Faxen
12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
13. Het scherm Opdrachtvoortgang geeft de voortgang van de huidige opdracht weer. Als het
scherm Opdrachtvoortgang is gesloten, drukt u op Opdrachtstatus van het bedieningspaneel
om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Achtergrondonderdrukking voor faxen toevoegen of verwijderen (interne fax)
Faxcontrast instellen (interne fax)
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Uitleg over de faxopties
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)
Achtergrondonderdrukking voor faxen toevoegen of verwijderen (interne fax)
Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste
faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren
door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij
originelen op gekleurd papier.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk twee keer op de knop Alle wissen van het bedieningspaneel en selecteer Bevestigen op
het aanraakscherm om eventuele eerdere programmeringsselecties te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm.
5. Selecteer een optie voor het invoeren van ontvangergegevens of selecteer Overslaan.
6. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit.
7. Selecteer de toets Beeldverbetering.
8. Selecteer Auto-onderdrukking in het menu Achtergrondonderdrukking om automatisch
ongewenste achtergrond te onderdrukken.
Selecteer zo nodig Uit om de functie Achtergrondonderdrukking uit te schakelen. De optie
•
Uit komt met name van pas als de aanpassing Donkerder niet het gewenste resultaat
oplevert voor lichte originelen, als het origineel een grijze of gekleurde rand heeft (zoals
een certificaat), of als u fijne details naar voren wilt halen die verloren zijn gegaan als
gevolg van een donkere rand bij ingebonden originelen.
9. Selecteer de toets OK.
10. Selecteer de gewenste opties.
11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
170
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
www.xerox.com/support.
Handleiding voor de gebruiker