Kopiëren
Opmerking:
De opties voor Opmaak en stijl zijn pas beschikbaar als er ten minste één aantekening
is geprogrammeerd.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk twee keer op de knop Alle wissen van het bedieningspaneel en selecteer Bevestigen op
het aanraakscherm om eventuele eerdere programmeringsselecties te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Kopiëren op het aanraakscherm. De kopieerfuncties worden weergegeven.
5. Selecteer het tabblad Afleveringsformaat.
6. Selecteer de toets Aantekeningen.
7. Selecteer de gewenste optie(s) voor Aantekeningen. U kunt meer dan één optie selecteren,
maar dan moet u voor elke optie een andere plek selecteren.
•
Paginanummers: hiermee wordt automatisch een paginanummer op de pagina
afgedrukt.
•
Opmerking: hiermee wordt een opmerking van maximaal 50 alfanumerieke tekens aan de
pagina toegevoegd.
•
Datum: hiermee wordt de datum van vandaag aan de pagina toegevoegd.
•
Bates-stempel: hiermee wordt een geselecteerde Bates-stempel aan de pagina
toegevoegd.
8. Selecteer de toets OK.
9. Selecteer de gewenste opties.
10. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
13. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op Opdrachtstatus van het bedieningspaneel
om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
14. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Paginanummers toevoegen aan kopieën
Opmerkingen toevoegen aan kopieën
Een datum afdrukken op kopieën
Een Bates-stempel afdrukken op kopieën
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
138
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker