Kopiëren
6. Selecteer zo nodig Geavanceerd... voor toegang tot alle afwerkopties. Het aantal weergegeven
opties is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid en pakketten (er zijn mogelijk niet
genoeg opties voor een knop Geavanceerd...).
7. Selecteer de gewenste nietoptie.
Gebruik de optie Geen als er geen afwerking nodig is voor de kopieën.
•
1 nietje: hiermee wordt één nietje in de linkerbovenhoek van het document geplaatst.
•
2 nietjes: hiermee worden 2 nietjes aan de lange kant van het document geplaatst.
•
Meer nietjes: hiermee worden drie of vier nietjes langs de geselecteerde kant geplaatst.
Het aantal nietjes is afhankelijk van het gekozen papierformaat. Bijvoorbeeld: 4 nietjes =
A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE), A3 (11 x 17 inch) en 8 x 10 inch LKE. 3 nietjes = 8 x 10 inch KKE,
A4 KKE (8,5 x 11 inch KKE), A5 KKE (8,5 x 5,5 inch KKE) en B5 KKE (8,5 x 14 inch KKE).
Opmerking:
Bij sommige nietopties wordt het beeld door het apparaat geroteerd. Als u niet
kunt nieten, controleer dan of Beeldrotatie op Auto-roteren is ingesteld in Hulpprogramma's.
De opties voor beeldrotatie worden door de systeembeheerder ingesteld bij de installatie van
het apparaat.
Opmerking:
KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in
het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig
wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt
ingevoerd).
8. Selecteer de gewenste opties voor Sets/stapels, Origineelrichting en Papiertoevoer.
9. Selecteer de toets OK.
10. Selecteer de gewenste opties.
11. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
12. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
14. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op Opdrachtstatus van het bedieningspaneel
om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
15. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Afleveringsoptie Geen voor kopieën gebruiken
Kopieën sorteren
Kopieën perforeren
Kopieën voorbereiden om ze als katern op te maken
Kopieën in drieën vouwen
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Handleiding voor de gebruiker
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
105