Afdrukken
Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit
verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de
systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd.
Gebruik de optie Geen afwerking als er geen afwerking nodig is voor de kopieën.
Met de nietopties kunt u uw document nieten. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de
geïnstalleerde afwerkeenheid. De basisopties voor nieten zijn Uit, 1 nietje, 2 nietjes en Meer nietjes.
Met de optie Perforeren kunt u het apparaat in elke afgedrukte pagina gaten laten maken. Elk vel
wordt afzonderlijk geperforeerd. Er is dus geen beperking voor het aantal pagina's per set.
Perforeren kan alleen worden geselecteerd voor A4-papier LKE (8,5 x 11 inch LKE) en A3-papier (11
x 17 inch).
Opmerking:
KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het
apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt
neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
Met de opties voor Katern kunt u automatisch gevouwen en geniete katernen maken. Er kan
automatisch een omslag aan het katern worden toegevoegd.
Met de opties voor Vouwen kunt u één vel A4-papier (8,5 x 11 inch) met een gewicht van 60 tot
120 g/m² (16 tot 32 lb) vouwen. Pagina's kunnen in tweeën of in drieën worden gevouwen met een
C-vouw
of een Z-vouw
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer de gewenste optie voor Afwerking.
7. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
9. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Een document afdrukken met de PCL-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Handleiding voor de gebruiker
®
Xerox
WorkCentre
.
®
5800/5800i-serie multifunctionele printer
www.xerox.com/support.
323