Download Print deze pagina

Xerox WorkCentre 5800 Series Handleiding Voor De Gebruiker pagina 331

Verberg thumbnails Zie ook voor WorkCentre 5800 Series:

Advertenties

Afdrukken
Opmerking:
KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het
apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt
neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer de optie Afwerkopties... in het menu Afwerking.
7. Selecteer de gewenste nietoptie.
Geen nietjes: hiermee worden alle door u ingevoerde nietinstellingen geannuleerd.
1 nietje: hiermee wordt één nietje in de linkerbovenhoek van het document geplaatst.
2 nietjes: hiermee worden 2 nietjes aan de lange kant van het document geplaatst.
Meer nietjes: hiermee worden drie of vier nietjes langs de geselecteerde kant geplaatst.
Het aantal nietjes is afhankelijk van het gekozen papierformaat. Bijvoorbeeld: 4 nietjes =
A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE), A3 (11 x 17 inch) en 8 x 10 inch LKE. 3 nietjes = 8 x 10 inch KKE,
A4 KKE (8,5 x 11 inch KKE), A5 KKE (8,5 x 5,5 inch KKE) en B5 KKE (8,5 x 14 inch KKE).
Opmerking:
Bij sommige nietopties wordt het beeld door het apparaat geroteerd. Als u niet
kunt nieten, controleer dan of Beeldrotatie op Auto-roteren is ingesteld in Hulpprogramma's.
De opties voor beeldrotatie worden door de systeembeheerder ingesteld bij de installatie van
het apparaat.
8. Selecteer Perforeren in het menu Perforeren.
Selecteer zo nodig de toets Niet perforeren om alle door u ingevoerde instellingen te
annuleren.
9. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
11. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
13. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens Afdrukken.
14. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Een document afdrukken met de PCL-printerdriver
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
329

Advertenties

loading