Internet Services
Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden
voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF
en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending.
Opmerking:
Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties
selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten. Als u geavanceerde afdrukfuncties zoals watermerken
en katernopmaak wilt selecteren, moet u deze in de printerdriver selecteren voordat u uw
afdrukklare bestand maakt.
Opmerking:
Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het
apparaat zijn geïnstalleerd.
Met de sorteringsopties kunt u uw kopieën sorteren in sets (1,2,3 1,2,3 1,2,3) of stapels (1,1,1 2,2,2
3,3,3).
1. Open de webbrowser op uw computer.
2. Voer met het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het
apparaat. Bijvoorbeeld: Als het IP-adres 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Opmerking:
U vindt het IP-adres van uw apparaat door op Apparaatstatus te drukken en het
tabblad Apparaatinformatie te selecteren. U kunt ook een configuratieoverzicht afdrukken of
het adres aan uw systeembeheerder vragen.
3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden.
4. Klik op het tabblad Afdrukken.
5. Klik op de toets Bladeren... en blader naar uw afdrukklare bestand.
6. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Dubbelklik op het bestand om het te selecteren of
klik eenmaal op het bestand en klik vervolgens op de toets Openen. De bestandsnaam en het
bestandspad worden weergegeven in het vak Bestandsnaam.
7. Selecteer de gewenste optie voor Sets/stapels.
•
Auto: hiermee worden de geprogrammeerde instellingen in het afdrukklare bestand
gebruikt.
•
Sets: hiermee worden de kopieën in sets gesorteerd: 1,2,3 1,2,3 1,2,3.
•
Stapels: hiermee worden de kopieën in stapels gesorteerd: 1,1,1 2,2,2 3,3,3.
8. Klik op de toets Opdracht verzenden.
9. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens Afdrukken.
12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus
630
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker