u De inhoud van een celbereik in het bestandsgeheugen opslaan
1. Selecteer het celbereik waarvan u de gegevens in het bestandsgeheugen wilt opslaan.
2. Druk op 6(g)3(STO)3(FILE).
• In het veld "Cell Range" ziet u het celbereik dat u
geselecteerd hebt in stap 1.
3. Druk op c om "File [1~6]" aan te klikken.
4. Voer een bestandsnummer in van 1 tot 6, en druk vervolgens op w.
5. Druk op 6(EXE) of op w om de gegevens in het bestandsgeheugen op te slaan.
• Als reeds gegevens aan het door u geselecteerde bestandsgeheugen zijn toegekend,
worden die vervangen door de nieuwe gegevens.
k k k k k Spreadsheetgegevens opslaan in het matrixgeheugen
Ga als volgt te werk om de inhoud van een celbereik op te slaan in het matrixgeheugen
(A tot Z).
u De inhoud van een celbereik in het matrixgeheugen opslaan
1. Selecteer het celbereik waarvan u de gegevens in het matrixgeheugen wilt opslaan.
2. Druk op 6(g)3(STO)4(MAT).
• In het veld "Cell Range" ziet u het celbereik dat u
geselecteerd hebt in stap 1.
3. Druk op c om "Mat Name" aan te klikken.
4. Voer de naam in van het matrixgeheugen (A tot Z) waar u de gegevens wilt opslaan.
5. Druk op 6(EXE) of op w om de gegevens in het matrixgeheugen op te slaan.
• Als reeds gegevens aan het door u geselecteerde matrixgeheugen zijn toegekend,
worden die vervangen door de nieuwe gegevens.
# Als u stap 5 in de bovenstaande procedure
uitvoert, wordt de waarde in elke cel die leeg
is, tekst bevat of waarvoor ERROR wordt
weergegeven, veranderd in 0.
9-8-3
Gebruik van het geheugen in de modus S
20050301
SHT
•