Afdrukken
Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden. De
opdracht wordt op dezelfde manier als een afdrukopdracht vanaf uw computer naar het apparaat
verzonden, maar in plaats van de opdracht af te drukken wordt deze via een telefoonlijn naar de
opgegeven faxbestemming gefaxt.
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw
apparaat installeren en inschakelen.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer de gewenste optie in het menu Opdrachttype.
7. Selecteer de gewenste optie(s).
8. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
9. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
10. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
11. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
12. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens Afdrukken.
13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Een document afdrukken met de PCL-printerdriver
Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus
Een vastgehouden opdracht vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
Een beveiligde afdrukopdracht vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
Toegang tot uw persoonlijke lijst met beveiligde opdrachten via het menu Opdrachtstatus
Vastgehouden opdrachten in een openbare wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
Vastgehouden opdrachten in een privé-wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus
De wachtrij met niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten bekijken via het menu
Opdrachtstatus
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
310
®
®
Xerox
WorkCentre
5800/5800i-serie multifunctionele printer
www.xerox.com/support.
Handleiding voor de gebruiker