Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegeven
u Waarop u moet letten bij het instellen van het weergavevenster (V-Window)
• Als u 0 invoert voor de stapwaarde van T θ , verschijnt een foutmelding.
• Als u een ongeldig getal invoert (getal buiten het interval, minteken zonder getal, etc.),
verschijnt een foutmelding.
• Als de maximale T θ -waarde kleiner is dan de minimale T θ -waarde, wordt de stapwaarde
van T θ negatief.
• U kunt ook uitdrukkingen (zoals 2π) invoeren als parameterwaarde van het
weergavevenster.
• Is de instelling van het weergavevenster zó dat de assen buiten het venster vallen,
dan wordt de schaal van de as weergegeven aan de rand van het scherm die het
dichtst bij de oorsprong ligt.
• Als u de parameters van het weergavevenster verandert, verdwijnt de grafiek en
verschijnen de nieuwe assen.
• Als u de waarde Xmin of Xmax verandert, wordt de waarde Xdot automatisch aangepast.
Als u de waarde Xdot verandert, wordt de waarde Xmax automatisch aangepast.
• Een grafiek met voorschriften in poolcoördinaten (r =) of voorschriften waarin x en y
afhangen van een parameter (Parm) zullen niet nauwkeurig zijn als de ingestelde
stapwaarde van T θ te groot is ten opzichte van het verschil tussen de minimale T θ -
waarde en de maximale T θ -waarde. Maar als de stapwaarde van T θ te klein wordt
ingesteld ten opzichte van het verschil tussen de minimale T θ -waarde en de maximale
T θ -waarde, dan zal er heel veel tijd nodig zijn om de grafiek te tekenen.
• De parameters voor het weergavevenster liggen tussen
–9,999999999
E
5-2-2
97 en 9,999999999
97
E
20050301