Kopiëren
13. Selecteer het invoervak Invoeging na pagina en voer het paginanummer van de invoeging in
met de aantaltoetsen.
Opmerking:
De paginanummers zijn in dit geval de fysieke paginanummers, niet de
paginanummers die op het document zijn afgedrukt. Bij 2-zijdig kopiëren heeft elke pagina
van uw document 2 paginanummers, dus moet u elke zijde van uw document meetellen. Als u
gebruik maakt van de optionele invoeglade, telt elke invoeging als 1 pagina en moet u hiermee
rekening houden bij het invoeren van de paginanummers voor de resterende invoegingen.
Gebruik de optie Toevoer invoeglade als u de invoegeenheid gebruikt om invoegvellen in te
voeren.
14. Selecteer de papiertoevoer die voor de invoeging nodig is.
•
Als er een tabblad moet worden ingevoegd, moet u ervoor zorgen dat de correcte volgorde
van de tabbladen wordt gebruikt en dat het correcte aantal tabbladen voor de opdracht
wordt geplaatst. Als u op tabbladen afdrukt, gebruikt u de optie Tabverschuiving om aan te
geven hoeveel verschuiving nodig is om te zorgen dat het beeld correct op de tab wordt
afgedrukt.
15. Selecteer de toets Toevoegen.
16. Herhaal de vorige vier stappen zo nodig totdat alle gewenste invoegingen zijn
geprogrammeerd.
17. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
18. Als u een speciale pagina wilt bewerken of verwijderen, selecteert u de speciale pagina in de
lijst en selecteert u vervolgens de gewenste actie in het menu.
19. Selecteer de toets OK.
20. Selecteer de gewenste opties.
21. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
22. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
23. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
24. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op Opdrachtstatus van het bedieningspaneel
om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
25. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
De functie Beeldverschuiving gebruiken om het gekopieerde beeld te verplaatsen
Papier in lade 7 (invoeglade) plaatsen
Een kopieeropdracht opbouwen met meerdere pagina- of segmentinstellingen
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Papier in lade 1 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 2 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 3 plaatsen
Papier in lade 4 plaatsen
Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 6 plaatsen
Verschillende papiersoorten plaatsen
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
135