoets, dan verschijnt het invoervenster voor de waarde opnieuw, zodat u een andere geschatte waarde kunt berekenen.
  • Pagina 305 6-4-6 Statistische berekeningen k Berekening van geschatte waarden ( , ) Nadat er in de modus STAT een regressiegrafiek getekend is, kunt u in de modus MAT de geschatte waarden van voor de regressiegrafiek berekenen. • Voorbeeld Voer een lineaire regressie uit met de gegeven waarnemingsgetallen en bepaal de geschatte 1003 waarden van...
  • Pagina 306: Berekening En Grafiek Van Een Normale Verdeling

    6-4-7 Statistische berekeningen k Berekening en grafiek van een normale verdeling In de modus MAT kunt u kansverdelingen voor statistieken met één variabele berekenen en • grafisch voorstellen. Druk op K6(g)3(PROB)6(g) om een submenu met de volgende opties te openen: •...
  • Pagina 307 6-4-8 Statistische berekeningen 1. Kies in het hoofdmenu de modus STAT. 2. Voer de grootten in de lijst 1 en de frequentie in lijst 2 in. 3. Maak de berekeningen voor statistische gegevens met één variabele.* 2(CALC)6(SET) 1(LIST)bw c2(LIST)cw!J(QUIT) 2(CALC)1(1VAR) MAT te kiezen, druk op K6(g)3(PROB) om 4.
  • Pagina 308: Grafische Voorstelling Van Een Normale Verdeling

    6-4-9 Statistische berekeningen k Grafische voorstelling van een normale verdeling Beschrijving U kunt de grafiek van een normale verdeling tekenen in de modus RUN MAT. • Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus RUN MAT. • Uitvoering 2. Voer de commando’s in om de grafiek met voorschrift in cartesische coördinaten te tekenen.
  • Pagina 309 6-4-10 Statistische berekeningen Voorbeeld Teken de grafiek van de kans P (0,5). Werkwijze 1 m RUN • 2 !4(SKTCH)1(Cls)w 5(GRPH)1(Y=) 3 K6(g)3(PROB)6(g)1(P()a.fw Resultaatscherm 20050301...
  • Pagina 310: Tests

    6-5-1 Tests 6-5 Tests -test voorziet in een variatie van standaardtests. Zij laten toe te controleren of de steekproef met de nodige precisie de populatie vertegenwoordigt als de standaardafwijking van de populatie (bijvoorbeeld de totale bevolking van een land) gekend is, rekening houdend met vorige tests.
  • Pagina 311 6-5-2 Tests De verschillende methodes van statistische berekeningen die refereren aan bovenstaande tests worden hierna uitgelegd. Alle bijzonderheden over de principes en de terminologie van de statistiek zijn terug te vinden in handleidingen over statistiek. Druk in het beginscherm van de modus STAT op 3(TEST) om het testmenu op te roepen. Dit menu bevat de volgende opties.
  • Pagina 312 6-5-3 Tests Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit. 3(TEST) 1(Z) 1(1-S) De betekenis van de parameters voor het vastleggen van de karakteristiek van de gegevens op de lijst is de volgende. Data ......
  • Pagina 313 6-5-4 Tests Voorbeeld berekeningsresultaat µ G11.4 ......tendens van de test ........-score ........p-waarde ........gemiddelde van de steekproef σ ......standaardafwijking van de steekproef (alleen weergegeven voor Data: List) ........omvang van de steekproef • Meer informatie over de functietoetsen 1(Z) en 2(P) in het grafisch scherm vindt u onder “Functies van Z-tests”...
  • Pagina 314 6-5-5 Tests u u u u u -test op 2 steekproeven Deze test wordt gebruikt als de standaardafwijkingen van de steekproeven van twee populaties gekend zijn, om de hypothese te verifiëren volgens welke voorwaarde het gemiddelde van de twee populaties gelijk zijn. De Z-test op 2 steekproeven wordt toegepast op de normale kansverdeling.
  • Pagina 315 6-5-6 Tests Kies u bij Data voor “Var” dan verdwijnen op bovenstaande lijst de parameters List en Freq en in de plaats komen: ......... gemiddelde van steekproef 1 ......... omvang van steekproef 1 (positief geheel getal) ......... gemiddelde van steekproef 2 .........
  • Pagina 316 6-5-7 Tests u u u u u -test op 1 groep van treffers Deze test wordt gebruikt om te verifiëren of waarnemingsgetallen die aan zekere criteria voldoen een groep van treffers vormen. Deze test verifieert de hypothese dat de omvang van de steekproef en het aantal treffers voldoen aan de aangewezen criteria.
  • Pagina 317 6-5-8 Tests u u u u u Z-test op 2 groepen van treffers Deze test wordt gebruikt om de groepen treffers van twee steekproeven te vergelijken, en verifieert de hypothese dat de omvang van de steekproef en het aantal treffers van twee steekproeven voldoen aan de aangewezen criteria.
  • Pagina 318 6-5-9 Tests Voorbeeld berekeningsresultaat > ....... tendens van de test z ......z -score ......p-waarde ˆ p ......geschatte proportie van treffers in de steekproef voor populatie 1 ˆ p ......geschatte proportie van treffers in de steekproef voor populatie 2 ˆ...
  • Pagina 319 6-5-10 Tests k k k k k t-tests u u u u u Functies van t-tests Na het tekenen van de resultaatgrafiek van een t-test kunt u de volgende functies voor het onderzoek van een grafiek uitvoeren. • 1(T) ... Weergave van -score.
  • Pagina 320 6-5-11 Tests u u u u u t-test op 1 steekproef Deze test gebruikt de omvang van een steekproef en het gemiddelde van een populatie om de hypothese te verifiëren volgens welke voorwaarde de steekproef uit de populatie komt.. -test op 1 steekproef wordt toegepast op de normale -kansverdeling.
  • Pagina 321 6-5-12 Tests Voorbeeld berekeningsresultaat µ G 11,3 ...... tendens van de test ........-score ........p-waarde ........gemiddelde van de steekproef σ ......standaardafwijking van de steekproef ........omvang van de steekproef • Meer informatie over de functietoetsen 1(T) en 2(P) in het grafisch scherm vindt u onder “Functies van -tests”...
  • Pagina 322 6-5-13 Tests u u u u u t-test op 2 steekproeven -test op 2 steekproeven gebruikt het gemiddelde, de variantie en de omvang van twee steekproeven als de standaardafwijkingen van de steekproeven niet gekend zijn om de hypothese te verifiëren volgens welke voorwaarde de twee steekproeven uit dezelfde populatie afkomstig zijn.
  • Pagina 323 6-5-14 Tests De betekenis van de parameters voor het vastleggen van de karakteristiek van de gegevens op de lijst is de volgende. Data ......type van de waarnemingsgetallen µ ......... testvoorwaarde van het gemiddelde van de steekproef (“G µ ” staat voor een test met twee grenzen, “<...
  • Pagina 324 6-5-15 Tests Voorbeeld berekeningsresultaat µ G µ ......tendens van de test ........-score ........p-waarde ......... aantal vrijheidsgraden ......... gemiddelde van steekproef 1 ......... gemiddelde van steekproef 2 σ ......standaardafwijking van steekproef 1 σ ......standaardafwijking van steekproef 2 σ...
  • Pagina 325 6-5-16 Tests u u u u u -test voor lineaire regressie -test voor lineaire regressie behandelt gegevens opgeslagen in koppels ( ), en plaatst al die koppels op een grafisch scherm. De methode van de kleinste kwadraten wordt gebruikt om de meest geschikte coëfficiënten te bepalen voor de waarnemingsgetallen van de regressieformule .
  • Pagina 326 6-5-17 Tests Voorbeeld berekeningsresultaat β G 0 & ρ G 0 ....tendens van de test ........-score ........p-waarde ......... aantal vrijheidsgraden a ........regressieconstante ........regressiecoëfficiënt ........standaardfout ........correlatiecoëfficiënt ......... bepalingscoëfficiënt Druk op 6 (COPY) terwijl een resultaat op het scherm staat om het functievoorschrift van de regressie te kopiëren naar de lijst met grafiekvoorschriften.
  • Pagina 327 6-5-18 Tests k k k k k χ -test χ -test verifieert de hypothesen die betrekking hebben op groepen van steekproeven inbegrepen in een bepaald aantal onafhankelijke groepen. In principe genereert deze test een tweedimensionale tabel met twee categorische variabelen (zoals ja en neen) en evalueert de onafhankelijkheid van die variabelen. De χ...
  • Pagina 328 6-5-19 Tests Na het instellen van alle parameters gebruikt u c om [Execute] aan te klikken en drukt u op een van de volgende functietoetsen om de berekening te maken of de grafiek te tekenen. • 1(CALC) ... Voert de berekening uit. •...
  • Pagina 329 6-5-20 Tests k k k k k F-test op 2 steekproeven -test op 2 steekproeven verifieert de hypothese volgens welke voorwaarde het resultaat voor een steekproef die samengesteld is uit meerdere factoren het resultaat voor de populatie niet zal veranderen als één of meer van die factoren wordt geschrapt. De -test wordt toegepast op de kansverdeling.
  • Pagina 330 6-5-21 Tests Na het instellen van alle parameters gebruikt u c om [Execute] aan te klikken en drukt u op een van de volgende functietoetsen om de berekening te maken of de grafiek te tekenen. • 1(CALC) ... Voert de berekening uit. •...
  • Pagina 331 6-5-22 Tests k k k k k Variantieanalyse (ANOVA) ANOVA verifieert de hypothese volgens welke voorwaarde de gemiddelden van de populaties van steekproeven gelijk zijn als er meerdere steekproeven bestaan. One-Way ANOVA is een eendimensionale variantieanalyse met één onafhankelijk en één afhankelijke variabele.
  • Pagina 332 6-5-23 Tests Voorbeeld berekeningsresultaat One-Way ANOVA Line 1 (A) ... Factor A -waarde, -waarde, -waarde, -waarde, p-waarde Line 2 (ERR) ..Fout -waarde, -waarde, -waarde Two-Way ANOVA Line 1 (A) ... Factor A -waarde, -waarde, -waarde, -waarde, p-waarde Line 2 (B) ... Factor B -waarde, -waarde, -waarde,...
  • Pagina 333 6-5-24 Tests k k k k k Tweedimensionale variantieanalyse (Two-Way ANOVA) u u u u u Beschrijving De tabel toont de meetresultaten voor een metaalproduct dat na een warmtebehandeling op twee niveaus is vervaardigd: tijd (A) en temperatuur (B). De proeven worden tweemaal herhaald onder identieke voorwaarden.
  • Pagina 334 6-5-25 Tests u u u u u Invoervoorbeeld u u u u u Resultaten 20050301...
  • Pagina 335: Betrouwbaarheidsinterval

    6-6-1 Betrouwbaarheidsinterval 6-6 Betrouwbaarheidsinterval Een betrouwbaarheidsinterval is een interval dat de waarde van het gemiddelde van een populatie bevat. Een te breed interval laat niet toe om de betreffende waarde (de juiste waarde) van de populatie goed te situeren. Een te smal interval daarentegen beperkt de betreffende waarde en laat toe een betrouwbaar resultaat te krijgen.
  • Pagina 336 6-6-2 Betrouwbaarheidsinterval u u u u u Waar u moet op letten bij het invoeren van betrouwbaarheidsintervallen Als u een waarde invoert in het interval van 0 < C-level< 1 voor C-level, wordt de waarde op uw invoer ingesteld. Als u een waarde invoert in het interval van 1 < C-Level < 100, wordt een waarde ingesteld van uw invoer gedeeld door 100.
  • Pagina 337 6-6-3 Betrouwbaarheidsinterval k k k k k Z-betrouwbaarheidsinterval u u u u u Z-interval voor 1 steekproef -interval voor 1 steekproef berekent het betrouwbaarheidsinterval als de standaardafwijking van een steekproef gekend is. Het -interval wordt toegepast op de normale kansverdeling. Het betrouwbaarheidsinterval wordt als volgt aangeboden.
  • Pagina 338 6-6-4 Betrouwbaarheidsinterval Na het instellen van alle parameters, gebruikt u c om “Execute” aan te klikken en drukt u op de onderstaande functietoets om de berekening uit te voeren. • 1(CALC) ... Voert de berekening uit. Voorbeeld berekeningsresultaat Left ......ondergrens van het interval (linker grens) Right ......
  • Pagina 339 6-6-5 Betrouwbaarheidsinterval De betekenis van de parameters voor het vastleggen van de karakteristiek van de gegevens op de lijst is de volgende. Data ......type van de waarnemingsgetallen C-Level ..... betrouwbaarheidsniveau (0 < C-Level < 1) σ ......standaardafwijking van de populatie van de steekproef 1 ( σ >...
  • Pagina 340 6-6-6 Betrouwbaarheidsinterval u u u u u Z-interval voor 1 groep -interval voor 1 groep berekent het betrouwbaarheidsinterval voor een onbekende groep van treffers als het aantal gegevens gekend is. α Hieronder staat het betrouwbaarheidsinterval. is het significantieniveau. α De waarde 100 (1 – ) % is het betrouwbaarheidsniveau.
  • Pagina 341 6-6-7 Betrouwbaarheidsinterval u u u u u -interval voor 2 groepen Het Z-interval voor 2 groepen berekent het betrouwbaarheidsinterval voor twee onbekende groepen van treffers als de aantallen gegevens gekend zijn. α Hieronder staat het betrouwbaarheidsinterval. is het significantieniveau. α De waarde 100 (1 –...
  • Pagina 342 6-6-8 Betrouwbaarheidsinterval Left ......ondergrens van het interval (linker grens) Right ......bovengrens van het interval (rechter grens) ˆ p ......... verwachte p-waarde voor steekproef 1 ˆ p ......... verwachte p-waarde voor steekproef 2 ......... omvang van de steekproef 1 .........
  • Pagina 343 6-6-9 Betrouwbaarheidsinterval ........gemiddelde van de steekproef σ σ > 0) ......standaardafwijking van de steekproef ( ........omvang van de steekproef (positief geheel getal) Na het instellen van alle parameters, gebruikt u c om “Execute” aan te klikken en drukt u op de onderstaande functietoets om de berekening uit te voeren.
  • Pagina 344 6-6-10 Betrouwbaarheidsinterval α α Het significantieniveau is . En als Pooled niet actief is, wordt het: De waarde 100 (1 – is het betrouwbaarheidsniveau. σ σ α n–1 n–1 Left = (o – o )– t σ σ α n–1 –...
  • Pagina 345 6-6-11 Betrouwbaarheidsinterval ......... gemiddelde van steekproef 1 σ σ > 0) ......standaardafwijking van steekproef 1 ( ......... omvang van steekproef 1 (positief geheel getal) ......... gemiddelde van steekproef 2 σ σ > 0) ......standaardafwijking van steekproef 2 ( .........
  • Pagina 346: Kansverdelingsfuncties

    6-7-1 Kansverdeling 6-7 Kansverdelingsfuncties Er bestaat een heel gamma van kansverdelingsfuncties, maar de meest gekende is de “normale kansverdeling”, die essentieel is bij statistisch rekenwerk. De normale kansverdeling is een symmetrische kansverdeling gecentreerd rond de meest voorkomende gemiddelden (de hoogste frequentie), en met een afnemende frequentie bij een grotere afstand tot het centrum.
  • Pagina 347 6-7-2 Kansverdeling u u u u u Gewone kansverdelingsfuncties Na het tekenen van een grafiek kunt u met de functie P-CAL een geschatte p-waarde voor een specifieke x-waarde berekenen. Hier volgt de algemene werkwijze voor het gebruik van de functie P-CAL. 1.
  • Pagina 348: Normale Kansverdeling

    6-7-3 Kansverdeling k k k k k Normale kansverdeling u u u u u Normale kansdichtheid De normale kansdichtheid berekent de kans dat de gegevens van een normale kansverdelingsfunctie onder een bepaalde -waarde liggen. De normale kansdichtheid wordt gebruikt voor gestandaardiseerde normale kansverdelingsfuncties. (x –...
  • Pagina 349 6-7-4 Kansverdeling u u u u u Normale kansverdeling De normale kansverdeling berekent de kans dat de gegevens van een normale kansverdelingsfunctie tussen twee vastgelegde waarden liggen. : ondergrens µ ∫ (x – µ) – σ : bovengrens πσ Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit.
  • Pagina 350 6-7-5 Kansverdeling Voorbeeld berekeningsresultaat p ........normale kansverdeling z:Low ......z:Low value (omgezet in gestandaardiseerde z-score voor kleinste waarde) z:Up ......z:Up value (omgezet in gestandaardiseerde z-score voor hoogste waarde) u u u u u Inverse van de cumulatieve normale verdeling De inverse van de cumulatieve normale verdeling berekent de grenswaarde van een specifieke cumulatieve kans in een normale kansverdelingsfunctie.
  • Pagina 351 6-7-6 Kansverdeling Na het instellen van alle parameters, gebruikt u c om “Execute” aan te klikken en drukt u op de onderstaande functietoets om de berekening uit te voeren. • 1(CALC) ... Voert de berekening uit. Voorbeelden berekeningsresultaat x ........inverse van de cumulatieve normale verdeling •...
  • Pagina 352 6-7-7 Kansverdeling k k k k k t-student-kansverdeling u u u u u -student-kansdichtheid -student-kansdichtheid berekent de kans dat de gegevens van een -kansverdelingsfunctie onder een bepaalde x-waarde liggen. df+1 – df + 1 Γ f (x) = π Γ Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit.
  • Pagina 353 6-7-8 Kansverdeling u u u u u t-student-kansverdeling -student-kansverdeling berekent de kans dat de gegevens van een -student- kansverdelingsfunctie tussen twee vastgelegde waarden liggen. df + 1 ∫ : ondergrens Γ df+1 – : bovengrens π Γ Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit.
  • Pagina 354 6-7-9 Kansverdeling Voorbeeld berekeningsresultaat p ........-student-kansverdeling t:Low ......t:Low value (invoer kleinste waarde) t:Up ......t:Up value (invoer grootste waarde) k k k k k χ -kansverdeling u u u u u χ -kansdichtheid ∆ε χ -kansverdeling berekent de kans dat de gegevens van een χ -kansverdelingsfunctie onder een bepaalde -waarde liggen.
  • Pagina 355 6-7-10 Kansverdeling Voorbeeld berekeningsresultaat p ........χ -kansdichtheid # De huidige instellingen van het van het weergavevenster worden automatisch ingesteld wanneer [Stat Wind] is weergavevenster worden gebruikt voor het ingesteld op [Auto]. tekenen van grafieken wanneer het configuratiescherm [Stat Wind] is ingesteld Xmin = 0, Xmax = 11,5, Xscale = 2, op [Manual].
  • Pagina 356 6-7-11 Kansverdeling u u u u u χ -kansverdeling De χ -kansverdeling berekent de kans dat de gegevens van een χ -kansverdelingsfunctie tussen twee vastgelegde waarden liggen. ∫ : ondergrens –1 – : bovengrens Γ Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit.
  • Pagina 357 6-7-12 Kansverdeling Voorbeeld berekeningsresultaat p ........χ -kansverdeling k k k k k F-kansverdeling u u u u u F-kansdichtheid -kansverdeling berekent de kans dat de gegevens van een F-kansverdelingsfunctie onder een bepaalde -waarde liggen. n + d Γ n + d –...
  • Pagina 358 6-7-13 Kansverdeling Voorbeeld berekeningsresultaat p ........F-kansdichtheid # Het weergavevenster voor het tekenen van van het weergavevenster worden gebruikt grafieken wordt automatisch ingesteld voor het tekenen van grafieken wanneer [Stat wanneer het configuratiescherm [Stat Wind] Wind] is ingesteld op [Manual]. is ingesteld op [Auto].
  • Pagina 359 6-7-14 Kansverdeling u u u u u F-kansverdeling -kansverdeling berekent de kans dat de gegevens van een -kansverdelingsfunctie tussen twee vastgelegde waarden liggen. : ondergrens n + d ∫ Γ n + d : bovengrens – –1 Γ Γ Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit.
  • Pagina 360 6-7-15 Kansverdeling Voorbeeld berekeningsresultaat p ........F-kansverdeling 20050301...
  • Pagina 361 6-7-16 Kansverdeling k k k k k Binomiale kansverdeling u u u u u Binomiale kansverdeling De binomiale kansverdeling berekent de kans op x successen bij n pogingen volgens de formule: n) p = 0, 1, ·······, : succeskans n – x f (x) = (1–p) (0 <...
  • Pagina 362 6-7-17 Kansverdeling Voorbeeld berekeningsresultaat p ........binomiale kansverdeling u u u u u Binomiale cumulatieve kansdichtheid De binomiale cumulatieve kansdichtheid berekent de kans op hoogstens x successen bij n pogingen. Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit.
  • Pagina 363 6-7-18 Kansverdeling Na het instellen van alle parameters, gebruikt u c om “Execute” aan te klikken en drukt u op de onderstaande functietoets om de berekening uit te voeren. • 1(CALC) ... Voert de berekening uit. Voorbeeld berekeningsresultaat p ......... succeskans 20050301...
  • Pagina 364 6-7-19 Kansverdeling k k k k k Poisson-kansverdeling u u u u u Poisson-kansverdeling De Poisson-kansverdeling berekent de kans op x successen volgens de formule: µ µ – µ : gemiddeld aantal f (x) = = 0, 1, 2, ···) successen ( µ...
  • Pagina 365 6-7-20 Kansverdeling u u u u u Cumulatieve Poisson-kansdichtheid De cumulatieve Poisson-kansdichtheid berekent de kans op hoogstens x successen. Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit. 5(DIST) 6(g)1(POISN) 2(Pcd) De betekenis van de parameters voor het vastleggen van de karakteristiek van de gegevens op de lijst is de volgende.
  • Pagina 366 6-7-21 Kansverdeling k k k k k Geometrische kansverdeling u u u u u Geometrische kansverdeling De geometrische kansverdeling berekent de kans op x successen volgens de formule: x – 1 = 1, 2, 3, ···) f (x) = p(1– p) Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit.
  • Pagina 367 6-7-22 Kansverdeling u u u u u Cumulatieve geometrische kansdichtheid De cumulatieve geometrische kansdichtheid berekent de kans op hoogstens x successen. Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende operatie uit. 5(DIST) 6(g)2(GEO) 2(Gcd) De betekenis van de parameters voor het vastleggen van de karakteristiek van de gegevens op de lijst is de volgende.
  • Pagina 368: Hoofdstuk 7 Financiële Berekeningen

    Hoofdstuk Financiële berekeningen In de modus TVM (getalwaarde als functie van de tijd) kunt u de volgende soorten financiële berekeningen maken. • Enkelvoudige interest • Samengestelde interest • Evaluatie van een investering (cash flow) • Afschrijving • Omzetten van rentevoeten (van nominaal naar reëel of omgekeerd) •...
  • Pagina 369: Voor U Een Financiële Berekening Maakt

    7-1-1 Voor u een financiële berekening maakt 7-1 Voor u een financiële berekening maakt Kies in het hoofdmenu de modus TVM. Er wordt dan een scherm Financial geopend. Scherm Financial 1 Scherm Financial 2 • {SMPL} … {enkelvoudige interest} • {CMPD} … {samengestelde interest} •...
  • Pagina 370 7-1-2 Voor u een financiële berekening maakt k k k k k Grafische voorstelling in de financiële modus TVM Nadat u een financiële berekening hebt gemaakt, kunt u de toets 6 (GRPH) gebruiken om een grafische voorstelling te krijgen, zoals hieronder te zien is. •...
  • Pagina 371: Een Enkelvoudige Interest Berekenen

    7-2-1 Een enkelvoudige interest berekenen 7-2 Een enkelvoudige interest berekenen Dit toestel gebruikt de volgende formules om een enkelvoudige interest te berekenen. u u u u u Formule SI' = n × PV × i Ingesteld op 365 dagen per jaar : interest : aantal periodes SI' = n...
  • Pagina 372 7-2-2 Een enkelvoudige interest berekenen • Wanneer de parameters niet juist zijn ingesteld, verschijnt een foutmelding (Ma ERROR). Gebruik de volgende functietoetsmenu’s om heen en weer te gaan tussen de resultaatschermen. • {REPT} … {invoerscherm van parameters} • {GRPH} … {grafiek tekenen} Druk na het tekenen van een grafiek op !1(TRCE) om de functie Trace in te schakelen en de resultaten op de grafiek af te lezen.
  • Pagina 373: Een Samengestelde Interest Berekenen

    7-3-1 Een samengestelde interest berekenen 7-3 Een samengestelde interest berekenen Dit toestel gebruikt de volgende formules om een samengestelde interest te berekenen. u u u u u Formule I (1+ i × S)[(1+ i) –1] PV+PMT × + FV (1+ i) i(1+ i) Hierin is: : startwaarde (kapitaal of geleend...
  • Pagina 374 7-3-2 Een samengestelde interest berekenen FV = – (PMT × n + PV ) PV + FV PMT = – PV + FV n = – • Een deponering wordt aangeduid door het plusteken (+), een opname door een minteken (–). u u u u u Omzetten van de nominale rentevoet naar de reële rentevoet De nominale rentevoet (waarde % ingevoerd door de gebruiker) wordt omgezet in de reële...
  • Pagina 375 7-3-3 Een samengestelde interest berekenen Druk als het scherm Financial 1 opgeroepen is op 2(CMPD) om het scherm op te roepen dat dient voor de berekening van de samengestelde interest. 2(CMPD) ........aantal periodes voor de samengestelde interest ....... rentevoet per periode .......
  • Pagina 376 7-3-4 Een samengestelde interest berekenen Gebruik na het instellen van de parameters een van de volgende functietoetsmenu’s om de overeenkomstige berekening uit te voeren. • {n} … {aantal periodes voor de samengestelde interest} • {I } … {rentevoet per periode} •...
  • Pagina 377: Evaluatie Van Een Investering (Cash Flow)

    7-4-1 Evaluatie van een investering (cash Flow) 7-4 Evaluatie van een investering (cash flow) Dit toestel gebruikt de methode van de “discounted cash flow” (DCF) om de evaluatie van een investering uit te voeren door de sommatie van cash flows voor een bepaalde periode. Het toestel voert de volgende vier evaluatietypes van een investering uit: •...
  • Pagina 378 7-4-2 Evaluatie van een investering (cash Flow) u u u u u PBP > 0) 0 ........( PBP = n – (Anders dan de bovenstaande) – NPV Σ n < 0, > 0, of 0. : Kleinste integer die de voldoet aan •Druk als het scherm Financial 1 opgeroepen is op 3(CASH) om het scherm voor de berekening van de cash flow te openen.
  • Pagina 379 7-4-3 Evaluatie van een investering (cash Flow) Gebruik de volgende functietoetsmenu’s om heen en weer te gaan tussen de resultaatschermen. • {REPT} … {invoerscherm van parameters} • {GRPH} … {grafiek tekenen} Druk na het tekenen van een grafiek op !1(TRCE) om de functie Trace in te schakelen en de resultaten op de grafiek af te lezen.
  • Pagina 380: Afschrijving Van Een Lening

    7-5-1 Afschrijving van een lening 7-5 Afschrijving van een lening Met dit toestel kunt u voor een maandelijkse afbetaling berekenen hoeveel kapitaal er afgelost en hoeveel interest er betaald wordt. Ook kan berekend worden, voor een willekeurig tijdstip, wat het saldo is van het af te lossen kapitaal. Tenslotte kunt u berekenen hoeveel kapitaal er afgelost en hoeveel interest er betaald werd in een bepaalde periode.
  • Pagina 381 7-5-2 Afschrijving van een lening u u u u u Renteomzetting van nominale jaarlijkse rentevoet naar reële jaarlijkse rentevoet De nominale rentevoet (de door de gebruiker ingevoerde waarde %) wordt voor die leningen waarvoor het aantal afbetalingen per jaar niet gelijk is aan het aantal kapitalisatiemomenten, omgezet in een reële rentevoet ( %’).
  • Pagina 382 7-5-3 Afschrijving van een lening Gebruik na het instellen van de parameters een van de volgende functietoetsmenu’s om de overeenkomstige berekening uit te voeren. • {BAL} … {kapitaalsaldo na de afbetaling PM2} • {INT} … {interestdeel van de afbetaling PM1} •...
  • Pagina 383: Omzetting Van Nominale Rentevoet Naar Reële Rentevoet

    7-6-1 Omzetting van nominale rentevoet naar reële rentevoet 7-6 Omzetting van nominale rentevoet naar reële rentevoet In dit deel wordt uitgelegd hoe u de nominale rentevoet omzet in de reële rentevoet. u u u u u Formule APR/100 : nominale rentevoet (%) –1 ×...
  • Pagina 384: Berekening Van Kosten, Verkoopprijs En Winstmarge

    7-7-1 Berekening van kosten, verkoopprijs en winstmarge 7-7 Berekening van kosten, verkoopprijs en winstmarge De kosten, de verkoopprijs of de winstmarge kunnen berekend worden als de twee andere waarden gekend zijn. u u u u u Formule : kosten CST = SEL 1–...
  • Pagina 385: Dag- En Datumberekeningen

    7-8-1 Dag- en datumberekeningen 7-8 Dag- en datumberekeningen U kunt het aantal dagen berekenen tussen twee gegevens datums, of bepalen wat de datum zal zijn als u bij een bepaalde datum een aantal dagen optelt of aftrekt. Druk als het scherm Financial 2 opgeroepen is op 2(DAYS) om het scherm op te roepen dat dient voor de dag-/datumberekening.
  • Pagina 386 7-8-2 Dag- en datumberekeningen Voer de maand, de dag en het jaar in en druk na elke invoer op w. Gebruik na het instellen van de parameters een van de volgende functietoetsmenu’s om de overeenkomstige berekening uit te voeren. • {PRD} … {berekent het aantal dagen tussen d1 en d2 (d2 – d1)} •...
  • Pagina 387: Hoofdstuk 8 Programmeren

    Hoofdstuk Programmeren Basishandelingen voor het programmeren Functietoetsen in de modus PRGM De programma-inhoud wijzigen Bestandsbeheer Overzicht van de commando’s Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren Lijst met commando’s in de modus PRGM Programmablad Dit toestel heeft een geheugen van ca. 64 Kbytes. •...
  • Pagina 388: Basishandelingen Voor Het Programmeren

    8-1-1 Basishandelingen voor het programmeren 8-1 Basishandelingen voor het programmeren Beschrijving De commando’s en berekeningen worden uitgevoerd in de volgorde die wordt gebruikt bij manueel ingevoerde meervoudige instructies. Instelling 1. Kies in het hoofdmenu de modus PRGM. Een lijst met programma’s verschijnt dan op het scherm.
  • Pagina 389 8-1-2 Basishandelingen voor het programmeren Voorbeeld 1 Bereken de oppervlakte (cm ) en het volume (cm ) van drie regelmatige octaëders met een ribbe van respectievelijk 7, 10, en 15 cm. Sla de berekeningsformule op onder de bestandsnaam OCTA. De formules om de oppervlakte (S) en het volume (V) van een regelmatige octaëder met een gegeven ribbe (A) te berekenen zijn: S = 2 3 A , V = ––––...
  • Pagina 390: Functietoetsen In De Modus Prgm

    8-2-1 Functietoetsen in de modus PRGM 8-2 Functietoetsen in de modus PRGM • {NEW} ... {nieuw programma} u Een bestandsnaam vastleggen • {RUN}/{BASE} ... openen van een programma {met gewoon rekenwerk}/{met rekenwerk in een bepaald talstelsel} Q } ... {invoeren van een wachtwoord} •...
  • Pagina 391 8-2-2 Functietoetsen in de modus PRGM u Een programma invoeren —— 2(BASE) • {TOP}/{BTM}/{SRC} • {MENU} • {d~o} ... om een {tientallig}/{zestientallig}/{tweetallig}/{achttallig} getal in te voeren • {LOG} ... {logische operatoren} • {DISP} ... het weergegeven getal omzetten in {tientallig}/{zestientallig}/{tweetallig}/ {achttallig} talstelsel ↔...
  • Pagina 392: De Programma-Inhoud Wijzigen

    8-3-1 De programma-inhoud wijzigen 8-3 De programma-inhoud wijzigen k Grenzen voor de in- en uitvoer van getalwaarden Debuggen van een programma Een fout in een programma waardoor het niet normaal loopt, wordt een “bug” genoemd, en het wegwerken van dit fout wordt “debuggen” genoemd. Er zit een bug in uw programma als: •...
  • Pagina 393: Een Nieuw Programma Maken Vertrekkend Van Een Bestaand Programma

    8-3-2 De programma-inhoud wijzigen k Grenzen voor de in- en uitvoer van getalwaarden Een nieuw programma maken vertrekkend van een bestaand programma Soms kunt u een nieuw programma invoeren vertrekkend van een bestaand programma in het geheugen. Hiervoor roept u gewoon het bestaande programma op, maakt u de gewenste wijzigingen en voert u het programma opnieuw uit.
  • Pagina 394 8-3-3 De programma-inhoud wijzigen Wijzig nu OCTA om het programma TETRA te maken. 1. Verander eerst de naam. 6(g)2(REN)ATETRAw 2. Verander dan de inhoud. 2(EDIT) eeeeeeDD cDbc 3. Test het programma eens uit. 1(EXE) of w hw(waarde van A) wbaw wbfw 20050301...
  • Pagina 395: Gegevens Binnenin Een Programma Opzoeken

    8-3-4 De programma-inhoud wijzigen k Gegevens binnenin een programma opzoeken Voorbeeld Zoek de letter “A” in het programma OCTA 1. Roep het programma op. 2. Druk op 3(SRC) en voer het gegeven in dat u zoekt. 3(SRC) av(A) 3. Druk op w om het zoeken te starten. De cursor zoekt de programmatekst af en stopt als hij het gezochte de eerste keer tegenkomt.* 4.
  • Pagina 396: Bestandsbeheer

    8-4-1 Bestandsbeheer 8-4 Bestandsbeheer k Grenzen voor de in- en uitvoer van getalwaarden Een bestand zoeken u Een bestand met gegeven beginletters vinden Voorbeeld Zoek met behulp van de beginletters het programmabestand OCTA 1. Als de lijst met programma’s op het scherm staat, drukt u op 6(g)1(SRC) en voert u de beginletters in van het bestand dat u zoekt.
  • Pagina 397: Eén Bepaald Programma Wissen

    8-4-2 Bestandsbeheer k k k k k Een bestandsnaam bewerken Voorbeeld Verander de bestandsnaam van TRIANGLE in ANGLE 1. Wanneer de lijst met programma’s op het scherm staat, gebruikt u f en c om het bestand aan te klikken waarvan u de naam wilt wijzigen. Is dit gebeurd, dan drukt u op 6(g)2(REN).
  • Pagina 398 Voorbeeld Open een programmabestand onder de naam AREA en beveilig dit met het wachtwoord CASIO 1. Als de lijst met bestandsnamen op het scherm staat, moet u drukken op 3(NEW) om de naam van het nieuwe programmabestand te kunnen invoeren.
  • Pagina 399 Een met een wachtwoord beveiligd programma oproepen Voorbeeld Roep het met het wachtwoord CASIO beveiligde programmabestand AREA op 1. Wanneer de lijst met bestandsnamen op het scherm staat, doorloopt u deze met f en c, en klikt u het bestand aan dat u wilt oproepen.
  • Pagina 400: Overzicht Van De Commando's

    8-5-1 Overzicht van de commando’s 8-5 Overzicht van de commando’s k Overzicht van de commando’s Break ......................8-5-6 ClrGraph ...................... 8-5-12 ClrList ......................8-5-12 ClrMat ......................8-5-12 ClrText ......................8-5-12 DispF-Tbl, DispR-Tbl ................... 8-5-13 Do~LpWhile ....................8-5-5 DrawDyna ....................8-5-13 DrawFTG-Con, DrawFTG-Plt ..............
  • Pagina 401 8-5-2 Overzicht van de commando’s In deze paragraaf worden bij de beschrijving van de commando’s de volgende afspraken gebruikt. Tekst in vette karakters ..De commando’s en andere parameters die altijd moeten worden ingevoerd, zijn vet afgedrukt. {Accolades} ......Accolades worden gebruikt om een aantal param- eters aan te duiden waarvan er één moet genomen worden als commando.
  • Pagina 402: Overzicht Van De Commando's

    8-5-3 Overzicht van de commando’s ^ ^ (Uitvoercommando) Functie: Last een pauze in en geeft een tussenresultaat. Beschrijving: • Dit commando onderbreekt tijdelijk het programmaverloop en geeft het resultaat weer dat juist vóór dit commando bereikt werkt. Dit resultaat kan een tekst of een getal zijn. •...
  • Pagina 403 8-5-4 Overzicht van de commando’s k Keuze- en herhalingscommando’s (COM) If~Then~(Else~)IfEnd Functie: De Then-instructie wordt alleen uitgevoerd wanneer de If-voorwaarde waar is (niet gelijk aan nul). De Else-instructie wordt uitgevoerd wanneer de If-voorwaarde onwaar is (0). De IfEnd-instructie wordt altijd uitgevoerd na de Then- of de Else-instructie. Syntax: <voorwaarde>...
  • Pagina 404 8-5-5 Overzicht van de commando’s Beschrijving: • De stapwaarde is standaard ingesteld op 1. • Als de startwaarde kleiner is dan de eindwaarde en u geeft een positieve stapwaarde op, dan wordt de referentievariabele voor elke uitgevoerde instructie verhoogd. Als de startwaarde groter is dan de eindwaarde en u geeft een negatieve stapwaarde op, dan wordt de referentievariabele voor elke uitgevoerde instructie verlaagd.
  • Pagina 405: Break

    8-5-6 Overzicht van de commando’s While~WhileEnd Functie: Dit commando herhaalt een aantal keer alle instructies die zich tussen While en WhileEnd bevinden, zolang de voorwaarde waar is. Syntax: While <voorwaarde> <instructie> WhileEnd numerieke uitdrukking Parameters: numerieke uitdrukking Beschrijving: • Dit commando herhaalt alle instructies ingesloten in de lus, zolang de voorwaarde waar is. Als de voorwaarde vals wordt (0), dan gaat het programma verder vanaf de instructie na WhileEnd.
  • Pagina 406 8-5-7 Overzicht van de commando’s Prog Functie: Dit commando start een subprogramma in een programma. In de modus RUN • MAT is dat een nieuw programma. Syntax: Prog ”naam van het programma” Voorbeeld: Prog ”ABC” Beschrijving: • Ook als dit commando binnen een lus staat, wordt de lus onmiddellijk onderbroken en het subprogramma gestart.
  • Pagina 407 8-5-8 Overzicht van de commando’s Return Functie: Dit commando veroorzaakt de terugkeer van een subprogramma naar het hoofdprogramma. Syntax: Return Beschrijving: Het commando Return binnen een hoofdprogramma stopt de uitvoering van dit programma. Het commando Return binnen een subprogramma stopt de uitvoering van dit programma, zodat u terugkeert naar het programma van waaruit naar het subprogramma is gesprongen.
  • Pagina 408 8-5-9 Overzicht van de commando’s k Sprongcommando’s (JUMP) Functie: Dit commando is een sprong met een teller die de waarde van de referentievariabele vermindert met één. Als deze waarde nul is, wordt er een instructie verder gesprongen. Waarde variabele ≠ 0 Syntax: Dsz <naam variabele>...
  • Pagina 409 8-5-10 Overzicht van de commando’s Goto~Lbl Functie: Dit commando veroorzaakt een onvoorwaardelijke sprong naar een welbepaalde plaats. Syntax: Goto <getal of variabele> ~ Lbl <getal of variabele> , θ ) Parameters:getal: (van 0 tot 9), variabele (van A tot Z, Beschrijving: •...
  • Pagina 410 8-5-11 Overzicht van de commando’s Functie: Dit commando is een sprong met een teller die de waarde van een referentievariabele vermindert met één. Als deze waarde nul is, wordt er een instructie verder gesprongen. Syntax: Waarde variabele ≠ 0 Isz <naam variabele>: <instructie> <instructie>...
  • Pagina 411: Clrgraph

    8-5-12 Overzicht van de commando’s k k k k k Wiscommando’s (CLR) ClrGraph Functie: Dit commando wist het grafisch scherm en herstelt de standaardinstellingen (INIT) van het weergavevenster. Syntax: ClrGraph Beschrijving: Dit commando wist het grafisch scherm terwijl het programma loopt. ClrList Functie: Dit commando wist de gegevens van een lijst.
  • Pagina 412: Dispf-Tbl, Dispr-Tbl

    8-5-13 Overzicht van de commando’s k k k k k Weergavecommando’s (DISP) DispF-Tbl, DispR-Tbl Geen parameters Functie: Deze commando’s geven numerieke tabellen weer. Beschrijving: • Deze commando’s berekenen, volgens voorwaarden die in het programma zijn gedefinieerd, numerieke tabellen terwijl het programma loopt. •...
  • Pagina 413: Drawrσ-Con, Drawrσ-Plt

    8-5-14 Overzicht van de commando’s DrawRΣ-Con, DrawRΣ-Plt Geen parameters Functie: Deze commando’s tekenen een sommatiegrafiek van een rij met Σ of Σ (Σ ) als verticale as en als horizontale as. Beschrijving: • Deze commando’s tekenen een sommatiegrafiek van een rij met Σ of Σ...
  • Pagina 414 8-5-15 Overzicht van de commando’s k In-/uitvoercommando’s (I/O) Getkey Functie: Dit commando gedraagt zich als een variabele die de waarde aanneemt die overeenkomt met de code van de laatst geactiveerde toets. Syntax: Getkey Beschrijving: • Dit commando gedraagt zich als een variabele die de waarde aanneemt die overeenkomt met de code van de laatst geactiveerde toets.
  • Pagina 415 ← (21, 7) Voorbeeld: Cls_ Locate 7, 1, ”CASIO FX” Dit programma schrijft “CASIO FX” in het midden van het scherm. • In sommige gevallen zal eerst het commando ClrText nodig zijn voordat u het bovenstaande programma laat lopen. 20050301...
  • Pagina 416: Receive38K/Send38K

    8-5-17 Overzicht van de commando’s Receive ( / Send ( Functie: Dit commando regelt het ontvangen van gegevens van en het verzenden van gegevens naar een aangesloten toestel. Syntax: Receive (<gegevens>) / Send (<gegevens>) Beschrijving: • Dit commando regelt het ontvangen van gegevens van en het verzenden van gegevens naar een aangesloten toestel.
  • Pagina 417: Relationele Operatoren Met Een Voorwaardelijke Instructie (Rel)

    8-5-18 Overzicht van de commando’s k Relationele operatoren met een voorwaardelijke instructie (REL) =, ≠, >, <, ≥, ≤ Functie: Relationele operatoren worden samen met een voorwaardelijke instructie-com- mando gebruikt. Syntax: <links> <relationele operator> <rechts> Parameters: , θ ), numerieke constante, berekening met variabelen (zoals: links/rechts: variabele (A tot Z, A ×...
  • Pagina 418: Nog Enkele Mogelijkheden Van De Rekenmachine Bij Het Programmeren

    De tekst zal dan letterlijk weergegeven worden tijdens de uitvoering van het programma. Op die manier kunt u bij de invoer van gegevens of uitvoer van resultaten mededelingen op het scherm laten verschijnen. Programma Weergave ”CASIO” CASIO ? → X ”X =” ? → X X = ? •...
  • Pagina 419: Een Rij Met Een Getal Te Vermenigvuldigen (`Row)

    8-6-2 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren u Een rij met een getal te vermenigvuldigen (`Row) Voorbeeld 2 Vermenigvuldig in de matrix uit voorbeeld 1 rij 2 met het getal 4 De syntax die u moet gebruiken is de volgende: `Row 4, A, 2_ Naam van de matrix Getal waarmee vermenigvuldigd wordt...
  • Pagina 420: Een Rij Optellen Bij Een Andere Rij (Row+)

    8-6-3 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren u Een rij optellen bij een andere rij (Row+) Voorbeeld 4 Tel in de matrix uit voorbeeld 1 rij 2 op bij rij 3 De syntax die u moet gebruiken is de volgende: Row+ A, 2, 3_ nummer van de rij waarbij opgeteld moet worden nummer van de rij die opgeteld moet worden...
  • Pagina 421: Syntax Van Andere Voorschriften Van Grafieken

    8-6-4 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren u Syntax van andere voorschriften van grafieken • V-Window View Window <Xmin>, <Xmax>, <Xscale>, <Ymin>, <Ymax>, <Yscale>, <T θ min>, <T θ max>, <T θ pitch> StoV-Win <gebied van V-Win> ..gebied: 1 tot 6 RclV-Win <gebied van V-Win>...
  • Pagina 422 8-6-5 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren k k k k k Dynamische grafieken in een programma Dynamische grafieken kunt u in een programma verwerken. Het vastleggen in het pro- gramma van het interval van de parameter van de dynamische grafiek moet u als volgt doen: •...
  • Pagina 423 8-6-6 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren k k k k k Tabellen afgeleid van een voorschrift in een programma Tabellen afgeleid van een voorschrift kunt u in een programma verwerken. Van zo’n tabel kunt u dan de grafiek tekenen. De syntaxen die u moet gebruiken zijn de volgende: •...
  • Pagina 424 8-6-7 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren k k k k k Tabellen afgeleid vanrijen en reeksen in een programma Tabellen afgeleid van rijen en reeksen kunt u in een programma verwerken. Van zo’n tabel kunt u dan de grafiek tekenen. De syntaxen die u moet gebruiken zijn de volgende: •...
  • Pagina 425 8-6-8 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren Voorbeeld van een programma View Window 0, 1, 1, –0,2, 1, 1_ 46232J Type_ ” → ”–3 0 → R Start_ J6221 6 → R End_ 0.01 → 6661 0.01 → Start_ !J6251 !J6252JJJ...
  • Pagina 426: De Voorwaarden En Het Tekenen Van Een Statistische Grafiek Definiëren

    8-6-9 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren k k k k k Nulpunten in een programma Met deze commando’s kunt u nulpunten berekenen. De syntax die u moet gebruiken is de volgende: Solve( f(x), n, a, b) Bovengrens Ondergrens Waarde van de initiële benadering...
  • Pagina 427 8-6-10 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren De karakteristieken van een (statistische) grafiek hangen af van het grafiektype. Meer informatie vindt u onder “Parameters van een grafiek wijzigen” (pagina 6-1-2). • U legt de karakteristiek voor een spreidingsdiagram of -diagram met discrete of met verbonden punten als volgt vast: S-Gph1 DrawOn, Scatter, List 1, List 2, 1, Square _...
  • Pagina 428: Statistische Berekeningen Maken

    8-6-11 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren • U legt de karakteristiek voor een sinusoïdale regressie als volgt vast: S-Gph1 DrawOn, Sinusoidal, List 1, List 2 _ • U legt de karakteristiek voor een logistieke regressie als volgt vast: S-Gph1 DrawOn, Logistic, List 1, List 2 _ !m6631 Voorbeeld van een programma...
  • Pagina 429 8-6-12 Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmeren • Berekeningen op statistische waarnemingen met twee variabelen 2-Variable List 1, List 2, List 3 Lijst met frequentiegetallen (Frequency) Lijst met y -waarden (YList) Lijst met x -waarden (XList) 4162 •...
  • Pagina 430: Lijst Met Commando's In De Modus Prgm

    8-7-1 Lijst met commando’s in de modus PRGM 8-7 Lijst met commando’s in de modus PRGM Programma RUN Toets [ OPTN ] Toets [ F4 ]( MENU ) PROB X=cType Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Commando Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Commando Y>...
  • Pagina 431: Return

    8-7-2 Lijst met commando’s in de modus PRGM Toets [ VARS ] Toets [ SHIFT ] [ VARS ] (PRGM) Toets [ SHIFT ] [ MENU ] (SET UP) Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Commando Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Commando Niveau 1...
  • Pagina 432 8-7-3 Lijst met commando’s in de modus PRGM Programma BASE Toets [ SHIFT ] Toets [ F4 ]( MENU ) Toets [SHIFT][MENU](SET UP) Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Commando Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Commando Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Commando ZOOM Fact...
  • Pagina 433: Programmablad

    8-8-1 Voorbeelden van programma’s 8-8 Programmablad • Controleer of het aantal vrije geheugenbytes voldoende is voor het programma. Programmanaam Ontbinden in factoren Beschrijving Dit programma deelt een natuurlijk getal in factoren totdat alle priemfactoren zijn bepaald. Doel Dit programma accepteert als invoer het natuurlijk getal A, deelt dit door B (2, 3, 5, 7..) om de priemfactoren van A te vinden.
  • Pagina 434 8-8-2 Programmablad egcw 20050301...
  • Pagina 435: Differentiatie In Rekenkundige-Meetkundige Rijen

    8-8-3 Programmablad Programmanaam Differentiatie in rekenkundige-meetkundige rijen Beschrijving Na het invoeren van de termen voor rij 1, 2, en 3, bepaalt dit programma op basis van de verschillende ratio’s van de termen of het om een rekenkundige rij dan wel om een meetkundige rij gaat.
  • Pagina 436 8-8-4 Programmablad Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 20050301...
  • Pagina 437 8-8-5 Programmablad Programmanaam Ellips Beschrijving Dit programma toont een getallentabel met de volgende waarden op basis van de invoer van de brandpunten van een ellips, de som van de afstand tussen de meetkundige plaatsen en brandpunten, en de afstand (stapgrootte) van X. Y1: Coördinaten van de bovenhelft van de ellips Y2: Coördinaten van de onderhelft van de ellips Y3: Afstanden tussen rechtse brandpunt en meetkundige plaatsen...
  • Pagina 438 8-8-6 Programmablad 20050301...
  • Pagina 439 8-8-7 Programmablad Programmanaam Draaibeeld van een figuur Beschrijving Dit programma tekent een hoek op het coördinaat bepaald door een top, en draait die vervolgens om een specifieke hoek rond de top. Doel Dit programma demonstreert de transformatie van coördinaten met behulp van een matrix. Belangrijk! Deg (= zestigdelige graden) moet als hoekeenheid voor dit programma zijn ingesteld.
  • Pagina 440 8-8-8 Programmablad fcde fcde wfcde wfcde 20050301...
  • Pagina 441: Programmanaam Binnenhoeken En Oppervlakte Van Een Driehoek

    8-8-9 Programmablad Programmanaam Binnenhoeken en oppervlakte van een driehoek Beschrijving Dit programma berekent de binnenhoeken en oppervlakte van een driehoek, gedefinieerd door de coördinaten voor hoeken A, B, en C. Doel Dit programma berekent de binnenhoeken en oppervlakte van een driehoek, gedefinieerd door de coördinaten voor hoeken A, B, en C.
  • Pagina 442 8-8-10 Programmablad awaw bwaw aw!x( 20050301...
  • Pagina 443: Hoofdstuk 9 Spreadsheet

    Hoofdstuk Spreadsheet Met deze toepassing hebt u krachtige voorzieningen voor het werken met spreadsheets altijd binnen handbereik. Overzicht van spreadsheets Bestandsbewerkingen en herberekening Basishandelingen op het scherm Spreadsheet Celgegevens invoeren en wijzigen Commando’s van de modus S • SHT Statistische grafieken Gebruik van de functie CALC Gebruik van het geheugen in de modus S •...
  • Pagina 444: Overzicht Van Spreadsheets

    9-1-1 Overzicht van spreadsheets 9-1 Overzicht van spreadsheets In dit deel vindt u uitleg over het scherm Spreadsheet en basisinformatie over de menu’s en commando’s in dit scherm. k k k k k Gebruik van de modus S • Klik in het hoofdmenu het pictogram S SHT aan.
  • Pagina 445 9-1-2 Overzicht van spreadsheets k k k k k Functies in het menu van de modus S • {FILE} • … {weergave van het submenu FILE} • {NEW} … {maakt een nieuw spreadsheetbestand} • {OPEN} … {weergave van een lijst met opgeslagen spreadsheetbestanden} U kunt een bestand in deze lijst selecteren en dit openen of wissen.
  • Pagina 446 9-1-3 Overzicht van spreadsheets • {SEQ} … {maakt een numerieke reeks op dezelfde manier als het commando “Seq(” (pagina 3-2-3)} De reeks begint bij de opgegeven cel, en kan ingesteld worden om rijgewijs of kolomgewijs te veranderen. De richting van de verandering wordt bepaald door de optie “Move”...
  • Pagina 447 9-1-4 Overzicht van spreadsheets {STO} • … {weergave van het submenu STO} • {VAR} … {wijst de celinhoud toe aan een variabele} • {LIST} … {slaat de inhoud van een celbereik op als lijst} • {FILE} … {slaat de inhoud van een celbereik op als bestand} •...
  • Pagina 448: Bestandsbewerkingen En Herberekening

    9-2-1 Bestandsbewerkingen en herberekening 9-2 Bestandsbewerkingen en herberekening In dit deel worden de diverse bewerkingen beschreven die u kunt uitvoeren met bestanden in de modus S SHT. Verder wordt uitgelegd hoe u de formules in een spreadsheet • herberekent. k k k k k Bewerkingen op spreadsheetbestanden u Een nieuw bestand maken SHT op 1(FILE)1(NEW).
  • Pagina 449: Een Bestand Openen

    9-2-2 Bestandsbewerkingen en herberekening u Een bestand openen SHT op 1(FILE)2(OPEN). 1. Druk in de modus S • • Een lijst met bestaande spreadsheetbestanden verschijnt op het scherm. 2. Gebruik f en c om de naam aan te klikken van het bestand dat u wilt openen. 3.
  • Pagina 450: Alle Formules In Een Spreadsheet Opnieuw Uitvoeren

    9-2-3 Bestandsbewerkingen en herberekening u Een bestand opslaan onder een nieuwe naam (Opslaan als) SHT op 1(FILE)3(SV 1. Druk in de modus S AS). • • • Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de bestandsnaam kunt opgeven. 2. Voer de bestandsnaam in (8 karakters), en druk op w. k k k k k Automatisch opslaan De modus S SHT heeft een functie Auto Save waardoor elke wijziging die u in het...
  • Pagina 451: Basishandelingen Op Het Scherm Spreadsheet

    9-3-1 Basishandelingen op het scherm Spreadsheet 9-3 Basishandelingen op het scherm Spreadsheet In dit deel wordt uitgelegd welke basishandelingen u moet uitvoeren om cellen te selecteren en de celcursor in een spreadsheet te verplaatsen. k k k k k Celcursor De celcursor is de selectiebalk die de momenteel geselecteerde cel(len) in de spreadsheet aangeeft.
  • Pagina 452: De Verplaatsing Van De Celcursor Bepalen Tijdens De Invoer Van

    9-3-2 Basishandelingen op het scherm Spreadsheet u De celcursor verplaatsen met het commando JUMP Als u de celcursor wilt verplaatsen naar Moet u dit doen: op deze plaats: 1. Druk op 2(EDIT)4(JUMP)1(GO). Een specifieke cel 2. Voer in het dialoogvenster “Go To Cell” dat wordt weergegeven de naam van de doelcel in (A1 tot Z999) 3.
  • Pagina 453: Een Volledige Rij Selecteren

    9-3-3 Basishandelingen op het scherm Spreadsheet u Een volledige rij selecteren Druk op d terwijl de celcursor in een cel van kolom A staat. De volledige rij waar de celcursor staat wordt nu geselecteerd. Staat de celcursor bijvoorbeeld in cel A1, dan kunt u door te drukken op d de volledige rij 1 selecteren (A1 tot Z1).
  • Pagina 454: Een Celbereik Selecteren

    9-3-4 Basishandelingen op het scherm Spreadsheet u Een celbereik selecteren 1. Plaats de celcursor in de begincel van het bereik dat u wilt selecteren. 2. Druk op !i(CLIP). • De celcursor verandert van een selectiebalk in een markering met een dikke lijn. •...
  • Pagina 455: Celgegevens Invoeren En Wijzigen

    9-4-1 Celgegevens invoeren en wijzigen 9-4 Celgegevens invoeren en wijzigen In dit deel wordt uitgelegd hoe u formules, tekst en andere celgegevens in de spreadsheet invoert en wijzigt. Verder wordt beschreven hoe u cellen kopieert, invoegt en wist. Denk erom dat u in de modus S SHT geen complexe getallen kunt gebruiken.
  • Pagina 456: De Huidige Celinhoud Vervangen Door Nieuwe Gegevens

    9-4-2 Celgegevens invoeren en wijzigen u De huidige celinhoud vervangen door nieuwe gegevens 1. Verplaats de celcursor naar de cel waar u gegevens wilt invoeren. 2. Voer de gewenste gegevens in. Gebruik de toetsen van de rekenmachine om getallen, wiskundige uitdrukkingen of tekst in te voeren, en de functietoetsmenu’s om commando’s in te voeren.
  • Pagina 457 9-4-3 Celgegevens invoeren en wijzigen 2. Druk op 2(EDIT)3(CELL). • De bewerkingsmodus wordt geopend. Dit wordt aangegeven doordat de celinhoud in het invoervak links wordt uitgelijnd. De invoercursor verschijnt ook links van het eerste teken in het invoervak. 3. Wijzig de gegevens in het invoervak. 4.
  • Pagina 458: Invoervoorbeeld Van Formule

    9-4-4 Celgegevens invoeren en wijzigen u Invoervoorbeeld van formule In dit voorbeeld voeren we 60 in cel A1 in en nemen we daarna de volgende formules op in de aangegeven cellen: B1: =sin(A1), B2: =cos(A1), B3: =tan(A1), B4: =B1/B2 We zullen ook aantonen dat de door B3 en B4 berekende waarden identiek zijn, zelfs als we ) ÷...
  • Pagina 459: Belangrijk

    9-4-5 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Gebruik van celverwijzingen Een celverwijzing is een symbool dat verwijst naar de waarde van de ene cel om die in een andere cel te gebruiken. Als u in cel C2 bijvoorbeeld “=A1+B1” invoert, wordt de huidige waarde van cel A1 opgeteld bij de huidige waarde van cel B1, en wordt het resultaat weergegeven in cel C2.
  • Pagina 460: Verwijzen Naar Een Specifieke Cel

    9-4-6 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Verwijzen naar een specifieke cel Hieronder wordt uitgelegd hoe u verwijst naar cel A1 (met de waarde 3) en de berekening A1 × 2 uitvoert. u Verwijzen naar een specifieke cel 1.
  • Pagina 461: Verwijzen Naar Een Celbereik

    9-4-7 Celgegevens invoeren en wijzigen 5. Vervolgens voert u *c in. 6. Druk op w om de formule op te slaan. Resultaat van A1 × 2 k k k k k Verwijzen naar een celbereik U kunt naar een celbereik verwijzen om de cellen te sommeren, het gemiddelde ervan te berekenen etc.
  • Pagina 462 9-4-8 Celgegevens invoeren en wijzigen 5. Druk op !i(CLIP). • De celcursor verandert van een selectiebalk in een markering met een dikke lijn. 6. Plaats de celcursor met de cursortoetsen in de laatste cel van het bereik dat u wilt selecteren (in dit voorbeeld B7).
  • Pagina 463 9-4-9 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Het symbool van de absolute celverwijzing ($) invoeren U kunt het symbool van de absolute celverwijzing op de huidige cursorpositie invoeren door te drukken op 2($) in het functiemenu van de bewerkingsmodus. Meer informatie vindt u onder “Absolute celverwijzingen”...
  • Pagina 464 9-4-10 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Een constante invoeren Een uitdrukking of waarde die u invoert zonder die te laten voorafgaan door een gelijkteken (=) wordt een “constante” genoemd omdat deze waarde niet beïnvloed wordt door gegevens buiten de cel waarin ze is opgenomen.
  • Pagina 465: Een Numerieke Reeks Gebruiken In Een Spreadsheet

    9-4-11 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Tekst invoeren Een tekenreeks die begint met een aanhalingsteken (") wordt als tekst behandeld en ongewijzigd weergegeven. Het aanhalingsteken (") wordt niet als onderdeel van de tekst weergegeven. In de cel kunnen maximaal zes Als de tekst niet in een enkele cel tekens worden weergegeven.
  • Pagina 466 9-4-12 Celgegevens invoeren en wijzigen U kunt in totaal 249 bytes invoeren in de velden Expr, Var, Start, End, en Incre van het dialoogvenster Sequence. 3. Geef de vereiste parameters op om de reeks te maken. • Hieronder ziet u welke parameters verplicht zijn. Parameter Beschrijving Expr...
  • Pagina 467: Een Celbereik Met Dezelfde Inhoud Invullen

    9-4-13 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Dezelfde inhoud in een celbereik invullen Ga als volgt te werk om in een celbereik dezelfde formule, uitdrukking, waarde of tekst in te voeren. u Een celbereik met dezelfde inhoud invullen Voorbeeld Gebruik het commando “FILL”...
  • Pagina 468 9-4-14 Celgegevens invoeren en wijzigen 4. Druk op w. 5. Druk op 6(EXE) of op w. • Het commando “FILL” wordt uitgevoerd en de opgegeven inhoud wordt in het geselecteerde celbereik opgenomen. De celverwijzing A1 is een relatieve verwijzing. Hieronder ziet u de formules die werkelijk in elke cel worden ingevoerd.
  • Pagina 469 9-4-15 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Knippen en plakken In dit deel wordt uitgelegd hoe u gegevens in een spreadsheet kunt knippen en naar een andere plaats plakken. U kunt de inhoud van een afzonderlijke cel of van een celbereik knippen.
  • Pagina 470: Spreadsheetgegevens Knippen En Plakken

    9-4-16 Celgegevens invoeren en wijzigen • Wanneer een cel in het geknipte gebied verwijst naar een cel die ook in het geknipte gebied ligt In dit geval worden alle celverwijzingen behandeld als relatieve celverwijzingen, ongeacht hun type (absolute of relatieve verwijzing). Voorbeeld Neem een spreadsheet met de volgende gegevens: A1: 4, B1: =A1+1, C1: = $B$1+2.
  • Pagina 471: Spreadsheetgegevens Kopiëren En Plakken

    9-4-17 Celgegevens invoeren en wijzigen 3. Gebruik de cursortoetsen om de celcursor te verplaatsen naar de cel waarvan u de gegevens wilt plakken. • Als u in stap 1 een celbereik hebt geselecteerd, wordt de cel die u met de celcursor selecteert de linkerbovencel van het geplakte bereik.
  • Pagina 472 9-4-18 Celgegevens invoeren en wijzigen 3. Gebruik de cursortoetsen om de celcursor te verplaatsen naar de cel waarvan u de gegevens wilt plakken. • Als u in stap 1 een celbereik hebt geselecteerd, wordt de cel die u met de celcursor selecteert de linkerbovencel van het geplakte bereik.
  • Pagina 473: Belangrijk

    9-4-19 Celgegevens invoeren en wijzigen k k k k k Spreadsheetgegevens sorteren U kunt spreadsheetgegevens kolom- of rijgewijs sorteren. U kunt sorteren in oplopende of aflopende volgorde. Belangrijk! • Sorteren is alleen mogelijk als het geselecteerde celbereik alleen constanten bevat. u Spreadsheetgegevens sorteren 1.
  • Pagina 474: De Inhoud Van Alle Cellen In Een Spreadsheet Wissen

    9-4-20 Celgegevens invoeren en wijzigen 3. In het submenu DEL kunt u de gewenste actie uitvoeren. Als u dit wilt doen: Drukt u op: De volledige rij(en) met de momenteel geselecteerde cel(len) wissen en alles wat eronder staat naar boven opschuiven 1(ROW) ⇒...
  • Pagina 475: Rijen Of Kolommen Met Lege Cellen Invoegen

    9-4-21 Celgegevens invoeren en wijzigen u Rijen of kolommen met lege cellen invoegen 1. Selecteer een of meer cellen om op te geven hoeveel rijen of kolommen u wilt invoegen. • Voor het selecteren gelden dezelfde voorschriften als voor het wissen van rijen en kolommen.
  • Pagina 476 9-5-1 Commando’s van de modus S • 9-5 Commando’s van de modus S • In dit deel wordt uitgelegd hoe u de commando’s van de modus S SHT gebruikt. • u Een commando van de modus S SHT invoeren • 1.
  • Pagina 477: Commando's Van De Modus Ssht

    9-5-2 Commando’s van de modus S • k k k k k Overzicht van de commando’s van de modus S • In dit deel vindt u nadere uitleg over de functie en syntax van elk commando, met daarnaast praktijkvoorbeelden van het gebruik. Alles gegevens tussen vierkante haken ([ ]) in de syntax van elk commando mag u weglaten.
  • Pagina 478 9-5-3 Commando’s van de modus S • u u u u u CellMax( Functie: Retourneert de grootste waarde in het opgegeven celbereik. Syntax: CellMax( begincel: eindcel [ ) ] Voorbeeld: Bepaal de grootste waarde in het werkblad met A3 als linkerbovenhoek en C5 als rechterbenedenhoek, en voer het resultaat in cel A1 in: u u u u u CellMean( Functie:...
  • Pagina 479 9-5-4 Commando’s van de modus S • u u u u u CellSum( Functie: Retourneert de som van de waarden in het opgegeven celbereik. Syntax: CellSum( begincel: eindcel [ ) ] Voorbeeld: Bepaal de som van de waarden in het werkblad met A3 als linkerbovenhoek en C5 als rechterbenedenhoek, en voer het resultaat in cel A1 in: u u u u u CellProd( Functie:...
  • Pagina 480: Statistische Grafieken

    9-6-1 Statistische grafieken 9-6 Statistische grafieken In dit deel wordt uitgelegd hoe u de grafiek tekent van spreadsheetgegevens. k k k k k Overzicht Behalve de selectie van de waarnemingsgetallen waarvan u de grafiek wilt tekenen, kunt u in de modus S SHT dezelfde grafische bewerkingen gebruiken als in de modus STAT.
  • Pagina 481: Frequency (Frequentie Van Een Waarde)

    9-6-2 Statistische grafieken k k k k k Grafiekkarakteristieken instellen Druk op 6(SET) in het submenu GRPH om een scherm te openen, zoals hieronder weergegeven, waarin u de grafiek kunt instellen. In de modus STAT kunt u de grafiek tekenen van waarnemingsgetallen die met List Editor zijn ingevoerd.
  • Pagina 482: Grafische Voorstelling Van Statistische Waarnemingen

    9-6-3 Statistische grafieken k k k k k Grafische voorstelling van statistische gegevens Hieronder wordt geïllustreerd hoe u statistische waarnemingen in de modus S SHT grafisch • voorstelt. Verder komen hier diverse methoden aan bod om het celbereik met de grafische gegevens te definiëren.
  • Pagina 483 9-6-4 Statistische grafieken 5. Stel de grafiekkarakteristieken in. • Meer informatie over het instellen van de karakteristieken Graph Type en Mark Type, vindt u onder “1. Andere karakteristieken van de grafiek” op pagina 6-1-2, “6-2 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met één variabele”, en “6-3 Grafieken en berekeningen in verband met statistische waarnemingen met twee variabelen”.
  • Pagina 484 9-6-5 Statistische grafieken k k k k k Instellen van het celbereik voor grafische gegevens Het celbereik XCellRange en YCellRange op het grafisch scherm worden automatisch ingesteld afhankelijk van de cellen die u in de spreadsheet selecteert. Ga als volgt te werk om deze instellingen manueel te veranderen.
  • Pagina 485: De Frequentie Van Elk Waarnemingsgetal Opgeven

    9-6-6 Statistische grafieken k k k k k Instellen van de frequentie De frequentie geeft aan hoeveel keer elk statistisch waarnemingsgetal wordt herhaald. De frequentie is standaard ingesteld op 1. Met deze instelling wordt elk waarnemingsgetal ( ) of koppel waarnemingsgetallen ( ) als één punt op de grafiek voorgesteld.
  • Pagina 486: Gebruik Van De Functie Calc

    9-7-1 Gebruik van de functie CALC 9-7 Gebruik van de functie CALC In dit deel wordt uitgelegd hoe u met de functie CALC statistische berekeningen op spreadsheetgegevens kunt uitvoeren. k k k k k Overzicht Behalve de selectie van de waarnemingsgetallen, kunt u in de modus S SHT dezelfde •...
  • Pagina 487 9-7-2 Gebruik van de functie CALC k k k k k Configureren van gegevens voor statistische berekeningen Als u een statistische berekening wilt uitvoeren in de modus S SHT, moet u de gegevens in • de spreadsheet invoeren en het celbereik opgeven voor de statistische berekening. Druk in het submenu CALC op 6(SET) om de cellen voor statistische berekening te definiëren.
  • Pagina 488: Een Statistische Berekening Uitvoeren

    9-7-3 Gebruik van de functie CALC k k k k k Statistische berekeningen uitvoeren Hieronder wordt geïllustreerd hoe u statistische berekeningen in de modus S • SHT uitvoert. u Een statistische berekening uitvoeren Voorbeeld Voer de onderstaande gegevens in een spreadsheet in, en pas daarop statistische berekeningen met twee variabelen en regressieberekeningen toe Hoogte...
  • Pagina 489 9-7-4 Gebruik van de functie CALC 9. Druk op J2(2VAR). • De lijst met resultaten voor statistische berekeningen met twee variabelen wordt weergegeven. Gebruik de cursortoets omhoog en omlaag om in het resultaatscherm te bladeren. • Meer informatie over de betekenis van alle waarden op het resultaatscherm vindt u onder “Weergave van kengetallen van statistische waarnemingen met twee variabelen”...
  • Pagina 490: Gebruik Van Het Geheugen In De Modus S • Sht

    9-8-1 Gebruik van het geheugen in de modus S • 9-8 Gebruik van het geheugen in de modus S • In dit deel wordt uitgelegd hoe u spreadsheetgegevens in het geheugen opslaat, en hoe u opgeslagen gegevens in een spreadsheet importeert. k k k k k Spreadsheetgegevens opslaan U kunt spreadsheetgegevens toewijzen aan een variabele, of opslaan in het geheugen voor lijsten, bestanden of matrices.
  • Pagina 491: De Inhoud Van Een Celbereik In Het Lijstgeheugen Opslaan

    9-8-2 Gebruik van het geheugen in de modus S • k k k k k Spreadsheetgegevens opslaan in het lijstgeheugen Ga als volgt te werk om een reeks cellen in een specifieke kolom of rij te selecteren, en de celgegevens in het lijstgeheugen op te slaan (List1 tot List26). u De inhoud van een celbereik in het lijstgeheugen opslaan 1.
  • Pagina 492: De Inhoud Van Een Celbereik In Het Bestandsgeheugen Opslaan

    9-8-3 Gebruik van het geheugen in de modus S • u De inhoud van een celbereik in het bestandsgeheugen opslaan 1. Selecteer het celbereik waarvan u de gegevens in het bestandsgeheugen wilt opslaan. 2. Druk op 6(g)3(STO)3(FILE). • In het veld “Cell Range” ziet u het celbereik dat u geselecteerd hebt in stap 1.
  • Pagina 493: Opmerking

    9-8-4 Gebruik van het geheugen in de modus S • k k k k k Gegevens uit het geheugen oproepen In dit deel wordt uitgelegd hoe u gegevens uit het geheugen voor lijsten, bestanden en matrices oproept, en deze in een spreadsheet invoert beginnende van een specifieke cel. Verder wordt uitgelegd hoe u variabelen in constanten en formules van de spreadsheet gebruikt.
  • Pagina 494: Gegevens Uit Een Bestandsgeheugen Oproepen In Een Spreadsheet

    9-8-5 Gebruik van het geheugen in de modus S • u Gegevens uit een bestandsgeheugen oproepen in een spreadsheet 1. Selecteer in de spreadsheet de linkerbovencel van het bereik waar u de opgeroepen gegevens wilt invoeren. 2. Druk op 6(g)4(RCL)2(FILE) om het scherm voor het oproepen van de gegevens te openen, zoals hieronder aangegeven.
  • Pagina 495: Hoofdstuk 10 Eactivity

    Hoofdstuk eActivity eActivity is een documentatietool en notitieblok voor studenten. Met de documentatietool kan een leraar elektronische voorbeelden en praktijkgevallen maken met bijbehorende tekst, wiskundige uitdrukkingen, grafieken en tabellen. Via eActivity kan de student problemen verkennen, notities optekenen als leidraad bij het leren en de probleemoplossing en hun leerervaring delen door hun werk in een bestand op te slaan.
  • Pagina 496: Overzicht Van Eactivity

    • {DEL} ... {wist het eActivity bestand dat momenteel in de bestandslijst is geselecteerd} • {SRC} ... {start de zoekactie naar bestanden} • {SD}/{SMEM} ... {wijzigt de geheugenzone} (alleen fx-9860G SD) Als de inhoud van het opslaggeheugen in de bestandslijst wordt weergegeven, is het menu voor deze functietoets “SD”...
  • Pagina 497 10-1-2 Overzicht van eActivity k k k k k Werkruimte in het functiemenu Als u een eActivity bestand opent, verschijnt een werkruimte met de huidige inhoud van eActivity. Hieronder ziet u waaruit de werkruimte van eActivity is samengesteld. Merk op dat alle informatie van eActivity op één enkel scherm kan worden weergegeven.
  • Pagina 498 10-1-3 Overzicht van eActivity k k k k k Functies in het menu Text Line {FILE} • … {weergave van het submenu FILE} • {SAVE} … {slaat het bestand dat u wijzigt op en overschrijft de vorige (niet-gewijzigde) versie} • {SV •...
  • Pagina 499 10-1-4 Overzicht van eActivity k k k k k Functies in het menu Math Line en Stop Line {FILE} • … Idem als {FILE} onder “Functies van het menu Text Line” (pagina 10-1-3). {STRP} • … Idem als {STRP} onder “Functies van het menu Text Line” (pagina 10-1-3). {CALC} •...
  • Pagina 500 10-1-5 Overzicht van eActivity k k k k k Functies van het menu Strip {FILE} • … Idem als {FILE} onder “Functies van het menu Text Line” (pagina 10-1-3), behalve voor {SIZE}. • {SIZE} … {weergave van de grootte van de strip die momenteel geselecteerd is of waar de cursor staat} {STRP} •...
  • Pagina 501 10-1-6 Overzicht van eActivity 1. Kies in het hoofdmenu de modus e ACT. • 2. Een nieuw eActivity bestand maken 1. Druk op 2(NEW). 2. Voer de eActivity bestandsnaam in (8 karakters) in het dialoogvenster dat wordt weergegeven, en druk op w. •...
  • Pagina 502 10-1-7 Overzicht van eActivity 2. Geef de SOLVE-berekening op en voer het voorschrift in. AK4(CALC)1(Solve) cvx+v-d, 3. Voer de initieel geschatte waarde, de ondergrens en de bovengrens in. a,a,ba) 4. Druk op w om de oplossing te berekenen voor • De oplossing ( = 1) wordt weergegeven en de cursor gaat naar het begin van de volgende regel.
  • Pagina 503 10-1-8 Overzicht van eActivity 6. Teken de grafiek van de uitdrukking met behulp van de grafische strip. 1. Druk op w na het selecteren van de grafische strip “Graph draw” die u in stap 5 hebt aangemaakt. • Een grafisch scherm wordt weergegeven. 2.
  • Pagina 504: Werken Met Eactivity Bestanden

    10-2-1 Werken met eActivity bestanden 10-2 Werken met eActivity bestanden In dit deel wordt uitgelegd welke bewerkingen u in het scherm met de eActivity bestanden kunt uitvoeren. k Een geheugengebied selecteren om de bestanden weer te geven Als u drukt op de functietoets 6 wordt geschakeld tussen de eActivity bestandslijst in het interne geheugen en de SD-kaart die in de sleuf is geplaatst.
  • Pagina 505 10-2-2 Werken met eActivity bestanden • Het is niet nodig een map te openen om een nieuw bestand aan te maken in de hoofddirectory op de SD-kaart of het interne geheugen. • Meer informatie over het aanmaken van een nieuwe map vindt u in “Een map in het interne geheugen of op de SD-kaart aanmaken”...
  • Pagina 506 10-2-3 Werken met eActivity bestanden u u u u u Een bestand wissen 1. Als de bestandslijst op het scherm wordt weergegeven, drukt u op de functietoets 6 om het geheugengebied te selecteren (intern geheugen of SD-kaart) waar het bestand staat dat u wilt wissen.
  • Pagina 507: Gegevens In Eactivity Bestanden Invoeren En Wijzigen

    10-3-1 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen 10-3 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen Hieronder ziet u welke gegevens van eActivity bestanden u kunt invoeren en bewerken. Tekstregels Strip Wiskundige regels Regeleinde Tekstregel In een tekstregel kunt u karakters, getallen en uitdrukkingen als niet-uitvoerbare tekst invoeren.
  • Pagina 508: De Werkruimte Van Eactivity Verticaal Verschuiven

    10-3-2 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen k k k k k Navigeren in de werkruimte van eActivity u De werkruimte van eActivity verticaal verschuiven U kunt de werkruimte per regel of per scherm verschuiven. • Druk op f als de cursor in de bovenste regel van de werkruimte staat om het scherm één regel naar boven te verschuiven.
  • Pagina 509: De Huidige Regel Veranderen In Een Tekstregel

    10-3-3 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u De huidige regel veranderen in een tekstregel 1. Controleer in de werkruimte van eActivity het menu van de functietoets 3. • Staat het toetsmenu 3 op “TEXT”, dan betekent dit dat de huidige regel al een tekstregel is.
  • Pagina 510: Gebruik Van Wiskundige Regels

    10-3-4 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u De inhoud van een tekstregel invoeren en wijzigen • In een tekstregel kunt u maximaal 255 geheugenbytes als tekst gebruiken. Als er aanvullende tekst is die niet in het weergavegebied van de tekstregel past, verschijnen links en rechts van de tekstregel schuifpijlen (]').
  • Pagina 511: Een Berekeningsformule In Eactivity Invoeren

    10-3-5 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Een berekeningsformule in eActivity invoeren 1. Verander in de werkruimte van eActivity de regel op de huidige cursorpositie in een wiskundige regel, of voeg een nieuwe wiskundige regel in. • “De huidige regel veranderen in een wiskundige regel” hieronder •...
  • Pagina 512: Een Wiskundige Regel Invoegen

    10-3-6 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Een wiskundige regel invoegen Om een wiskundige regel in te voegen Drukt u op deze toets: terwijl de cursor op deze positie staat: 5(INS)2(CALC) In een wiskundige regel 6(g)3(INS)2(CALC) In een tekstregel 3(INS)2(CALC) In een strip De wiskundige regel wordt ingevoegd boven de regel of strip op de huidige cursorpositie.
  • Pagina 513: Voorbeeld Van Regeleinde

    10-3-7 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Voorbeeld van regeleinde In het volgende scherm ziet u hoe u met regeleinden de stappen in een berekening kunt groeperen. π A: Als u θ vervangt door een waarde (hier ) in de uitdrukking in regel 1, wordt (sin θ...
  • Pagina 514: Een Strip Invoegen

    10-3-8 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen k Een strip invoegen Via een strip kunt u gegevens uit grafieken, grafieken van kegelsneden, spreadsheets, en andere toepassingen in eActivity insluiten. Bedenk dat u in elke strip slechts één toepassingsscherm (bijvoorbeeld het scherm Graph of het scherm Graph Editor voor gegevens in de modus GRAPH) kunt gebruiken.
  • Pagina 515 10-3-9 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Een strip invoegen 1. Verplaats de cursor naar de locatie waar u de strip wilt invoegen. 2. Druk op 2(STRP). • In het dialoogvenster dat wordt weergegeven ziet u de lijst met strips die u kunt invoegen. 3.
  • Pagina 516 10-3-10 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen Selecteert u een strip Als u dit gegevenstype wilt insluiten: van dit type: Het scherm Dynamic Graph in de modus DYNA Dynamic Graph Het scherm Financial in de modus TVM Financial Het scherm Spreadsheet in de modus S SpreadSheet •...
  • Pagina 517 10-3-11 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u De titel van een strip wijzigen 1. Gebruik f en c om de strip aan te klikken waarvan u de titel wilt wijzigen. 2. Voer de nieuwe titel in. • Druk op d of op e om de tekstcursor weer te geven, en wijzig daarna de huidige titel.
  • Pagina 518: Een Toepassing Vanuit Een Strip Oproepen

    10-3-12 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Een toepassing vanuit een strip oproepen 1. Gebruik de cursortoetsen f en c om de strip aan te klikken waarvan u de toepassing wilt oproepen. 2. Druk op w. • De eerste keer dat u de toepassing oproept na het invoegen van een strip, is het toepassingsscherm leeg.
  • Pagina 519: Praktijkvoorbeelden Van Strips

    10-3-13 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Schakelen tussen een toepassingsscherm dat vanuit een strip is opgeroepen en een ander toepassingsscherm Druk op !,(,). • Gebruik in de lijst met toepassingen die wordt weergegeven f en c om de naam aan te klikken van het scherm waarop u wilt overschakelen, en druk daarna op w.
  • Pagina 520 10-3-14 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen 3. Druk op w om het grafisch scherm op te roepen. • Aangezien we nog geen gegevens hebben ingevoerd, is het grafisch scherm leeg. 4. Druk op !6(G↔T) om het scherm Graph Editor te openen. •...
  • Pagina 521: Voorbeeld Van Een Strip Table Editor

    10-3-15 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Voorbeeld van een strip Table Editor In dit voorbeeld gebruiken we een strip Table Editor om het voorschrift in te voeren, en te verwijzen naar “List 1” van List Editor voor het interval van de -variabele om een tabel met getalwaarden te maken.
  • Pagina 522: Kopiëren En Plakken Gebruiken Om Een Grafiek Te Tekenen

    10-3-16 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen 8. Open het scherm List Editor (pagina 6-1-1). • Druk op !,(,) om de lijst met toepassingen weer te geven, selecteer List Editor, en druk daarna op w. 9. Voer de waarden in List 1 in. 10.
  • Pagina 523 10-3-17 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen u Kopiëren en plakken gebruiken om een grafiek te tekenen 1. Voer de stappen 1 tot 7 onder “Een strip Graph maken” (pagina 10-3-13) uit om een strip Graph te maken met de titel “Graph draw”. •...
  • Pagina 524: Gebruik Van Notes

    10-3-18 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen k Gebruik van Notes Notes is een teksteditor die u alleen in eActivity kunt gebruiken. U kunt het scherm Notes oproepen vanuit een strip Notes in de werkruimte van eActivity. In het scherm Notes kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren. u Tekst invoeren en wijzigen In het scherm Notes wordt tekst ingevoerd op de huidige cursorpositie.
  • Pagina 525: Een Regel Of Strip Van Eactivity Wissen

    10-3-19 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen k Een regel of strip van eActivity wissen Ga als volgt te werk om een regel of strip uit een werkruimte van eActivity te wissen. Denk erom dat wanneer u een wiskundige regel wist, zowel de ingevoerde uitdrukking als het resultaat worden gewist.
  • Pagina 526: Een Eactivity Bestand Opslaan

    10-3-20 Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen k Een eActivity bestand opslaan Na het invoeren of wijzigen van gegevens in de werkruimte van eActivity, kunt u deze opslaan in een bestand onder een nieuwe naam (Opslaan als), of de vorige versie van het gewijzigde bestand overschrijven (Opslaan).
  • Pagina 527: Gebruik Van Matrix Editor En List Editor

    10-4-1 Gebruik van Matrix Editor en List Editor 10-4 Gebruik van Matrix Editor en List Editor Naast de stripbewerking voor het oproepen van toepassingsschermen in eActivity (pagina 10-3-12), kunt u het functiemenu eActivity ook gebruiken om Matrix Editor en List Editor op te roepen.
  • Pagina 528: List Editor Oproepen

    10-4-2 Gebruik van Matrix Editor en List Editor k List Editor oproepen U kunt List Editor oproepen om een lijst in te voeren op een MATH-regel in de werkruimte voor eActivity. Opmerking De gegevens die u aanmaakt door List Editor op te roepen door de volgende handelingen uit te voeren, kunt u alleen gebruiken in de berekeningsregel van de werkruimte voor eActivity.
  • Pagina 529: Scherm Over Het Geheugengebruik Van Het Eactivity Bestand

    10-5-1 Scherm over het geheugengebruik van het eActivity bestand 10-5 Scherm over het geheugengebruik van het eActivity bestand De grootte van een eActivity bestand is beperkt. In het scherm over het geheugengebruik van het eActivity bestand kunt u de huidige geheugenruimte controleren en nagaan hoeveel geheugen er vrij is voor het eActivity bestand dat u bewerkt.
  • Pagina 530 Hoofdstuk Menu met systeeminstellingen In het menu met systeeminstellingen kunt u systeemgegevens bekijken en systeemparameters instellen. In het menu voor systeeminstellingen kunt u de volgende acties uitvoeren: • Het schermcontrast instellen • Automatische uitschakeling instellen • De systeemtaal opgeven • De versie van het besturingssysteem en de 11-1 Gebruik van het menu met systeeminstellingen 11-2 Systeeminstellingen...
  • Pagina 531: Gebruik Van Het Menu Met Systeeminstellingen

    11-1-1 Gebruik van het menu met systeeminstellingen 11-1 Gebruik van het menu met systeeminstellingen Kies in het hoofdmenu de modus SYSTEM en geef de volgende menuopties weer. • 1( ) ... {schermcontrast instellen} • 2(APO) ... {automatische uitschakeling instellen} • 3(LANG) ... {systeemtaal} •...
  • Pagina 532: Systeeminstellingen

    11-2-1 Systeeminstellingen 11-2 Systeeminstellingen k k k k k Contrast instellen Kies de optie (Contrast) om het schermcontrast in te stellen. Wanneer het beginscherm van de modus SYSTEM wordt weergegeven, drukt u op 1( om het scherm Contrast Adjustment weer te geven. •...
  • Pagina 533 11-2-2 Systeeminstellingen k k k k k Systeemtaal instellen Met de optie LANG kunt u bepalen in welke taal ingebouwde toepassingen worden weergegeven. Met invoegtoepassingen (add-ins) kunt u diverse andere talen installeren. u u u u u De berichttaal kiezen 1.
  • Pagina 534: Versie-/Id-Nummerlijst

    11-3-1 Versie-/ID-nummerlijst 11-3 Versie-/ID-nummerlijst In de versie-/ID-nummerlijst vindt u de volgende opties. • Versie van het besturingssysteem • Versies van de invoegtoepassing (add-in) • Versies van de add-in berichtgegevens • Versies van de add-in menugegevens • Product-ID • Gebruikersnaam U kunt de gewenste gebruikersnaam registreren. u u u u u Versiegegevens bekijken 1.
  • Pagina 535 11-3-2 Versie-/ID-nummerlijst u u u u u Een gebruikersnaam registreren 1. Druk terwijl de versie-/ID-nummerlijst op het scherm staat op 1(NAME) om het invoerscherm van de gebruikersnaam te openen. 2. Voer maximaal acht karakters voor de gebruikersnaam in. 3. Druk na het invoeren van de naam op w om de naam te registreren en terug te keren naar de versie-/ID-nummerlijst.
  • Pagina 536: Initialiseren (Reset)

    11-4-1 Initialiseren (Reset) 11-4 Initialiseren (Reset) 1. Wanneer het beginscherm van de modus SYSTEM wordt weergegeven, drukt u op 5(RSET) om het eerste scherm Reset weer te geven. • 1(STUP) ... {configuratie initialiseren} • 2(MAIN) ... {gegevens in hoofdgeheugen wissen} •...
  • Pagina 537 11-4-2 Initialiseren (Reset) 2. Druk op de functietoets voor de RESET-bewerking die u wilt uitvoeren. 3. Er verschijnt een bevestigingsbericht. Druk op 1(Yes) om de opgegeven RESET- bewerking uit te voeren, of druk op 6(No) om deze bewerking ongedaan te maken. Scherm dat verschijnt wanneer 2 (MAIN) ingedrukt wordt bij stap 2.
  • Pagina 538: Hoofdstuk 12 Uitwisselen Van Gegevens

    12-4 Waarop u moet letten tijdens het uitwisselen van gegevens 12-5 Verzenden van afbeeldingen 12-6 Invoegtoepassingen (add-ins) 12-7 De modus MEMORY Belangrijk! Alle verwijzingen naar het SD-kaartgeheugen in dit hoofdstuk gelden alleen voor de rekenmachine fx-9860G SD, die met een SD-kaartsleuf is uitgerust. 20050301...
  • Pagina 539: Het Koppelen Van Twee Toestellen

    Kabel # Voor deze configuratie worden de volgende # Bewaar het beschermkapje goed, want u moet modellen ondersteund. het onmiddellijk terugplaatsen als u de fx-9860G SD rekenmachine ontkoppelt. fx-9860G # De datapoorten moeten afgedekt blijven als ze niet gebruikt worden.
  • Pagina 540: Het Koppelen Van Een Rekenmachine En Een Computer

    • Nadat het doorsturen van gegevens beëindigd is, zet u eerst de rekenmachine uit en dan pas computer. Ontkoppel daarna beide toestellen. # Via de rekenmachine fx-9860G SD/fx-9860G # Het uitwisselen van gegevens wordt kunt u ook met een computer programma’s...
  • Pagina 541: Het Uitwisselen Van Gegevens

    Het verzenden gebeurt volgens volgende parameters: • 3-pens seriële poort • Snelheid (BPS): max. 9600 bps (verbinding met serie CFX-9850) max. 115200 bps (verbinding met andere fx-9860G SD/fx-9860G) • Pariteit (PARITY): NONE • USB-poort • De communicatiesnelheid voldoet aan de USB-normen.
  • Pagina 542 12-3-2 Het uitwisselen van gegevens k k k k k Het uitwisselen van gegevens Verbind de beide toestellen, en voer de volgende handelingen uit. Ontvangend toestel Om het toestel klaar te maken voor de ontvangst van gegevens, drukt u op 2(RECV) als het menu voor het regelen van uitwisselingen op het scherm staat.
  • Pagina 543: Geselecteerde Gegevenstypes Verzenden

    12-3-3 Het uitwisselen van gegevens Druk op 1(MAIN) of op 2(SMEM) om het scherm voor het uitkiezen van gegevens op te roepen. Als op 1 (MAIN) wordt gedrukt Als op 2 (SMEM) wordt gedrukt • {SEL} ... {nieuwe gegevens selecteren} •...
  • Pagina 544: Een Verzending Uitvoeren

    12-3-4 Het uitwisselen van gegevens u Een verzending uitvoeren Nadat u de te verzenden gegevenstypes hebt aangeduid, drukt u op 6(TRAN). Het zendend toestel vraagt nu om dit te bevestigen. • 1(Yes) ... de gegevens worden verzonden • 6(No) ... het scherm voor het uitkiezen van de gegevens verschijnt opnieuw Druk op 1(Yes) om met het verzenden te beginnen.
  • Pagina 545: Het Kabeltype Opgeven

    12-3-5 Het uitwisselen van gegevens k Het kabeltype opgeven Voer de volgende handelingen uit om het kabeltype op te geven om gegevens uit te wisselen. 1. Druk in het menu dat het uitwisselen van gegevens regelt op 4(CABL). Het keuzescherm van het kabeltype wordt weergegeven.
  • Pagina 546: Waarop U Moet Letten Tijdens Het Uitwisselen Van Gegevens

    12-4-1 Waarop u moet letten tijdens het uitwisselen van gegevens 12-4 Waarop u moet letten tijdens het uitwisselen van gegevens Volgende gegevenstypes kunnen verzonden worden. Controle op Gegevenstype Inhoud overschrijven* <PROGRAM> Groep programma’s Programma-inhoud Programmanamen (Alle programma’s worden weergegeven) <MATRIX> Groep matrices Inhoud van de geheugens voor matrices (A tot Z, en Ans) <LISTFILE>...
  • Pagina 547 12-4-2 Waarop u moet letten tijdens het uitwisselen van gegevens Controle op Gegevenstype Inhoud overschrijven* <CAPTURE> Groep interne geheugens CAPT Gegevens uit het interne geheugen (1 tot 20) Neen SETUP Instellingen Neen Besturingssysteem en door toepassingen SYSTEM gedeelde gegevens (klembord, Neen herhalingsfunctie, wijzigingsoverzicht, etc.), die niet hierboven vermeld staan...
  • Pagina 548: Gegevens Uitwisselen Met Een Rekenmachine Van Een Ander Model

    12-4-3 Waarop u moet letten tijdens het uitwisselen van gegevens • Er ontstaat een fout als tijdens het uitwisselen van gegevens de verbinding tussen de toestellen onderbroken wordt, of als de parameters van twee toestellen niet overeenkomen of als er zich een ander probleem in de communicatie voordoet. Als dat gebeurt, druk dan op J om de fout op te heffen en verhelp het probleem voordat u opnieuw probeert gegevens uit te wisselen.
  • Pagina 549: Verzenden Van Afbeeldingen

    12-5-1 Verzenden van afbeeldingen 12-5 Verzenden van afbeeldingen k Afbeeldingen verzenden naar een computer Voer de volgende handelingen uit om een schermbeeld van de rekenmachine naar een com- puter te verzenden. U moet deze stappen uitvoeren wanneer de FA-124 software op de com- puter draait.
  • Pagina 550: Automatische Verzending Van Afbeeldingen Op Een Ohp-Toestel

    12-5-2 Verzenden van afbeeldingen k Automatische verzending van afbeeldingen op een OHP-toestel Voer de volgende handelingen uit om het schermbeeld van deze rekenmachine met vaste tussentijden naar een OHP-toestel te verzenden. 1. Verbind de rekenmachine via de USB-kabel met het OHP-toestel. 2.
  • Pagina 551: Invoegtoepassingen (Add-Ins)

    12-6-1 Invoegtoepassingen (add-ins) 12-6 Invoegtoepassingen (add-ins) Via invoegtoepassingen (add-ins) kunt u beschikbare toepassingen en andere software afzonderlijk installeren om de rekenmachine aan uw specifieke eisen aan te passen. Invoegtoepassingen worden geïnstalleerd vanaf een computer die de uitwisseling van gegevens gebruikt zoals beschreven op pagina 12-3-1. De volgende software kunt u als invoegtoepassing (add-in) installeren.
  • Pagina 552: De Modus Memory

    • {MAIN} ... {informatie uit het hoofdgeheugen weergeven} • {SMEM} ... {informatie uit het opslaggeheugen weergeven} • {SD} ... {informatie over het SD-kaartgeheugen weergeven} (alleen fx-9860G SD) • {BKUP} ... {reservekopie van hoofdgeheugen} • {OPT} ... {opslaggeheugen, SD-kaart optimaliseren}...
  • Pagina 553: Scherm Met Geheugeninformatie

    12-7-2 De modus MEMORY k Scherm met geheugeninformatie Druk op 1(MAIN) om gebruiksgegevens over het hoofdgeheugen te bekijken. Druk op 2(SMEM) om gebruiksgegevens over het opslaggeheugen te bekijken. Druk op 3(SD) om gebruiksgegevens over het SD-kaartgeheugen te bekijken. • Gebruik de cursortoetsen f en c om het gewenste pictogram aan te klikken, en controleer het aantal geheugenbytes dat door elk gegevenstype wordt gebruikt.
  • Pagina 554 12-7-3 De modus MEMORY Klik een gegevensgroep of map aan en druk op w om de inhoud van de gegevensgroep of map weer te geven. Als u drukt op J, keert u terug naar het vorige scherm. Als de inhoud van het opslaggeheugen of de map van de SD-kaart worden weergegeven, ziet u op de eerste regel de naam van de map.
  • Pagina 555 12-7-4 De modus MEMORY Gegevensnaam Inhoud <CAPTURE> Groep interne geheugens CAPT = 1 tot 20) Intern geheugen CONICS Instellingen van kegelsneden <PROGRAM> Groep programma’s Elke programmanaam Programma’s <S-SHEET> Groep spreadsheets Elke spreadsheetnaam Spreadsheetgegevens Elke naam van de Toepassingsspecifieke gegevens invoegtoepassing (add-in) <F-MEM>...
  • Pagina 556: Een Map Aanmaken In Het Opslaggeheugen Of Op Een Sd-Kaart

    12-7-5 De modus MEMORY k Een map aanmaken in het opslaggeheugen of op een SD-kaart Ga als volgt te werk om mappen in het opslaggeheugen en op de SD-kaart aan te maken en te hernoemen. u Een nieuwe map aanmaken 1.
  • Pagina 557: Een Map Hernoemen

    12-7-6 De modus MEMORY u Een map hernoemen 1. Selecteer in het scherm met de informatie over het opslag- of SD-kaartgeheugen de map die u wilt hernoemen. 2. Druk op 5(RN F) om het scherm te openen om de map te hernoemen. •...
  • Pagina 558 12-7-7 De modus MEMORY • Desgewenst kunt u meerdere bestanden selecteren. 1(SEL) → • Als u een groep of map selecteert, wordt de volledige inhoud ervan ook geselecteerd. Als u de selectie van een groep of map opheft, wordt de selectie van de bijbehorende inhoud ook ongedaan gemaakt.
  • Pagina 559: Gegevens Kopiëren

    J, keert u terug naar het beginscherm van de modus MEMORY. Als u gegevens van het opslaggeheugen naar de SD-kaart kopieert, verschijnt een van de onderstaande schermen (alleen fx-9860G SD). Het scherm waar u de bestandsnaam kunt invoeren wordt niet weergegeven als u gegevens uit het opslaggeheugen en/of de SD-kaart kopieert naar het hoofdgeheugen.
  • Pagina 560: Foutcontroles Tijdens Het Kopiëren Van Gegevens

    12-7-9 De modus MEMORY Als u een *.g1m bestand naar het hoofdgeheugen kopieert, wordt het bestand teruggezet op het oorspronkelijke type (niet-g1m). Als u een *.g1m bestand naar een SD-kaart kopieert, wordt dit als *.g1m bestand gekopieerd. Als u een kopieerbewerking uitvoert terwijl de gegevensgroep (<MATRIX>, <LISTFILE>, <G- MEM>, <V-WIN>, <PICTURE>, <PROGRAM>, <F-MEM>) is geselecteerd, wordt de extensie *.g1m toegevoegd aan elk bestand in de gegevensgroep.
  • Pagina 561 12-7-10 De modus MEMORY De controle op overschrijven wordt alleen voor de volgende gegevenstypes uitgevoerd. Alle andere gegevenstypes worden gekopieerd zonder te controleren of er gegevensbestanden met dezelfde naam bestaan. • Programma’s • Matrices • Lijstbestanden • Grafiekgeheugens • Dynamisch grafiekgeheugens •...
  • Pagina 562: Een Bestand In Het Hoofdgeheugen Wissen

    • Druk op 1(Yes) om het bestand te wissen. • Druk op 6(No) om de wisbewerking te annuleren. u Bestanden op de SD-kaart wissen (alleen fx-9860G SD) 1. Druk in het beginscherm van de modus MEMORY op 3(SD). • De lijst met bestanden op de SD-kaart wordt weergegeven.
  • Pagina 563 12-7-12 De modus MEMORY k k k k k Een bestand zoeken Ga als volgt te werk om een specifiek bestand in het hoofdgeheugen, het opslaggeheugen of op de SD-kaart te zoeken. u Een bestand in het hoofdgeheugen zoeken * Voorbeeld Zoek alle bestanden in het hoofdgeheugen waarvan de naam begint met de letter “R”...
  • Pagina 564: Een Bestand In Het Opslaggeheugen Zoeken

    • Het eerste bestand waarvan de naam begint met de letter “S” wordt op het scherm gemarkeerd. u Een bestand op de SD-kaart zoeken (alleen fx-9860G SD) Voorbeeld Zoek alle bestanden op de SD-kaart waarvan de naam begint met de letter “R”...
  • Pagina 565: Een Reservekopie Maken Van De Gegevens In Het Hoofdgeheugen

    • b ... opslaggeheugen • c ... SD-kaart 3. Druk op b of op c (alleen fx-9860G SD). Het keuzescherm van de map wordt weergegeven. 4. Gebruik f en c om de map te selecteren waar u de gegevens wilt opslaan.
  • Pagina 566: Reservekopiegegevens Terugzetten In Het Hoofdgeheugen

    • b ... Terugzetten van het opslaggeheugen • c ... Terugzetten van de SD-kaart 3. Druk op b of op c (alleen fx-9860G SD). Het keuzescherm van de map wordt weergegeven. 4. Gebruik f en c om een map te selecteren.
  • Pagina 567 12-7-16 De modus MEMORY 5. Druk op w.* • Er verschijnt een bericht waarin u dient te bevestigen of u de reservekopiegegevens wel of niet wilt terugzetten. Druk op 1(Yes) om de gegevens te herstellen en de huidige inhoud van het hoofdgeheugen te wissen.
  • Pagina 568: Het Opslag- Of Sd-Kaartgeheugen Optimaliseren

    1. Druk in het beginscherm van de modus MEMORY op 5(OPT) om het opslaggeheugen te optimaliseren. 2. Selecteer het geheugen dat u wilt optimaliseren (alleen fx-9860G SD). • b ... opslaggeheugen • c ... SD-kaart 3. Druk op b of c om het optimaliseren te starten.
  • Pagina 569: Hoofdstuk 13 Werken Met Sd-Kaarten (Alleen Fx-9860G Sd)

    Hoofdstuk Werken met SD-kaarten (alleen fx-9860G SD) U kunt de gegevens van uw rekenmachine bewaren op SD- kaarten. U kunt de gegevens uit het hoofdgeheugen en het interne geheugen van en naar een SD-kaart kopiëren. 13-1 Een SD-kaart gebruiken 13-2 Een SD-kaart formatteren...
  • Pagina 570: Een Sd-Kaart Gebruiken

    • Plaats nooit andere voorwerpen in de SD-kaartsleuf. Als u dat toch doet, kan de rekenmachine beschadigd raken. • Als water of vreemde voorwerpen in de SD-kaartsleuf terechtkomen, moet u de rekenmachine onmiddellijk uitschakelen, de batterijen verwijderen en contact opnemen met uw verkoper of met het dichtstbijzijnde erkende CASIO servicecentrum. 20050301...
  • Pagina 571: De Sd-Kaart Verwijderen

    13-1-2 Een SD-kaart gebruiken u De SD-kaart verwijderen 1. Duw op de SD-kaart en laat deze los. • Hierdoor komt de kaart gedeeltelijk uit de sleuf. 2. Pak de SD-kaart vast met uw vingers en trek die uit de sleuf. Belangrijk! •...
  • Pagina 572: Een Sd-Kaart Formatteren

    13-2-1 Een SD-kaart formatteren 13-2 Een SD-kaart formatteren • Voer de stappen onder “11-4 Initialiseren” uit om een SD-kaart te formatteren. 20050301...
  • Pagina 573: Voorzorgsmaatregelen Tijdens Het Gebruik Van Sd-Kaarten

    13-3-1 Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van SD-kaarten 13-3 Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van SD-kaarten • Problemen met SD-kaarten kunt u doorgaans oplossen door de kaart opnieuw te formatteren. Aangeraden wordt altijd meerdere SD-kaarten bij de hand te houden om problemen met gegevensopslag te voorkomen. •...
  • Pagina 574: Bijlage

    Bijlage Lijst met mogelijke foutmeldingen Gebruikte intervallen Kenmerken van het toestel α Index van het toetsenbord Punt P (als het toestel blokkeert) Voeding 20050301...
  • Pagina 575: Lijst Met Mogelijke Foutmeldingen

    α -1-1 Lijst met mogelijke foutmeldingen 1 Lijst met mogelijke foutmeldingen Foutmelding Betekenis Remedie Druk op J om de fout te vinden Syntax ERROR • Fout tegen de syntax • • Poging om een ongeldig commando en verbeter ze. in te voeren Ma ERROR •...
  • Pagina 576 α -1-2 Lijst met mogelijke foutmeldingen Foutmelding Betekenis Remedie • De berekening of geheugenbewerking • Gebruik alleen het aantal Memory ERROR overschrijdt de resterende geheugens dat momenteel is geheugencapaciteit. toegestaan. • Vereenvoudig de gegevens die opgeslagen moeten worden zodat ze wel passen in de beschikbare geheugenruimte.
  • Pagina 577 α -1-3 Lijst met mogelijke foutmeldingen Foutmelding Betekenis Remedie No Variable • Er is geen variabele opgegeven in • Geef een variabele op voor het een grafiekfunctie die voor grafiekvoorschrift. dynamische grafieken wordt • Voer een Solve-vergelijking met gebruikt. een variabele in. •...
  • Pagina 578 SD-kaart opnieuw formatteren. Data is • Het alleen-lezen kenmerk van de • Schakel het alleen-lezen kenmerk SD-kaart in de rekenmachine is van de SD-kaart uit. protected* geactiveerd via een computer etc. * alleen fx-9860G SD 20050301...
  • Pagina 579: Gebruikte Intervallen

    α -2-1 Gebruikte intervallen 2 Gebruikte intervallen Interval voor oplossingen Aantal Nauwkeurigheid Functie Opmerkingen met reële getallen cijfers intern In principe is Voor tan | < 9 × (10 (DEG) | )° | ≠ 90(2 de nauwkeurig- +1): DEG | < 5 × 10 πrad 15 cijfers (RAD) |...
  • Pagina 580 α -2-2 Gebruikte intervallen Interval voor oplossingen Aantal Functie Nauwkeurigheid Opmerkingen met reële getallen cijfers intern In principe is de nauwkeurig- < 1 × 10 Pol ( 15 cijfers heid ±1 op het 10e cijfer.* | < 1 × 10 Voor tan θ...
  • Pagina 581 α -2-3 Gebruikte intervallen Functie Interval Bewerkingen Na omzetting behoren de ingevoerde getallen tot het volgende interval: DEC: –2147483648 < < 2147483647 in het twee-, BIN: 1000000000000000 < < 1111111111111111 (negatief) acht-, tien- en zestientallig 0 < < 111111111111111 (0, positief) OCT: 20000000000 <...
  • Pagina 582: Kenmerken Van Het Toestel

    60 minuten. Werktemperatuurgebied: 0°C tot 40°C Afmetingen: 24 mm (dikte) × 92,5 mm (breedte) × 184,5 mm (lengte) Gewicht: fx-9860G SD : Ca. 265 g (inclusief batterij) fx-9860G : Ca. 260 g (inclusief batterij) 20050301...
  • Pagina 583: Uitwisselen Van Gegevens 3-Pens Seriële Poort

    α -3-2 Kenmerken van het toestel Uitwisselen van gegevens 3-pens seriële poort Methode: Start-stop (asynchroon), half-duplex Overdrachtsnelheid (BPS): 115200 bits/seconde (normaal bedrijf) 9600 bits/seconde (bij aansluiting met CFX-9850/fx-7400; commando’s voor verzenden/ontvangen) 38400 bits/seconde (commando’s Send38k/Receive38k) < > 115200 bits/seconde Pariteit: EVEN Bitlengte: 8 bits Stopbit: Verzenden: 1 bit...
  • Pagina 584: Index Van Het Toetsenbord

    α -4-1 Index van het toetsenbord 4 Index van het toetsenbord Gecombineerd Toets Hoofdfunctie Gecombineerd met! met a Trace Eerste optie uit het menu Leesfunctie voor coördinaten. voor de functietoetsen. Zoom Tweede optie uit het menu Zoomfunctie. voor de functietoetsen. V-Window Scherm met de instelling Derde optie uit het menu...
  • Pagina 585: S(Voorwaardelijke Instructie-Commando)

    α -4-2 Index van het toetsenbord Gecombineerd Gecombineerd met ! Toets Hoofdfunctie met a Schermvenster naar beneden Cursor één stap naar beneden. Schermvenster in de modus e ACT or RUN schuift naar beneden. Sprong naar de volgende • • (invoermodus MATH). grafiek bij het aflezen van coördinaten.
  • Pagina 586 α -4-3 Index van het toetsenbord Gecombineerd Gecombineerd met ! Toets Hoofdfunctie met a De vorm van de cursor veranderen om CLIP Invoer van aan te geven dat de klembordfunctie Invoer van het cijfer 8. de letter N. ingeschakeld is. PASTE De tekenreeks naar het klembord Invoer van...
  • Pagina 587: Punt P (Als Het Toestel Blokkeert)

    α -5-1 Punt P (als het toestel blokkeert) 5 Punt P (als het toestel blokkeert) Als u drukt op het punt P, worden de standaardinstellingen van de rekenmachine hersteld. Punt P Let op! Door te drukken op het punt P wist u de volledige inhoud van het geheugen. Doe dit dus nooit, tenzij u dat juist wilt.
  • Pagina 588: Voeding

    α -6-1 Voeding 6 Voeding Deze rekenmachine wordt gevoed door vier AAA-formaat batterijen (LR03 (AM4)). Een CR2032 lithiumbatterij dient voor noodsteun en zorgt ook dat het geheugen bewaard blijft. Stop onmiddellijk met rekenen en vervang de batterijen als u het volgende scherm ziet: Als u toch verder rekent, schakelt het toestel zichzelf uit om de opgeslagen gegevens te beschermen.
  • Pagina 589: Vervangen Van De Batterijen

    α -6-2 Voeding k Vervangen van de batterijen Voorzorgen: Door verkeerd gebruik kunnen batterijen gaan lekken of ontploffen en zo het toestel beschadigen. Volg dus deze raadgevingen: • Plaats de batterijpolen (+)/(–) op de juiste plaats. • Gebruik geen batterijen van verschillende merken door elkaar.
  • Pagina 590 α -6-3 Voeding 1. Druk op !o(OFF) om het toestel af te zetten. Let op! • Schakel het toestel uit vóór u de batterijen vervangt, anders gaan de opgeslagen gegevens verloren. 2. Schuif de beschermhoes op het toestel en pas op dat u daarbij niet op o drukt. Draai daarna het toestel om.
  • Pagina 591 α -6-4 Voeding De noodbatterijvervangen • Vóór u de noodbatterij vervangt, moet u zich ervan vergewissen dat de voedingsbatterijen niet leeg zijn. • Verwijder nooit de nood- en voedingsbatterijen tegelijk. • Vervang de noodbatterij minstens om de 5 jaar, ook als u het toestel zelden gebruikt. Als u dat niet doet, kunnen de geheugengegevens verloren gaan.
  • Pagina 592: Wat Betreft Het Automatisch Uitzetten Van Het Toestel

    α -6-5 Voeding 6. Maak eerst met een zacht, droog doekje beide kanten van de nieuwe batterij schoon, en plaats ze dan met de positieve (+) kant naar boven in het toestel. 7. Plaats de beschermkap op de noodbatterij en schroef ze vast. Plaats ook het deksel van de batterijhouder terug.
  • Pagina 593 CASIO COMPUTER CO., LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan TL0509-B...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fx-9860g

Inhoudsopgave