Scannen
10. Selecteer de toets Resolutie.
11. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie.
•
72 dpi: produceert het kleinste bestand en wordt aanbevolen voor bestanden die alleen op
een computer worden weergegeven.
•
100 dpi: levert lage afdrukkwaliteit en wordt aanbevolen voor tekstdocumenten van lage
kwaliteit. Deze instelling kan het beste worden gebruikt voor bestanden die op een
computer worden weergegeven in plaats van bestanden die worden afgedrukt.
•
150 dpi: levert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage kwaliteit.
Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van gemiddelde
kwaliteit.
•
200 dpi: produceert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage
kwaliteit. Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocument en lijntekeningen van
gemiddelde kwaliteit.
•
300 dpi : levert hoge afdrukkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor hoogwaardige
tekstdocumenten die moeten worden verwerkt in een OCR-toepassing (Optical Character
Recognition - Optische tekenherkenning). Deze instelling wordt ook aanbevolen voor
lijntekeningen van hoge kwaliteit en foto's en grafische afbeeldingen van gemiddelde
kwaliteit. Dit is in de meeste gevallen de beste standaardresolutie.
•
400 dpi: levert gemiddelde afdrukkwaliteit voor foto's en afbeeldingen en wordt
aanbevolen voor foto's en grafische afbeeldingen.
•
600 dpi: levert de grootste beeldbestanden, maar ook de hoogste beeldkwaliteit. Deze
instelling wordt aanbevolen voor foto's en grafische afbeeldingen van hoge kwaliteit.
12. Selecteer de toets OK.
13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)
Gebruik van de functie Scannen naar
Beeldverbetering
Achtergrondonderdrukking selecteren via de functie Scannen naar
Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer
of netwerk opslaan.
Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met
daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er
geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen.
284
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
www.xerox.com/support.
Handleiding voor de gebruiker