Faxen
13. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op Opdrachtstatus van het bedieningspaneel
om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Faxen lichter of donkerder maken (interne fax)
Beeldopties voor faxen kiezen (interne fax)
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Uitleg over de faxopties
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)
Beeldverbetering
Een beeldverbeteringsoptie kiezen voor faxen (interne fax)
Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste
faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
Met de opties voor Beeldverbetering kan de kwaliteit van de afdrukken verbeterd worden door de
achtergrond te verminderen of het contrast aan te passen.
Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren
door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij
originelen op gekleurd papier.
Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel
of te weinig beeldcontrast verbeteren.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk twee keer op de knop Alle wissen van het bedieningspaneel en selecteer Bevestigen op
het aanraakscherm om eventuele eerdere programmeringsselecties te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm.
5. Selecteer een optie voor het invoeren van ontvangergegevens of selecteer Overslaan.
6. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit.
7. Selecteer de toets Beeldverbetering.
8. Selecteer de gewenste optie(s).
9. Selecteer de toets OK.
10. Selecteer de gewenste opties.
11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
www.xerox.com/support.
169