Advertenties
Internet Services
14. Als u SMB als protocol hebt geselecteerd, klikt u op het invoervak Share en voert u de naam van
de gedeelde map in via het toetsenbord.
15. Klik op het invoervak Documentpad en voer uw scanbestemming in via het toetsenbord.
16. Schakel zo nodig het selectievakje Submap .XSM voor opdrachten van het type 1 bestand
per pagina, bestandsindeling in. Zo kunt u submappen maken wanneer u een document
scant. De submap wordt in de scanbestemmingsmap gemaakt en bevat de bestanden die het
apparaat maakt wanneer u een document scant.
17. Selecteer de gewenste optie voor Opslagbeleid.
•
Nieuw bestand hernoemen: hiermee wordt uw gescande beeld als een nieuw bestand
opgeslagen. Als u een document scant met dezelfde naam als een bestand dat al in uw
bestandsopslagplaats aanwezig is, voegt het apparaat de datum en tijd van de scan toe
om een nieuwe bestandsnaam te maken.
•
Toevoegen aan bestaand bestand: hiermee wordt uw gescande beeld toegevoegd aan
het bestand dat al met dezelfde naam bestaat.
•
Bestand overschrijven: hiermee wordt het bestaande bestand overschreven en in plaats
daarvan het nieuwe bestand opgeslagen.
•
Niet opslaan: hiermee wordt het proces stopgezet en wordt het bestand niet opgeslagen.
•
Datum aan naam toevoegen: hiermee wordt de huidige datum aan het einde van de
bestandsnaam toegevoegd.
18. Selecteer de aanmeldgegevens voor toegang tot de gewenste bestemmingsoptie. De
aanmeldgegevens zijn de gebruikersnaam en toegangscode die nodig zijn voor toegang tot de
scanbestemming.
Geverifieerde gebruiker en domein: wordt gebruikt als de gebruikersnaam en het
•
domein geverifieerd worden door de LDAP-server.
•
Aangemelde gebruiker: wordt gebruikt als de gebruikersnaam geverifieerd wordt door de
LDAP-server.
•
Vragen bij gebruikersinterface: elke gebruiker wordt gevraagd om verificatiegegevens in
te voeren op het bedieningspaneel van het apparaat.
•
Opgeslagen in sjabloon: wordt gebruikt als de gebruikersnaam en toegangscode op deze
pagina worden ingevoerd en in het geheugen van het apparaat worden opgeslagen.
19. Als u Opgeslagen in sjabloon hebt geselecteerd in het menu Aanmeldingsgegevens voor
toegang tot de bestemming, klikt u op het invoervak Aanmeldingsnaam en voert u de
gebruikersnaam in met het toetsenbord.
•
Klik op het invoervak Toegangscode en voer de benodigde toegangscode in met het
toetsenbord. Voer de toegangscode nogmaals in het invoervak Toegangscode
bevestigen in.
•
Schakel Selecteren om nieuwe toegangscode op te slaan in om de toegangscode en
gebruikersnaam op te slaan.
20. Selecteer zo nodig het selectievakje Inschakelen in het gedeelte Opdrachtlog (.XST) opslaan
in Opslagplaats om informatie over het gescande beeld op te slaan in de
scanbestemmingsmap.
21. Klik op de toets Toevoegen om uw sjabloon op te slaan.
Meer informatie
Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen
Een sjabloon wijzigen via Internet Services
Een sjabloon kopiëren in Internet Services
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)
Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus
640
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
www.xerox.com/support.
Handleiding voor de gebruiker
Advertenties
