Internet Services
U vindt het IP-adres van uw apparaat door op Apparaatstatus te drukken en het
Opmerking:
tabblad Apparaatinformatie te selecteren. U kunt ook een configuratieoverzicht afdrukken of
het adres aan uw systeembeheerder vragen.
3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden.
4. Klik op het tabblad Scannen.
5. Selecteer zo nodig Sjablonen in het menu Weergave in de linkerbovenhoek. Als de
systeembeheerder geen mailboxen heeft ingesteld, ziet u het menu Weergave niet en wordt u
direct doorgeleid naar de pagina Sjablonen.
6. Selecteer de koppeling Nieuwe sjabloon maken in het menu Sjabloonbewerkingen.
7. Klik in het invoervak Sjabloonnaam en voer een naam in voor uw sjabloon via het toetsenbord.
8. Klik in het invoervak Beschrijving en voer een beschrijving in voor uw sjabloon met behulp van
het toetsenbord.
9. Klik op het invoervak Eigenaar en voer de naam in van de eigenaar van de sjabloon via het
toetsenbord.
10. Voer een scanbestemming in.
Ofwel
•
Selecteer het keuzerondje Een scanbestemming invoeren.
•
Klik in het invoervak Beschrijvende naam en voer een naam in voor uw sjabloon via het
toetsenbord. De beschrijvende naam wordt weergegeven in het gedeelte
Sjabloonbeschrijving van het scherm Werkstroom scannen op het bedieningspaneel van
het apparaat. Als u geen weergavevolgorde opgeeft, worden sjablonen alfabetisch
weergegeven op Beschrijvende naam.
Of
•
Selecteer het keuzerondje Selecteren uit vooraf gedefinieerde lijst.
•
Selecteer de gewenste bestemming in het menu Bestandsbestemming.
11. Selecteer het protocol dat u voor het scannen van uw documenten wilt gebruiken. Het protocol
is afhankelijk van de locatie van uw bestandsopslagplaats. Raadpleeg de System Administrator
Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie over het instellen van een
bestandsopslagplaats.
FTP: hiermee wordt FTP (File Transfer Protocol) gebruikt om naar een computer te
•
scannen. Selecteer deze optie als u een FTP-applicatie op uw computer hebt.
SFTP: hiermee wordt SFTP (Secure File Transfer Protocol) gebruikt om naar een computer
•
te scannen. Selecteer deze optie als u een SFTP-applicatie op uw computer gebruikt.
•
SMB: hiermee wordt SMB (Server Message Block) gebruikt om naar een computer te
scannen. Selecteer deze optie om naar een Windows-computer te scannen. Selecteer SMB
als u niet zeker weet welk protocol u moet kiezen.
•
HTTP: hiermee wordt HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) gebruikt om naar een computer
te scannen. Selecteer deze optie om via HTTP naar een webserver te scannen.
•
HTTPS: hiermee wordt HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol) via SSL (Secure Sockets Layer)
gebruikt om naar een computer te scannen. Selecteer deze optie om via HTTPS naar een
webserver te scannen.
•
NetWare: hiermee wordt het Netware-protocol gebruikt om naar een computer te
scannen. Selecteer deze optie als u NetWare gebruikt. Deze optie is alleen beschikbaar als
NetWare op uw apparaat is ingeschakeld.
12. Selecteer de gewenste optie voor Naam of IP-adres en voer de juiste gegevens in het vak IP-
adres: Poort in.
13. Klik zo nodig op het invoervak IP-adres en voer het adres van uw scanbestemming in via het
toetsenbord.
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
639