Internet Services
Een opdracht opslaan voor opnieuw afdrukken via Internet Services
Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met
de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden
voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF
en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending.
Opmerking:
Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties
selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten. Als u geavanceerde afdrukfuncties zoals watermerken
en katernopmaak wilt selecteren, moet u deze in de printerdriver selecteren voordat u uw
afdrukklare bestand maakt.
Opmerking:
Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het
apparaat zijn geïnstalleerd.
Opgeslagen opdrachten zijn documenten die naar het apparaat zijn verzonden en daar opgeslagen
zijn voor toekomstig gebruik. Opgeslagen opdrachten kunnen worden geopend en afgedrukt op het
apparaat en via Internet Services.
U kunt de optie Opgeslagen opdrachten gebruiken als handige manier voor het opslaan van
veelgebruikte documenten die u wilt afdrukken, zoals formulieren. Opgeslagen opdrachten kunnen
worden bewaard met de printerdriver en Internet Services. U kunt opgeslagen opdrachten
afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat en via Internet Services.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
1. Open de webbrowser op uw computer.
2. Voer met het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het
apparaat. Bijvoorbeeld: Als het IP-adres 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Opmerking:
U vindt het IP-adres van uw apparaat door op Apparaatstatus te drukken en het
tabblad Apparaatinformatie te selecteren. U kunt ook een configuratieoverzicht afdrukken of
het adres aan uw systeembeheerder vragen.
3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden.
4. Klik op het tabblad Afdrukken.
5. Klik op de toets Bladeren... en blader naar uw afdrukklare bestand.
6. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Dubbelklik op het bestand om het te selecteren of
klik eenmaal op het bestand en klik vervolgens op de toets Openen. De bestandsnaam en het
bestandspad worden weergegeven in het vak Bestandsnaam.
7. Selecteer Opdracht opslaan voor opnieuw afdrukken in het keuzemenu Opdrachttype.
8. Selecteer de gewenste optie.
•
Opslaan: hiermee wordt uw opdracht voor later gebruik opgeslagen, maar wordt er geen
exemplaar afgedrukt.
•
Opslaan en afdrukken: hiermee wordt uw opdracht opgeslagen en wordt er ook een
exemplaar naar het apparaat verzonden om te worden afgedrukt.
9. Klik zo nodig in het invoervak Opdrachtnaam en voer de naam van uw opdracht in via het
toetsenbord. Als u geen naam invoert, wordt de bestandsnaam gebruikt als opdrachtnaam.
624
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker