Download Print deze pagina
Xerox WorkCentre 5735 Handleiding Voor De Gebruiker
Verberg thumbnails Zie ook voor WorkCentre 5735:

Advertenties

Versie 2.0
December 2010
Xerox
WorkCentre™
®
5735/5740/5745/5755/5765/5775/
5790
Handleiding voor de gebruiker

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Xerox WorkCentre 5735

  • Pagina 1 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Handleiding voor de gebruiker...
  • Pagina 2 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Aan de slag ..............7 Inleiding.
  • Pagina 4 Faxen ............... . 71 Faxoverzicht .
  • Pagina 5 ID-kaart kopiëren............205 Inleiding.
  • Pagina 6 Algemene zorg en problemen oplossen ........295 Algemene zorg .
  • Pagina 7 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Aan de slag...
  • Pagina 8 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 9 Inhoudsopgave Inleiding ................10 Ondersteuning .
  • Pagina 10 Ondersteuning Als u tijdens of na de installatie van het product hulp nodig hebt, kunt u de Xerox-website bezoeken voor online oplossingen en ondersteuning. Mocht u daarna nog vragen hebben, neem dan telefonisch contact op met het Xerox Welcome Centre of met een Xerox-vertegenwoordiger in uw regio.
  • Pagina 11 Apparaatoverzicht Apparaatoverzicht Bedieningspaneel: Aanraakscherm en Afwerkeenheid voor grote volumes: Met deze cijfertoetsen. optionele afwerkeenheid kunnen uw afdrukken in sets worden afgeleverd, gestaffeld, gestapeld en geniet. Er kunnen bij deze afwerkeenheid een AVH- module, een eenheid voor in drieën vouwen en een perforatoreenheid worden geïnstalleerd.
  • Pagina 12 Functies en opties Functies en opties Er zijn een aantal functies en opties beschikbaar voor gebruik bij uw apparaat. Veel functies worden standaard geleverd en hoeven alleen ingeschakeld of geconfigureerd te worden met aanvullende hardware van derden. Optionele functies en sets zijn ook beschikbaar en kunnen worden aangeschaft en geïnstalleerd.
  • Pagina 13 Standaard wordt de zwart/wit-scanner geleverd. Beveiligingspakket Biedt aanvullende beveiligingsfuncties, zoals opties voor beeldoverschrijving. Xerox Secure Access Biedt een kaartleesapparaat, waarmee de toegang tot het apparaat wordt beperkt. Kleurenscanner Voor het scannen van beelden in kleur (aangebracht in fabriek).
  • Pagina 14 Functies en opties WorkCentre kopieerapparaat/printer/scanner-modellen Legenda: Standaard Optioneel Niet beschikbaar WorkCentre Beschrijving AOD Voert 75 (alleen het model 35) of 100 enkel- of dubbelzijdige originelen in. Er kunnen documenten van formaat A5 tot en met A3 (5,5 x 8,5 inch tot 11 x17 inch) worden ingevoerd. Aangebracht in plaats van de afdekklep van de glasplaat.
  • Pagina 15 Werkstroom scannen in. Standaard wordt de zwart/wit-scanner geleverd. Beveiligingspakket Biedt aanvullende beveiligingsfuncties, zoals opties voor beeldoverschrijving. Xerox Secure Access Biedt een kaartleesapparaat, waarmee de toegang tot het apparaat wordt beperkt. Kleurenscanner Voor het scannen van beelden in kleur (aangebracht in fabriek).
  • Pagina 16 Overzicht van het bedieningspaneel Overzicht van het bedieningspaneel Startpagina Functies: Met deze toets hebt u Afdrukken onderbreken: Gebruik deze toets om toegang tot alle functies op het apparaat. de huidige opdracht te onderbreken om een afdrukopdracht te kunnen uitvoeren die een hogere prioriteit heeft.
  • Pagina 17 Aan- en uitzetten Aan- en uitzetten Aanzetten Het apparaat moet op een geschikte stroombron zijn aangesloten en de stekker moet goed in het stopcontact en in het apparaat zijn gestoken. Druk de schakelaar AAN/UIT in. Het volledige startproces (alle geïnstalleerde opties inschakelen) neemt minder dan 3 minuten in beslag.
  • Pagina 18 Aan- en uitzetten Energiebesparing Het apparaat is ontworpen voor een laag energieverbruik en brengt het energieverbruik automatisch terug na een periode van inactiviteit. De systeembeheerder kan opties voor Energiebesparing instellen. Met de toets Energiebesparing op het bedieningspaneel worden de opties voor Uitschakelen weergegeven.
  • Pagina 19 Voor informatie over het plaatsen van speciaal afdrukmateriaal kunt u terecht in het gedeelte Papiersoorten en afdrukmaterialen op pagina 241 van Papier en ander afdrukmateriaal Specificatie- informatie voor de WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 is beschikbaar op www.xerox.com. WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Aan de slag...
  • Pagina 20 Sluit de AOD. Opmerking: Originelen worden slechts eenmaal gescand, zelfs als u meervoudige kopieën hebt geselecteerd. Specificatie-informatie voor de WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 vindt u op www.xerox.com. WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Aan de slag...
  • Pagina 21 Kopieën maken Kopieën maken Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 22 Open het document dat moet worden afgedrukt. Selecteer vanuit uw toepassing Bestand > Afdrukken en selecteer het Xerox-apparaat in de lijst met weergegeven printers. Als u de standaardafdrukeigenschappen wilt wijzigen, klikt u op Eigenschappen. De printerdriver bevat diverse tabbladen met opties en eigenschappen Gebruik het tabblad Papier/afl.
  • Pagina 23 Een fax verzenden Een fax verzenden Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 24 Serverfax Serverfax Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 25 Internetfax Internetfax Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 26 Internetfax Selecteer de gewenste functies voor uw faxopdracht via het aanraakscherm: Afdrukkleur wordt gebruikt om de oorspronkelijke kleuren te reproduceren of om de aflevering te wijzigen in zwart/wit, grijsschaal of kleur. Opmerking: Deze functie is mogelijk niet op uw apparaat beschikbaar. 2-zijdig scannen wordt gebruikt om te selecteren of uw originelen 1- of 2-zijdig zijn.
  • Pagina 27 Fax vanaf een PC verzenden Fax vanaf een PC verzenden Zorg dat de juiste Xerox-printerdriver op uw PC is geïnstalleerd en de optie Faxen vanaf pc beschikbaar is. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor instructies over het installeren van de printerdrivers.
  • Pagina 28 Werkstroom scannen Werkstroom scannen Met Werkstroom scannen kan de gebruiker een papieren origineel scannen en in een elektronisch bestand omzetten. Het bestand wordt in een gespecificeerde opslaglocatie op een netwerkserver, werkstation of harde schijf van het apparaat geplaatst. De instellingen voor het scannen van het origineel worden opgeslagen in een sjabloon.
  • Pagina 29 E-mail verzenden E-mail verzenden Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 30 E-mail verzenden Voer naar wens de details bij Bericht, Antwoord aan, Van en Onderwerp in. Selecteer de gewenste functies voor uw e-mail via het aanraakscherm: Afdrukkleur wordt gebruikt om de oorspronkelijke kleuren te reproduceren of om de aflevering te wijzigen in zwart/wit, grijsschaal of kleur. Opmerking: Deze functie is mogelijk niet op uw apparaat beschikbaar.
  • Pagina 31 Opdrachten opslaan voor opnieuw afdrukken Opdrachten opslaan voor opnieuw afdrukken Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 32 Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken Druk op de toets Startpagina Functies. Selecteer de optie Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken. Mappen met de opgeslagen opdrachten worden weergegeven. Selecteer de benodigde map. Gebruik zo nodig de schuifbalk voor toegang tot de mappen. Er verschijnt een lijst met opdrachten in de map.
  • Pagina 33 Aan-/afmelden Aan-/afmelden Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u wellicht aanmeld- gegevens invoeren om toegang tot sommige of alle functies te krijgen. Een afbeelding van een toets met een slot erop duidt aan dat u u moet aanmelden om die functie te kunnen gebruiken. U kunt u aanmelden door de toets Aan-/afmelden op het bedieningspaneel te selecteren.
  • Pagina 34 Productiviteit verhogen Productiviteit verhogen Uw apparaat is een krachtig, multifunctioneel apparaat met veel digitale functies die in één gestroomlijnd systeem zijn geïntegreerd. Het apparaat is ontworpen ter ondersteuning van grote werkgroepen in verschillende kantooromgevingen. U kunt meer doen met minder en uw werkstroom stroomlijnen met deze toepassingen die de productiviteit verbeteren, bijvoorbeeld •...
  • Pagina 35 Onderhoud en verbruiksartikelen Er zijn verscheidene verbruiksartikelen voor het apparaat die moeten worden bijgevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en artikelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen. Als u Xerox- verbruiksartikelen wilt bestellen, neem dan contact op met de plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger.
  • Pagina 36 Problemen oplossen Problemen oplossen De kwaliteit van de afdrukken en kopieën kan door verschillende factoren worden beïnvloed. Met de animaties en storingsberichten op het apparaat kunt u problemen eenvoudig opsporen en verhelpen. Sommige problemen kunnen worden opgelost door het apparaat opnieuw te starten. Als het probleem niet is opgelost nadat u het apparaat opnieuw hebt gestart, raadpleegt u de volgende tabel om oplossingen te vinden.
  • Pagina 37 Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Papierstoringen kunnen verschillende oorzaken hebben. Wanneer er een papierstoring optreedt, geeft het apparaat instructies op het scherm voor het verhelpen van de storing. Papierstoringen Voor afdrukken die voor het oplossen van de storing zijn verwijderd, worden automatisch nieuwe afdrukken gemaakt zodra de papierstoring is opgelost.
  • Pagina 38 De documentatie voor de gebruiker kan op het apparaat worden opgevraagd en afgedrukt zoals hierboven is beschreven. Andere documenten bevinden zich op een CD of kunnen worden gedownload vanaf de website van Xerox. WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Aan de slag...
  • Pagina 39 IP-adres van het apparaat en druk op Enter om de startpagina te bekijken. Klik op Index om de inhoud van de site Internet Services weer te geven. Klik op Help om naar de website van Xerox voor online-ondersteuning te gaan. Opmerking: U kunt het IP-adres van het apparaat te weten komen door een configuratieoverzicht af te drukken.
  • Pagina 40 Help WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Aan de slag...
  • Pagina 41 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Kopiëren...
  • Pagina 42 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 43 Inhoudsopgave Inleiding ................44 Kopieën maken .
  • Pagina 44 Inleiding Inleiding In dit hoofdstuk worden de kopieerfuncties van het apparaat beschreven, inclusief opties voor Verkleinen/ vergroten, 2-zijdig kopiëren, Opmaakaanpassing, Afdrukkwaliteit, Afleveringsformaat, Opdrachtmodule en andere kopieerfuncties. Wanneer via de kopieerfunctie op Start wordt gedrukt, scant het apparaat uw originelen en slaat de beelden tijdelijk op.
  • Pagina 45 Kopieën maken Kopieën maken Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 46 Kopieeropties Kopieeropties Het tabblad Kopiëren bevat standaard kopieeropties, zoals Verkleinen/vergroten, Papiertoevoer, 2-zijdig kopiëren en Aflevering kopieën. Hieronder volgt een gedetailleerde beschrijving van alle opties. Verkleinen/vergroten Er zijn een groot aantal verschillende opties op uw apparaat beschikbaar, waarmee u de uitvoer ten opzichte van uw origineel kunt verkleinen of vergroten.
  • Pagina 47 Kopieeropties Onafhankelijk X-Y% Met deze optie kunt u verschillende verkleinings- en vergrotingspercentages instellen voor de X (breedte) en de Y (lengte) van het beeld. Hiermee produceert u een vervormde kopie van het origineel. Selecteer de toetsen Variabel X-Y% • en voer de gewenste percentages in voor Breedte - X% en Lengte - Y% met behulp van de cijfertoetsen of de pijltoetsen.
  • Pagina 48 Kopieeropties 2-zijdig kopiëren Het apparaat biedt opties voor het maken van 1- of 2-zijdige kopieën van 1- of 2-zijdige originelen via de AOD of de glasplaat. De opties zijn: • 1 > 1-zijdig gebruik deze optie als uw originelen op één zijde zijn bedrukt en u 1-zijdige kopieën wilt hebben.
  • Pagina 49 Kopieeropties • Multi-nieten - als deze optie is geselecteerd, worden er drie of vier nietjes langs de geselecteerde rand geplaatst, afhankelijk van het formaat van uw papier. Bijvoorbeeld: • 4 nietjes = A4 LKE, A3, 8,5 x 11 inch LKE, 11 x 17 inch, 8 x 10 inch LKE. •...
  • Pagina 50 Kopieeropties Met de optie Katern maken - Aan scant het apparaat uw originelen en verkleint en rangschikt de beelden automatisch in de juiste volgorde op het geselecteerde papier, zodat er een katern ontstaat wanneer de set kopieën dubbel wordt gevouwen. Er kan automatisch een omslag aan het katern worden toegevoegd.
  • Pagina 51 Kopieeropties Afwerkeenheden Afwerkeenheid Beschrijving Standaard kantooraf- • In de bovenste opvangbak kunnen 250 vellen worden afgeleverd, en 1000 vellen in werkeenheid de afdrukkenopvangbak. • Papiergewicht 60 tot 216 g/m² (16 tot 57 lb). • Op de afdrukkenopvangbak kunt u de afdrukken in sets of stapels afleveren en de afdrukken nieten, afhankelijk van de geselecteerde toepassingen.
  • Pagina 52 Afdrukkwaliteit Afdrukkwaliteit Het apparaat is in staat de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren met behulp van de functies in Afdrukkwaliteit. In dit gedeelte worden de opties beschreven die beschikbaar zijn en wanneer deze opties meestal worden gebruikt. Het gaat hierbij onder andere om functies zoals het instellen van het apparaat op het type invoer en het regelen van licht/donker, scherpte en contrast van het beeld.
  • Pagina 53 Afdrukkwaliteit Scherpte Hiermee kunt u handmatig de scherpte van de scanbeelden aanpassen. • Schuif de regelaar omhoog om het scanbeeld scherper te maken. • Schuif de regelaar omlaag om het scanbeeld zachter te maken. Raster Deze optie is beschikbaar voor de origineelsoorten Foto en tekst, Tekst en Tijdschriftfoto. De opties in Raster zijn als volgt: •...
  • Pagina 54 Opmaakaanpassing Opmaakaanpassing Met behulp van de functies voor Opmaakaanpassing kunt u het uiterlijk van de afdrukken verbeteren. Met de functies kunt u onder meer het beeld verschuiven, een spiegelbeeld maken, een deel van één of alle randen van het origineel verwijderen en ingebonden originelen kopiëren.
  • Pagina 55 Opmaakaanpassing Boek kopiëren VOORZICHTIG: Sluit de AOD niet als u ingebonden originelen scant. Met deze functie kunt u aangeven welke pagina's van een boek gescand moeten worden. Het boekorigineel wordt met de beeldzijde omlaag op de glasplaat geplaatst, met de bindrug van het boek uitgelijnd met de markering in het midden aan de achterrand van de glasplaat.
  • Pagina 56 Opmaakaanpassing Beeldverschuiving Met Beeldverschuiving kunt u de positie van het beeld op de afdrukpagina kiezen. De opties zijn: Auto-centreren - hiermee wordt het scanbeeld automatisch op de afgedrukte pagina gecentreerd. • Om doelmatig te kunnen werken, moet het origineel kleiner te zijn dan het geselecteerde afdrukpapier of moet het beeld eventueel verkleind worden.
  • Pagina 57 Opmaakaanpassing Negatief Met Negatief kunt u het beeld omkeren of een negatief maken. Deze toepassing is nuttig voor originelen met een aanzienlijke hoeveelheid donkere achtergrond of lichte tekst en beelden. Met deze toepassing bespaart u toner. De opties zijn: • Spiegelbeeld - hiermee wijzigt u de richting van het originele beeld en wordt een spiegelbeeld van het origineel gemaakt.
  • Pagina 58 Afleveringsformaat Afleveringsformaat Met de opties voor Aflevering kunt u de gekopieerde beelden manipuleren en het uiterlijk en de stijl van uw kopieeropdrachten verbeteren. U kunt bijvoorbeeld omslagen of notities aan de kopieën toevoegen, katernen maken, meerdere beelden op één pagina combineren en transparanten invoegen.
  • Pagina 59 Afleveringsformaat Selecteer de voor de afgewerkte aflevering benodigde Leesvolgorde, Links naar rechts of Rechts naar links. Deze optie wordt alleen weergegeven als deze in Hulpprogramma's is ingeschakeld. Opmerking: Standaardwaarden kopiëren op pagina 272 van Beheer en accountadministratie. Als de afwerkeenheid voor grote volumes is uitgerust met een AVH-module, selecteert u de benodigde afwerkopties: Gevouwen en geniet - de aflevering wordt in het •...
  • Pagina 60 Afleveringsformaat • Voor- en achteromslag - voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voor- en achterkant van het document toe. De opties voor het bedrukken en voor de papiertoevoer kunnen voor elke omslag individueel worden geprogrammeerd. Katernomslag - wordt gebruikt om een omslag aan een katern toe te voegen, bij gebruik van •...
  • Pagina 61 Afleveringsformaat Selecteer Aan om de invoegingen in te schakelen. Voer het paginanummer van de invoeging in. De paginanummers zijn in dit geval de fysieke paginanummers, niet de paginanummers die op het document worden afgedrukt. Bij kopiëren van 2-zijdig naar 2-zijdig heeft elke pagina van uw document 2 zijden, dus moet u elke zijde van uw document meetellen.
  • Pagina 62 Afleveringsformaat • Datum - hiermee wordt de huidige datum in een opgegeven indeling en op een opgegeven positie aan de pagina toegevoegd. De afgedrukte datum is de datum die is ingesteld op het apparaat. • Bates-stempel - hiermee wordt een geselecteerd Bates-stempel op een opgegeven positie op de pagina toegevoegd.
  • Pagina 63 Afleveringsformaat Als u een nieuwe opmerking aan de lijst wilt toevoegen, markeert u een lege regel in de lijst en voert u maximaal 50 alfanumerieke tekens in met behulp van het toetsenbord. Als u een opmerking wilt bewerken, markeert u de opmerking in de lijst en selecteert u de toets Bewerken. Gebruik het toetsenbord om de invoer te wijzigen en kies dan Opslaan om het toetsenbord te sluiten.
  • Pagina 64 Afleveringsformaat Selecteer de optie Voorvoegsel en gebruik het toetsenbord om een voorvoegsel in te voeren. U kunt maximaal acht alfanumerieke tekens invoeren. Selecteer Opslaan om het toetsenbord te sluiten. Selecteer Opslaan om uw selecties op te slaan en terug te keren naar het scherm Notities. Programmeer desgewenst aanvullende Notities.
  • Pagina 65 Afleveringsformaat Transparanten met scheidingsvellen Met Transparanten met scheidingsvellen kunt u blanco of bedrukte scheidingsvellen uit een specifieke papierlade aan elke bedrukte transparant toevoegen. Selecteer de toets Transparanten met scheidingsvellen op het tabblad Afleveringsformaat. Selecteer de benodigde optie Transparanten met scheidingsvellen: •...
  • Pagina 66 Afleveringsformaat Selecteer de lade die het papier bevat dat u wilt gebruiken. Opmerking: Pagina-opmaak is niet beschikbaar als Auto Papier is geselecteerd. Selecteer de toets Pagina-opmaak op het tabblad Afleveringsformaat. Selecteer Pagina's per zijde om de optie Pagina- opmaak in te schakelen. Selecteer de Richting van beelden, Staand bij portretbeelden of Liggend bij landschapbeelden.
  • Pagina 67 Opdrachtmodule Opdrachtmodule Gebruik de beschikbare productiviteitsopties op het tabblad Opdrachtmodule om een opdracht te programmeren waarvoor afzonderlijke selecties voor specifieke pagina's of gedeelten nodig zijn. Maak een Proefafdruk voordat u de hele opdracht gaat afdrukken of voor het opslaan en ophalen van veelgebruikte opdrachtinstellingen.
  • Pagina 68 Opdrachtmodule Verwijder de originelen van het eerste segment nadat ze zijn gescand. Het eerste segment wordt nu in de lijst op het scherm Opbouwopdracht weergegeven. De volgende opties kunnen op elk willekeurig segment worden toegepast: Proefafdruk laatste segment - levert een proefafdruk van het laatste segment dat u hebt •...
  • Pagina 69 Opdrachtmodule Opdracht opslaan voor opnieuw afdrukken Met de functie Opdracht opslaan voor opnieuw afdrukken kunt u papieren documenten als elektronisch bestand (of opdracht) scannen en in een map op het apparaat opslaan. De opdrachtinstellingen, zoals selecties voor 2-zijdig en de afdrukkwaliteit, worden met het beeld opgeslagen.
  • Pagina 70 Opdrachtmodule Huidige instellingen opslaan U kunt maximaal tien veelgebruikte combinaties van instellingen in het geheugen van het apparaat bewaren als Opgeslagen instellingen. Alleen de opdrachtinstellingen worden op het apparaat bewaard, NIET het beeld. Telkens wanneer Opgeslagen instellingen wordt opgehaald en gebruikt, moet het beeld worden gescand.
  • Pagina 71 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Faxen...
  • Pagina 72 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 73 Inhoudsopgave Faxoverzicht ................74 Faxen .
  • Pagina 74 Faxoverzicht Faxoverzicht Er zijn verschillende faxfuncties, die op uw apparaat kunnen worden geïnstalleerd of ingeschakeld. Dit zijn: Faxen Als Faxen is geïnstalleerd, is uw apparaat rechtstreeks op een telefoonlijn aangesloten, zodat u uw faxverzendingen zelf kunt regelen. Dit soort faxen wordt verzonden via normale telefoonlijnen en wordt daarom in rekening gebracht tegen de normale telefoontarieven.
  • Pagina 75 Faxoverzicht Voor instructies over het gebruik van Serverfax raadpleegt u Serverfax op pagina 95. Opmerking: Als Fax en Serverfax op uw apparaat zijn geïnstalleerd, kan slechts een van deze functies tegelijkertijd actief zijn. Beide functies zijn op het apparaat aanwezig, maar een ervan is ingeschakeld, terwijl de andere is uitgeschakeld.
  • Pagina 76 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u wellicht aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies te krijgen. Zie Aan-/afmelden op pagina 33 Aan de slag. Als u de functie Faxen wilt selecteren, drukt u op de toets Startpagina Functies.
  • Pagina 77 • Adresboek - selecteer de toets Adresboek om het faxadresboek te openen. Selecteer een vermelding in het adresboek die u aan de lijst met ontvangers wilt toevoegen. Blijf naar wens ontvangers toevoegen en selecteer Sluiten om naar het vorige scherm terug te keren. Opmerking: Raadpleeg Groepsverzending...
  • Pagina 78 De lijst met ontvangers aanpassen: • Selecteer de vermelding in de lijst. Gebruik zo nodig de schuifbalk voor toegang tot alle vermeldingen. • Gebruik Bewerken om de vermelding aan te passen. Gebruik Verwijderen om de vermelding uit de lijst te verwijderen, of Alle verwijderen om alle vermeldingen te verwijderen. De fax wordt verzonden naar alle nummers in de lijst met ontvangers.
  • Pagina 79 • Wachten op kiestoon [=] - hiermee wordt het kiezen tijdelijk stop gezet totdat de kiestoon wordt waargenomen. Dit teken kan ook worden gebruikt voor het wachten op een specifieke gegevenstoon bij het bellen naar een buitenlijn of andere service. DTMF starten [*] - start een DTMF-reeks (Dual Tone Multi-frequency) met tekens.
  • Pagina 80 2-zijdig scannen Met de optie 2-zijdig scannen kunt u instellen of één of beide zijden van het originele document moeten worden gescand. Documenten moeten eerst in de AOD worden geplaatst om de optie 2 zijdig in te kunnen schakelen. De opties zijn: •...
  • Pagina 81 Voorblad Met de toepassing Voorblad kunt u een voorblad toevoegen aan het document dat wordt verzonden. Het gebruik van een voorblad vervangt de procedure waarbij u telkens als u een document verzendt, handmatig een voorblad moet verzenden. Voorblad bevat de volgende informatie: Aan - de naam van de ontvanger.
  • Pagina 82 Het adresboek gebruiken De nummers die in het adresboek zijn ingevoerd, zijn toegankelijk via de toets Adresboek. Selecteer de toets Adresboek. Er verschijnt standaard een lijst met personen die in het adresboek zijn ingevoerd. Selecteer om een groepsvermelding aan de lijst toe te voegen het vervolgkeuzemenu Personen en selecteer Groepen.
  • Pagina 83 Het adresboek samenstellen Personen Selecteer het tabblad Fax en de toets Adresboek. Selecteer de toets Personen in het vervolgkeuzemenu. Selecteer een lege regel in de lijst met vermeldingen. Gebruik zo nodig de schuifbalk. Selecteer het veld Personen... en voer de naam van de ontvanger in met behulp van het toetsenbord.
  • Pagina 84 Selecteer het veld Groepsnaam... en voer de naam van de Groep in met behulp van het toetsenbord. U kunt een ingevoerd teken verwijderen met de toets Backspace. Om de volledige vermelding te wissen, selecteert u de toets X. Selecteer Opslaan. Selecteer de toets Ontvangers toevoegen om ontvangers aan de groep toe te voegen.
  • Pagina 85 Beeldverbetering Achtergrondonderdrukking Hiermee kunnen originelen met gekleurde achtergrond verbeterd worden door de achtergrond op de kopieën te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij originelen op gekleurd papier. • Selecteer Autom. onderdrukking om ongewenste achtergrond automatisch te onderdrukken. •...
  • Pagina 86 • Aangepaste scangebieden - hiermee kunt u een specifiek scangebied opgeven. Meet het scangebied op het origineel en voer in de desbetreffende velden de afmetingen voor de X- en Y-as in. Alleen het opgegeven gebied wordt gescand. Met Gemengde origineelformaten kunt u documenten met verschillende paginaformaten •...
  • Pagina 87 De opties zijn: • Met Beide pagina's kunt u beide pagina's scannen. De linkerpagina van het boek wordt als eerste gescand. Geef met behulp van de pijltoetsen een hoeveelheid van 0 tot 50 mm (0 tot 2 inch) op die uit het midden van het boek moet worden verwijderd.
  • Pagina 88 De opties zijn: Bevestigingsoverzicht • Hiermee kunt u een verzendoverzicht afdrukken met daarop details over de fax en een verkleinde kopie van de eerste gefaxte pagina. • Het bevestigingsoverzicht wordt na elke faxverzending afgedrukt. • Bij het verzenden van een fax aan meerdere ontvangers wordt één overzicht afgedrukt, met daarop alle ontvangers.
  • Pagina 89 Uitgesteld verzenden Selecteer Uitgesteld verzenden om een tijdstip binnen de komende 24 uur in te stellen waarop u de fax wilt verzenden. U kunt deze optie gebruiken om faxen te versturen in de daltariefperiode. Ook kunt u deze optie gebruiken voor het verzenden van faxen naar andere landen of tijdzones. Uitgesteld verzenden kan ook worden gebruikt met Mailbox en Pollen-opties.
  • Pagina 90 Selecteer de toets Mailboxen. De opties zijn: Verzenden naar externe mailbox Met deze toepassing kunt u een fax rechtstreeks naar iemands mailbox op een extern faxapparaat versturen. Het externe apparaat moet dan wel het gebruik van mailboxen ondersteunen. Selecteer Verzenden naar externe mailbox. Selecteer het invoerveld Faxnummer en voer het faxnummer van de ontvanger met behulp van de cijfertoetsen in.
  • Pagina 91 Mailboxdocumenten afdrukken De faxen die in uw mailbox zijn opgeslagen, kunnen worden afgedrukt. Selecteer de toets Mailboxdocumenten afdrukken. Selecteer het invoerveld Mailboxnummer en voer het mailboxnummer in, tussen 001 en 200. Selecteer het invoerveld Toegangscode mailbox en voer de toegangscode van 4 cijfers voor de mailbox in. Selecteer Start om de inhoud van de mailbox af te drukken.
  • Pagina 92 Selecteer de toets Lokaal pollen en vervolgens Aan om Lokaal pollen in te schakelen. De opties zijn: • Beveiligd pollen wordt gebruik voor gevoelige documenten. Er wordt alleen toegang verleend als de faxnummers van de ontvangende apparaten zijn ingevoerd of als de optie Alle adresboeknummers toegang geven is geselecteerd.
  • Pagina 93 Externe mailbox pollen Met de toepassing Externe mailbox pollen kunt u een extern apparaat met een mailbox bellen. Er wordt verbinding gemaakt en faxen die in de mailbox zijn opgeslagen, worden opgehaald. Het mailboxnummer en de toegangscode moeten bekend zijn. Selecteer de toets Externe mailbox pollen.
  • Pagina 94 Opdrachtmodule Dit tabblad geeft toegang tot de toepassing Opdrachtmodule voor het compileren van opdrachten met verschillende originelen of verschillende vereiste instellingen binnen een opdracht. Voor toegang tot de opties van Opdrachtmodule, selecteert u Startpagina Functies en Fax. Selecteer vervolgens het tabblad Opdrachtmodule.
  • Pagina 95 Serverfax Serverfax Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u wellicht aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies te krijgen. Zie Aan-/afmelden op pagina 33 Aan de slag. Als u de functie Serverfax wilt selecteren, drukt u op de toets Startpagina Functies.
  • Pagina 96 Serverfax Selecteer de gewenste functies voor uw faxopdracht via het aanraakscherm: Kiestekens zijn alfanumerieke tekens met een specifieke faxfunctie. Ze kunnen als onderdeel van het faxnummer worden ingevoerd. 2-zijdig scannen wordt gebruikt om te selecteren of uw originelen 1- of 2-zijdig zijn. Origineelsoort wordt gebruikt om het originele document als tekst, tekst en foto of foto te definiëren.
  • Pagina 97 Serverfax Kiestekens Extra kiestekens zijn toegankelijk via de toets Kiestekens. Gebruik deze optie voor het invoeren van het faxnummer als u speciale tekens wilt gebruiken. Een faxnummer invoeren met behulp van de kiesnummers: Selecteer de toets Kiestekens. Voer met behulp van de cijfertoetsen het nummer plus extra kiestekens in.
  • Pagina 98 Serverfax Origineelsoort Geef met deze optie aan wat voor soort originelen u gaat scannen. Door het juiste soort te selecteren, wordt de kwaliteit van het faxbeeld verbeterd. De opties zijn: • Foto & tekst wordt aanbevolen voor foto's van hoge kwaliteit of lijntekeningen en tekst. Bij deze instelling zal het scanbeeld van een foto van hoge kwaliteit zijn, maar de scherpte van tekst en lijntekeningen neemt enigszins af.
  • Pagina 99 Serverfax Als u een vermelding uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u de desbetreffende vermelding en selecteert u Vermelding wissen in het vervolgkeuzemenu. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Vermelding wissen. Selecteer Opslaan om terug te keren naar de faxopties. De fax wordt verzonden naar alle nummers in de lijst met ontvangers. De faxkieslijst instellen Selecteer het tabblad Serverfax en vervolgens de toets Faxkieslijst.
  • Pagina 100 Serverfax Beeldopties Selecteer Beeldopties om in te stellen hoe licht/donker het beeld wordt afgedrukt en om het beeld scherper te maken. De opties zijn: Lichter/donkerder Biedt een handmatige manier om de lichtheid van het scanbeeld instellen. • Verplaats de schuiftoets omlaag voor een donkerder gescand beeld bij lichte originelen, zoals een potloodtekening.
  • Pagina 101 Serverfax Contrast Met Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. Selecteer Handmatig contrast om het contrastniveau zelf in te stellen. Schuif de regelaar richting • de instelling Hoog om levendiger zwart en wit te reproduceren voor scherpere tekst en lijnen maar minder details in foto's.
  • Pagina 102 Serverfax Faxopties Met de Faxopties kunt u een specifiek tijdstip aangeven, waarop uw fax moet worden verzonden. Voor toegang tot de serverfaxopties selecteert u Startpagina Functies en Serverfax. Selecteer vervolgens het tabblad Faxopties. Uitgesteld verzenden Selecteer Uitgesteld verzenden om een tijdstip binnen de komende 24 uur in te stellen waarop u de fax wilt verzenden.
  • Pagina 103 Internetfax Internetfax Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u wellicht aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies te krijgen. Zie Aan-/afmelden op pagina 33 Aan de slag. Als u de functie Internetfax wilt selecteren, drukt u op de toets Startpagina Functies.
  • Pagina 104 Internetfax Voer met behulp van het toetsenbord het e-mailadres in. • U kunt maximaal 128 alfanumerieke tekens invoeren. • U kunt een ingevoerd teken verwijderen met de toets Backspace. Om de volledige vermelding te wissen, selecteert u de toets X. Gebruik de toets Toetsenborden...
  • Pagina 105 Internetfax Nieuwe ontvanger Met deze optie kunt u gegevens invoeren van alle ontvangers van de internetfax. De gegevens van de ontvanger invoeren: Selecteer Nieuwe ontvangers. Selecteer Aan, Cc of Bcc voor de ontvanger via het vervolgkeuzemenu links van het invoervak. Voer met behulp van het toetsenbord het e-mailadres in.
  • Pagina 106 Internetfax Antwoord aan Met de functie Antwoord aan kunt u een e-mailadres invoegen, waarnaar de ontvanger een e-mail terug kan sturen. U kunt bijvoorbeeld uw persoonlijke e-mailadres invoeren. Als u via verificatie bent aangemeld en als uw gegevens in het Adresboek staan, wordt uw e-mailadres weergegeven. Voer het gewenste bericht in met behulp van het toetsenbord.
  • Pagina 107 Internetfax Onderwerp: Een onderwerp voor de internetfax invoeren: Selecteer het veld Onderwerp. Voer met behulp van het toetsenbord het onderwerp van de internetfax in. • U kunt maximaal 128 alfanumerieke tekens invoeren. • U kunt een ingevoerd teken verwijderen met de toets Backspace. Om de volledige vermelding te wissen, selecteert u de toets X.
  • Pagina 108 Internetfax Origineelsoort Geef met deze optie aan wat voor soort originelen u gaat scannen. Door het juiste soort te selecteren, wordt de kwaliteit van het faxbeeld verbeterd. De opties zijn: • Foto & tekst wordt aanbevolen voor foto's van hoge kwaliteit of lijntekeningen en tekst.. Bij deze instelling zal het scanbeeld van een foto van hoge kwaliteit zijn, maar de scherpte van tekst en lijntekeningen neemt enigszins af.
  • Pagina 109 Internetfax Geavanceerde instellingen De opties voor Geavanceerde instellingen bieden toegang tot de toepassingen waarmee de beeldkwaliteit of afdrukkwaliteit verbeterd kan worden. Voor toegang tot de geavanceerde instellingen selecteert u Startpagina Functies en Internetfax. Selecteer vervolgens het tabblad Geavanceerde instellingen. Beeldopties Selecteer Beeldopties om in te stellen hoe licht/donker het beeld wordt afgedrukt en om het beeld scherper te maken.
  • Pagina 110 Internetfax • De aanpassing Donkerder geen acceptabele afdrukken produceert van lichte originelen. • Het origineel een grijze of gekleurde rand heeft, zoals een certificaat. • U de fijne details naar voren wilt halen die verloren zijn gegaan als gevolg van een donkere rand bij ingebonden originelen.
  • Pagina 111 Internetfax Kwaliteit/bestandsgrootte Met de instellingen van Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u kiezen tussen de kwaliteit en de bestands- grootte van het scanbeeld. Met deze instellingen kunt u ofwel beelden van optimale kwaliteit maken ofwel kleinere bestanden maken. Een klein bestand biedt een enigszins verminderde afdrukkwaliteit, maar kan gemakkelijker via een netwerk worden gedeeld.
  • Pagina 112 Internetfax Opties Internetfax Met de Opties Internetfax kunt u tijdelijk een andere indeling kiezen voor het beeldbestand, een antwoordadres bij Antwoord aan instellen en een kort bericht toevoegen. Ook kunt u het Bevestigingsoverzicht inschakelen. Voor toegang tot de opties van internetfax selecteert u Startpagina Functies en Internetfax.
  • Pagina 113 Faxen vanaf pc Faxen vanaf pc U kunt uw opdracht alleen faxen als de faxoptie op uw printer is geïnstalleerd en faxen op het scherm Beschikbare componenten is ingeschakeld. Selecteer of maak een document op uw pc. Open het document in uw applicatie en selecteer Afdrukken.
  • Pagina 114 Faxen vanaf pc Als u een ontvanger vanuit een telefoonboek wilt invoeren, selecteert u de toets Toevoegen uit telefoonboek. Selecteer het gewenste telefoonboek. De gegevens uit het telefoonboek worden door het systeem opgehaald en de vermeldingen worden weergegeven. • Voer een naam in of kies de gewenste naam in de lijst. •...
  • Pagina 115 Faxen vanaf pc Opties voor Faxen vanaf pc Ontvangers U kunt via de optie Ontvangers een ontvanger of groep ontvangers voor uw fax invoeren. Selecteer Fax als Opdrachttype op het scherm Papier/afl. van de printerdriver. Het scherm Faxontvangers wordt automatisch geopend. Op dit scherm worden de ontvangers van de huidige fax weergegeven.
  • Pagina 116 Faxen vanaf pc Voorkeurinstellingen Via het scherm Voorkeurinstellingen kunt u uw telefoonboeken instellen en voorkeurinstellingen naar wens aanpassen. Voorkeursinstellingen telefoonboek Selecteer Fax als Opdrachttype op het scherm Papier/afl. van de printerdriver. Het scherm Faxontvangers wordt automatisch geopend. Selecteer de toets Voorkeursinstellingen onder aan het scherm Faxontvangers om het scherm Voorkeursinstellingen telefoonboek te openen.
  • Pagina 117 Faxen vanaf pc Voorblad Met de optie Voorblad kunt u een voorblad aan uw fax toevoegen. Selecteer Een voorblad afdrukken om een voorblad mee te sturen met de opdracht. De opties voor voorbladen worden weergegeven. • Selecteer de Informatie ontvanger om de volgende gegevens af te drukken: •...
  • Pagina 118 Faxen vanaf pc Opties Op dit scherm staan 5 opties voor het verzenden van faxen. waarmee u de verzending van uw fax kunt aanpassen. Bevestigingsoverzicht Hier kunt u aangeven dat u een bevestigingsoverzicht wilt laten afdrukken waarop staat aangegeven of de verzending gelukt of mislukt is.
  • Pagina 119 Faxen vanaf pc Verzendtijd Dit wordt ook wel Uitgesteld verzenden genoemd. U kunt deze optie gebruiken om faxen te versturen in de daltariefperiode. Ook kunt u deze optie gebruiken voor het verzenden van faxen naar andere landen of tijdzones. Standaard wordt de fax onmiddellijk verzonden. Als u het faxbericht binnen de komende 24 uur op een bepaald tijdstip wilt verzenden, selecteert u Verzenden om: en typt u of gebruikt u de pijltoetsen om de lokale tijd in te voeren waarop de fax moet worden verzonden.
  • Pagina 120 Een fax ontvangen Een fax ontvangen Alle binnenkomende faxen worden als faxopdrachten naar de lijst Actieve opdrachten verzonden en kunnen worden ingesteld om onmiddellijk te worden afgedrukt of in de opdrachtenlijst te worden vastgehouden totdat er een toegangscode ter beveiliging is ingevoerd. Als de faxfunctie op uw apparaat beschikbaar is, kunt u met behulp van de functie Fax doorsturen ook instellen dat de ontvangen faxen naar een e-mailadres of bestandsopslagplaats worden doorgestuurd.
  • Pagina 121 Een fax ontvangen Fax doorsturen Deze functie stelt het apparaat in staat om binnenkomende faxopdrachten naar een of meerdere e-mailadressen, een opslagplaats of een combinatie daarvan door te sturen. Opmerking: Voor het inschakelen van de functie Fax doorsturen moet het apparaat beschikken over Werkstroom scannen of moet E-mail zijn ingeschakeld en Faxen zijn geïnstalleerd en ingeschakeld.
  • Pagina 122 Een fax ontvangen WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Faxen...
  • Pagina 123 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Werkstroom scannen...
  • Pagina 124 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 125 Inhoudsopgave Inleiding ................126 Opslagplaatsen .
  • Pagina 126 Inleiding Inleiding Met Werkstroom scannen kunt u een elektronisch beeldbestand maken door een origineel document te scannen. Gebruik Werkstroom scannen als het apparaat en uw computer allebei toegang hebben tot de gespeci- ficeerde opslaglocatie. Het gescande bestand wordt opgeslagen op een netwerklocatie die ook wel opslagplaats wordt genoemd.
  • Pagina 127 Opties voor Werkstroom scannen Opties voor Werkstroom scannen Als u de functie Werkstroom scannen wilt selecteren, drukt u op de toets Startpagina Functies. Selecteer de optie Werkstroom scannen. Er worden nu aanvullende opties en functies weergegeven. Op de meeste functieschermen staan de volgende toetsen waarmee u uw keuzes kunt bevestigen of annuleren.
  • Pagina 128 Opties voor Werkstroom scannen Wijzig zo nodig de sjablooninstellingen via de opties op de tabbladen Werkstroom Scannen, Geavanceerde instellingen, Opmaakaanpassing en Archiefopties: Afdrukkleur wordt gebruikt om de oorspronkelijke kleuren te reproduceren of om de aflevering te wijzigen in zwart/wit, grijsschaal of kleur. Opmerking: Deze functie is mogelijk niet op uw apparaat beschikbaar.
  • Pagina 129 Opties voor Werkstroom scannen Afdrukkleur Selecteer de optie Auto-herkenning in Afdrukkleur om automatisch de kleur van het origineel te laten detecteren en reproduceren en het origineel in zwart/wit, grijsschaal of kleur af te drukken. De opties zijn: • Auto-herkenning - voor kopieën die overeenkomen met het origineel. •...
  • Pagina 130 Opties voor Werkstroom scannen Voorinstellingen scannen Met Voorinstellingen scannen kunt u de scaninstellingen optimaliseren, zodat deze passen bij het beoogde doel van de gescande documenten. De opties zijn: • Delen en afdrukken - voor het delen van bestanden die op het scherm worden bekeken en voor het afdrukken van de meeste zakelijke documenten.
  • Pagina 131 Geavanceerde instellingen Geavanceerde instellingen De opties voor Geavanceerde instellingen bieden toegang tot de toepassingen waarmee de beeldkwaliteit of afdrukkwaliteit verbeterd kan worden. Voor toegang tot de Geavanceerde instellingen selecteert u Startpagina Functies en Werkstroom scannen. Selecteer vervolgens het tabblad Geavanceerde instellingen. Beeldopties Selecteer Beeldopties om in te stellen hoe licht/donker het beeld wordt afgedrukt en om het beeld scherper te maken.
  • Pagina 132 Geavanceerde instellingen • Met Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. • Schuif de regelaar omhoog om levendiger zwart en wit te reproduceren voor scherpere tekst en lijnen maar minder details in foto's. •...
  • Pagina 133 Geavanceerde instellingen Kwaliteit/bestandsgrootte Met de instellingen van Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u kiezen tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte van het scanbeeld. Met deze instellingen kunt u ofwel beelden van optimale kwaliteit maken ofwel kleinere bestanden maken. Een klein bestand biedt een enigszins verminderde afdrukkwaliteit, maar kan gemakkelijker via een netwerk worden gedeeld.
  • Pagina 134 Opmaakaanpassing Opmaakaanpassing Met de opties voor Opmaakaanpassing kunt u wijzigingen in het scanbeeld aanbrengen en het uiterlijk en de stijl ervan verbeteren. Voor toegang tot de opties voor Opmaakaanpassing selecteert u Startpagina Functies en Werkstroom scannen. Selecteer vervolgens het tabblad Opmaakaanpassing.
  • Pagina 135 Opmaakaanpassing Randen wissen Met Rand wissen kunt u aangeven hoeveel van het beeld langs de randen van het document moet worden gewist. U kunt bijvoorbeeld vlekken verwijderen die ontstaan als gevolg van gaatjes of nietjes in het origineel. De opties zijn: •...
  • Pagina 136 Archiefopties Archiefopties Met de archiefopties kunt u gegevens vastleggen over de scanbeelden die u wilt opslaan, zoals de bestandsnaam, de bestandsindeling en de instellingen voor overschrijven. Voor toegang tot de Archiefopties selecteert u Startpagina Functies en Werkstroom scannen. Selecteer vervolgens het tabblad Archiefopties.
  • Pagina 137 Archiefopties Als bestand al bestaat Met deze optie wordt bepaald hoe het apparaat omgaat met dubbele bestandsnamen. • Nieuw bestand hernoemen - gebruik deze optie wanneer u wilt dat het apparaat een unieke naam aan het nieuwe bestand (of de nieuwe map) geeft. •...
  • Pagina 138 Opdrachtmodule Opdrachtmodule Dit tabblad geeft toegang tot de toepassing Opdrachtmodule voor het compileren van opdrachten met verschillende originelen of verschillende vereiste instellingen binnen een opdracht. Voor toegang tot de opties voor Opdrachtmodule selecteert u Startpagina Functies en Werkstroom scannen. Selecteer vervolgens het tabblad Opdrachtmodule.
  • Pagina 139 Sjablonen maken Sjablonen maken Sjablonen kunnen op uw apparaat worden gemaakt, bewerkt en verwijderd via Internet Services. Sjabloonbewerkingen kunnen alleen worden uitgevoerd nadat de systeembeheerder de opslag- plaatsen en de standaardsjabloon heeft ingesteld. Deze bewerking wordt uitgevoerd in Internet Services. Toegang krijgen tot Internet Services: Open de webbrowser op uw werkstation.
  • Pagina 140 Sjablonen maken • Een scanbestemming invoeren wordt geselecteerd als u een nieuwe bestandsbestemming voor de scanbeelden moet invoeren. • Een serverfaxnummer invoeren - gebruik deze optie om een telefoonnummer in te voeren als de beelden naar een serverfax moeten worden verzonden. •...
  • Pagina 141 Sjablonen maken Een sjabloon wijzigen Sjablonen kunnen worden gewijzigd via Internet Services. U kunt een sjabloon wijzigen door de optie Scannen van Internet Services te selecteren. Selecteer de gewenste sjabloon in de lijst aan de linkerkant van het scherm. De sjablooninstellingen worden weergegeven.
  • Pagina 142 Sjablonen maken Een sjabloon verwijderen Sjablonen kunnen worden verwijderd via Internet Services. Om een sjabloon te verwijderen, selecteert u de optie Scannen van Internet Services. Selecteer de gewenste sjabloon in de lijst aan de linkerkant van het scherm. Selecteer de toets Verwijderen. De sjabloon wordt verwijderd uit de lijst aan de linkerkant van het scherm.
  • Pagina 143 Sjablonen maken Bestand Met deze optie kunt u de gewenste opslagbestemming voor uw scanbeelden selecteren. U kunt altijd gebruikmaken van een standaard opslagbestemming. Als de systeembeheerder nog andere locaties heeft gedefinieerd, kunt u deze ook aan de sjabloon toevoegen. Als u een nieuwe bestemming wilt toevoegen, selecteert u Bestemming aan sjabloon toevoegen.
  • Pagina 144 Sjablonen maken Documentbeheervelden Met deze optie kunnen gebruikers beschrijvende gegevens toewijzen aan een gescande opdracht. De beschrijvende gegevens zijn toegankelijk via andere software-applicaties als hulpmiddel bij het zoeken, indexeren en automatisch verwerken van gescande documenten. Om een veld toe te voegen, selecteert u Toevoegen en voert u de gewenste gegevens in.
  • Pagina 145 Sjablonen maken Geavanceerde instellingen Deze instellingen bieden geavanceerde scanopties waarmee u de afdrukkwaliteit kunt aanpassen, de bestandsgrootte kunt selecteren en het beeld kunt verbeteren. De volgende opties zijn beschikbaar: • Beeldopties - deze opties worden gebruikt voor het aanpassen van de afdrukkwaliteit die op het gescande document wordt toegepast.
  • Pagina 146 Met Tekstcompressie kunt u inschakelen dat de tekst wordt gecomprimeerd als de bestandsindeling PDF of PDF/A is. Compressiecapaciteit Gebruik deze optie om PDF-compressie te kiezen voor de papiersoort die het vaakst naar uw Xerox- apparaat wordt verzonden. Het apparaat kan gemengde tekst en beelden of uniforme tekst of beelden optimaliseren.
  • Pagina 147 Scannen naar mailbox Scannen naar mailbox Met Scannen naar mailbox kunt u papieren originelen scannen en deze op het apparaat opslaan, zodat u ze later kunt ophalen. Als u Scannen naar mailbox wilt gebruiken, gebruikt u een standaard openbare map of maakt u een privé-map met behulp van Internet Services.
  • Pagina 148 Scannen naar mailbox Selecteer Map maken en voer de mapnaam, een toegangscode en (zo nodig) een bevestiging van de toegangscode in. Selecteer Toepassen. De nieuwe map wordt gemaakt en weergegeven in de lijst met mappen. Als u de privé-map wilt openen en de opties wilt aanpassen, selecteert u de map. Voer zo nodig de toegangscode van de map in.
  • Pagina 149 Scannen naar mailbox Druk op Start om de originelen te scannen en de opdracht Werkstroom scannen te verwerken. Verwijder de originelen uit de AOD of van de glasplaat wanneer u klaar bent met scannen. De opdracht Werkstroom scannen komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden opgeslagen. Selecteer Opdrachtstatus om alle opdrachtenlijsten te zien en de status van uw opdracht te controleren.
  • Pagina 150 Scannen naar basismap Scannen naar basismap Met Scannen naar basismap kunt u papieren originelen scannen op de WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 en deze verzenden naar een netwerkbestemming die als uw “Basismap” is opgegeven. Voer uw netwerkgebruikersnaam in op het apparaat. Op het apparaat verschijnt een sjabloon voor Scannen naar basismap.
  • Pagina 151 Scannen naar basismap Wijzig desgewenst de instellingen onder Afdrukkleur (indien beschikbaar), 2-zijdig scannen, Origineelsoort en Voorinstellingen scannen. Op elk van de tabbladen zijn extra opties beschikbaar voor Werkstroom scannen. Raadpleeg de onderstaande hoofdstukken voor meer informatie: • Geavanceerde instellingen op pagina 131 •...
  • Pagina 152 Scannen naar basismap WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Werkstroom scannen...
  • Pagina 153 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Afdrukken...
  • Pagina 154 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 155 Inhoudsopgave Inleiding ................156 Printer- en faxdrivers .
  • Pagina 156 Er zijn talloze printerdrivers voor deze printer waarmee de printer kan worden gebruikt in combinatie met alle gebruikelijke besturingssystemen. De drivers bevinden zich op een cd die met uw apparaat wordt meegeleverd. U kunt ook de nieuwste versies downloaden van de Xerox-website www.xerox.com. In de...
  • Pagina 157 Deze GPD beheert printers van Xerox en andere printers op uw netwerk met één gebruiksvriendelijke interface. Het vereenvoudigt het beheer van bedrijfsprinters en maakt het gemakkelijk om printers toe te voegen of bij te werken zonder dat de drivers hoeven te worden gewijzigd.
  • Pagina 158 Open het document dat moet worden afgedrukt. Selecteer vanuit uw toepassing Bestand > Afdrukken en selecteer het Xerox-apparaat in de lijst met weergegeven printers. Als u de standaardafdrukeigenschappen wilt wijzigen, klikt u op Eigenschappen. De printerdriver bevat diverse tabbladen met opties en eigenschappen Gebruik het tabblad Papier/afl.
  • Pagina 159 Papier/aflevering Papier/aflevering Op het tabblad Papier/afl. kunt u de basisvereisten voor de afdrukopdracht selecteren. Kies het opdrachttype, het papier, de af te drukken zijden, en de gewenste afdruk- en kwaliteitsinstellingen. Opmerking: Sommige toepassingen worden alleen ondersteund door specifieke printerconfiguraties, besturingssystemen of drivertypen. U ziet wellicht meer toepassingen of opties dan door uw eigen apparaat worden ondersteund.
  • Pagina 160 Papier/aflevering • Uitgestelde afdruk - met deze optie kunt u een specifiek tijdstip invoeren waarop de opdracht moet worden afgedrukt. Dit is handig voor grote opdrachten of als u alle opdrachten tegelijkertijd wilt afdrukken. Als u dit opdrachttype selecteert, verschijnt het scherm Uitgestelde afdruk. Voer de gewenste tijd in en verstuur de opdracht.
  • Pagina 161 Papier/aflevering Papier Deze optie geeft informatie weer over het papier dat wordt gebruikt voor de afdrukopdracht, zoals het papierformaat en de papiersoort. Als u ander papier voor het afdrukken wilt kiezen, selecteert u het vervolgkeuzemenu Papier. De opties zijn: Ander formaat - selecteer deze optie om het scherm •...
  • Pagina 162 Opmerking: Sommige mediasoorten, -formaten en -gewichten kunnen niet automatisch op beide zijden bedrukt worden. Raadpleeg www.xerox.com voor informatie over de specificaties. Afwerking Hiermee kunt u de afwerkopties voor de afdrukopdracht selecteren, zoals nieten of perforeren. Om de afwerkopties te wijzigen, selecteert u de toets rechts van de samenvatting om het vervolgkeuzemenu met afwerkselecties weer te geven.
  • Pagina 163 Papier/aflevering Perforeren Selecteer Perforeren om het papier te perforeren. • • Selecteer Niet perforeren om het perforeren uit te schakelen. Opmerking: Het aantal perforatiegaten en de locatie ervan zijn afhankelijk van de perforator in de afwerkeenheid. Vouwen Dubbelvouwen - hiermee worden de afdrukken dubbelgevouwen, waardoor twee zijden ontstaan. •...
  • Pagina 164 Opmerking: Sommige mediasoorten, -formaten en -gewichten kunnen niet worden geniet, geperforeerd of gevouwen. Raadpleeg www.xerox.com voor informatie over de specificaties. Afleveringsbestemming • Met deze optie kunt u de bestemming voor uw afdrukken selecteren uit de beschikbare laden in het vervolgkeuzemenu.
  • Pagina 165 Speciale pagina's Speciale pagina's Op het tabblad Speciale pg. kunt u omslagen, invoegingen en afwijkende documentpagina's toevoegen, wijzigen of verwijderen. In de tabel ziet u een overzicht van de speciale pagina's voor uw afdrukopdracht. Er kunnen maximaal 250 invoegingen en afwijkende documentpagina's in de tabel worden opgenomen.
  • Pagina 166 Speciale pagina's Selecteer de afdrukopties: • Blanco of voorbedrukt - hiermee wordt er een blanco of voorbedrukt vel ingevoegd en wordt er geen beeld afgedrukt. • Bedrukt - hiermee wordt de eerste pagina van het document om de vooromslag te bedrukken (indien geselecteerd) en de laatste pagina om de achteromslag te bedrukken (indien geselecteerd).
  • Pagina 167 Speciale pagina's Afwijkende documentpagina's toevoegen Met deze optie kunt u instellingen opgeven voor de pagina's in de afdrukopdracht die afwijken van de instellingen voor het hoofdgedeelte van de opdracht. Uw afdrukopdracht bestaat bijvoorbeeld uit 30 pagina's die op papier van standaardformaat moeten worden afgedrukt en 2 pagina's die op papier van een ander formaat moeten worden afgedrukt.
  • Pagina 168 Beeldopties Beeldopties Op het tabblad Beeldopties kunt u instellen hoe licht of donker het beeld wordt afgedrukt. Verplaats de schuifregelaar naar links om het beeld donkerder te maken of naar rechts om het beeld lichter te maken. Op het scherm verschijnt een grafische weergave van de aanpassing.
  • Pagina 169 Opmaak/watermerk Opmaak/watermerk Het tabblad Opmaak/watermerk bevat instellingen voor het selecteren van paginaopmaak, katernopmaak en watermerkopties. Sommige toepassingen worden alleen ondersteund door specifieke printerconfiguraties, besturings- systemen of drivertypen. U ziet wellicht meer toepassingen of opties dan door uw eigen apparaat worden ondersteund. Pagina-opmaak Pagina's per vel (N op 1) Selecteer deze optie om 1, 2, 4, 6, 9, of 16 pagina's op elke zijde van een vel papier af te drukken.
  • Pagina 170 (in tienden van een punt). Opmerking: Sommige mediasoorten, -formaten en -gewichten kunnen niet worden geniet, geperforeerd of gevouwen. Raadpleeg www.xerox.com voor informatie over de specificaties. Als uw document al als katern is geformatteerd, kunt u Katernopmaak niet selecteren. Opties pagina-opmaak Als de richting nog niet is ingesteld in uw applicatie, selecteert u de richting in het eerste vervolgkeuzemenu.
  • Pagina 171 Opmaak/watermerk Watermerk Een watermerk is een afbeelding of tekst (onafhankelijk van de afbeeldingen/tekst die door de applica- tie worden geleverd), die op elke pagina of op de eerste pagina van de opdracht wordt afgedrukt. De watermerkopties zijn beschikbaar in het vervolgkeuzemenu. De volgende vooringestelde watermerken zijn beschikbaar: Concept, Vertrouwelijk en Kopie.
  • Pagina 172 Geavanceerd Geavanceerd Op het tabblad Geavanc. kunt u geavanceerde afdrukopties selecteren, die zelden worden gewijzigd. Opmerking: Sommige toepassingen worden alleen ondersteund door specifieke printerconfiguraties, besturingssystemen of drivertypen. U ziet wellicht meer toepassingen of opties dan door uw eigen apparaat worden ondersteund. WorkCentre™...
  • Pagina 173 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 E-mail...
  • Pagina 174 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 175 Inhoudsopgave Inleiding ................176 E-mail .
  • Pagina 176 Inleiding Inleiding Met E-mail kunt u een elektronisch beeldbestand maken door een origineel document te scannen. Het scanbeeld wordt per e-mail via het intranet of internet naar de opgegeven ontvanger(s) verzonden. Met de toepassing E-mail kunt u ontvangers toevoegen en verwijderen en de onderwerpregel van het e-mailbericht wijzigen.
  • Pagina 177 Een e-mail verzenden Een e-mail verzenden Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten raakt. Of..Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
  • Pagina 178 Een e-mail verzenden Voer naar wens de details bij Bericht, Antwoord aan, Van en Onderwerp in. Selecteer de gewenste functies voor uw e-mail via het aanraakscherm: Afdrukkleur wordt gebruikt om de oorspronkelijke kleuren te reproduceren of om de aflevering te wijzigen in zwart/wit, grijsschaal of kleur. Opmerking: Deze functie is mogelijk niet op uw apparaat beschikbaar.
  • Pagina 179 E-mail E-mail Deze e-mailopties bieden toegang tot toepassingen die nodig zijn voor het programmeren van eenvoudige e-mailopdrachten. Details zoals de adressen van de ontvangers, Antwoord aan en het onderwerp worden hier ingevoerd. Nieuwe ontvanger Met deze optie kunt u gegevens invoeren van alle ontvangers van de e-mail.
  • Pagina 180 E-mail Antwoord aan Met de functie Antwoord aan kunt u een e-mailadres invoegen, waarnaar de ontvanger een e-mail terug kan sturen. U kunt bijvoorbeeld uw persoonlijke e-mailadres invoeren. Als u via verificatie bent aangemeld en als uw gegevens in het Adresboek staan, wordt uw e-mailadres weergegeven. Voer het gewenste bericht in met behulp van het toetsenbord.
  • Pagina 181 E-mail Onderwerp: Zo voert u een onderwerp voor de e-mail in: Selecteer het veld Onderwerp. Voer met behulp van het toetsenbord het onderwerp van de e-mail in. • U kunt maximaal 128 alfanumerieke tekens invoeren. • U kunt een ingevoerd teken verwijderen met de toets Backspace. Om de volledige vermelding te wissen, selecteert u de toets X.
  • Pagina 182 E-mail Voorinstellingen scannen Met Voorinstellingen scannen kunt u de scaninstellingen optimaliseren zodat deze passen bij het beoogde doel van de gescande documenten. De opties zijn: • Delen en afdrukken - voor het delen van bestanden die op het scherm worden bekeken en voor het afdrukken van de meeste zakelijke documenten.
  • Pagina 183 E-mail Met de optie Intern adresboek kunt u in verschillende adresboeken zoeken. Selecteer het gewenste adresboek via het vervolgmenu en volg de beschreven methode om te zoeken. Selecteer Lijst Ontvangers om de huidige lijst met ontvangers te zien. Als u een vermelding uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u de desbetreffende vermelding en selecteert u Verwijderen in het vervolgmenu.
  • Pagina 184 Geavanceerde instellingen Geavanceerde instellingen De opties voor Geavanceerde instellingen bieden toegang tot de toepassingen waarmee de beeldkwaliteit of afdrukkwaliteit verbeterd kan worden. Voor toegang tot de Geavanceerde instellingen selecteert u Startpagina Functies en E-mail. Selecteer vervolgens het tabblad Geavanceerde instellingen. Beeldopties Selecteer Beeldopties om in te stellen hoe licht/donker het beeld wordt afgedrukt en om het beeld scherper te maken.
  • Pagina 185 Geavanceerde instellingen • Selecteer Uit om de functie Achtergrondonderdrukking uit te schakelen, met name wanneer: • De aanpassing Donkerder geen acceptabele afdrukken produceert van lichte originelen. • Het origineel een grijze of gekleurde rand heeft, zoals een certificaat. • U de fijne details naar voren wilt halen die verloren zijn gegaan als gevolg van een donkere rand bij ingebonden originelen.
  • Pagina 186 Geavanceerde instellingen Kwaliteit/bestandsgrootte Met de instellingen van Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u kiezen tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte van het scanbeeld. Met deze instellingen kunt u ofwel beelden van optimale kwaliteit maken ofwel kleinere bestanden maken. Een klein bestand biedt een enigszins verminderde afdrukkwaliteit, maar kan gemakkelijker via een netwerk worden gedeeld.
  • Pagina 187 Opmaakaanpassing Opmaakaanpassing Met de opties voor Opmaakaanpassing kunt u wijzigingen in het scanbeeld aanbrengen en het uiterlijk en de stijl ervan verbeteren. Voor toegang tot de opties voor Opmaakaanpassing selecteert u Startpagina Functies en E-mail. Selecteer nu het tabblad Opmaakaanpassing. Origineelrichting Hiermee kunt u de richting opgeven van de originelen die u wilt scannen.
  • Pagina 188 Opmaakaanpassing Randen wissen Met Randen wissen kunt u aangeven hoeveel van het beeld langs de randen van het document moet worden gewist. U kunt bijvoorbeeld vlekken verwijderen die ontstaan als gevolg van gaatjes of nietjes in het origineel. De opties zijn: •...
  • Pagina 189 E-mailopties E-mailopties Met de E-mailopties kunt u tijdelijk een andere indeling kiezen voor het e-mail-beeldbestand, een antwoordadres bij Antwoord aan instellen en een kort bericht toevoegen. Voor toegang tot de e-mailopties selecteert u Startpagina Functies en E-mail. Selecteer vervolgens het tabblad E-mailopties.
  • Pagina 190 E-mailopties • PDF/A is een industriestandaard voor het langdurig bewaren van documenten op basis van de PDF-indeling. U moet eventueel de geavanceerde instellingen controleren om te zien of ze geschikt zijn voor langdurig gebruik. Alleen beeld - optimaliseert het bestand voor bekijken en afdrukken. Het bestand kan niet •...
  • Pagina 191 Opdrachtmodule Opdrachtmodule Dit tabblad geeft toegang tot de toepassing Opdrachtmodule voor het compileren van opdrachten met verschillende originelen of verschillende vereiste instellingen binnen een opdracht. Voor toegang tot de opties voor Opdrachtmodule selecteert u Startpagina Functies en E-mail. Selecteer vervolgens het tabblad Opdrachtmodule.
  • Pagina 192 Opdrachtmodule WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 E-mail...
  • Pagina 193 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Opdrachten opslaan en opnieuw afdrukken...
  • Pagina 194 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 195 Inhoudsopgave Inleiding ................196 Een opdracht opslaan .
  • Pagina 196 Inleiding Inleiding Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken is een standaardfunctie die op uw apparaat kan worden ingeschakeld. U kunt met deze functie opdrachten ophalen, die op het apparaat zijn opgeslagen met behulp van de functie Opdracht opslaan in Kopiëren, met behulp van de printerdriver of met behulp van de optie Opdrachtverzending in Internet Services.
  • Pagina 197 Een opdracht opslaan Een opdracht opslaan Voordat u de optie Opgeslagen opdracht opnieuw afdrukken kunt gebruiken, moet de opdracht eerst worden opgeslagen in een map op het apparaat. Opdrachten kunnen worden opgeslagen met behulp van de kopieerfunctie op het apparaat, of via uw pc met behulp van de printerdriver of Internet Services.
  • Pagina 198 Een opdracht opslaan De printerdriver gebruiken Een opdracht via de printerdriver opslaan: Open uw document en selecteer Afdrukken in het menu Bestand van de applicatie. Het applicatie- venster Afdrukken wordt weergegeven. Selecteer de WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790-printer in het vervolgkeuzemenu Printernaam. Selecteer Eigenschappen voor toegang tot de afdrukinstellingen voor de opdracht. Selecteer het vervolgkeuzemenu Opdrachttype en selecteer Opgeslagen opdracht.
  • Pagina 199 Een opdracht opslaan Internet Services gebruiken De optie Afdrukken van Internet Services kan ook worden gebruikt om een opgeslagen opdracht te maken. Het opdrachtbestand moet een afdrukklaar bestand zijn, zoals een PDF- of PostScript-bestand. Open de webbrowser op uw werkstation. Voer in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
  • Pagina 200 Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken Opgeslagen opdrachten kunnen opnieuw worden afgedrukt via het aanraakscherm van het apparaat of via Internet Services. Gebruik van de WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Druk op de toets Startpagina Functies. Selecteer de optie Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken.
  • Pagina 201 Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken Internet Services gebruiken U kunt uw opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken met behulp van Internet Services: Open de webbrowser op uw werkstation. Voer in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u in het URL-veld het volgende in: http://192.168.100.100.
  • Pagina 202 Mappen beheren Mappen beheren De mappen zijn door de systeembeheerder via Internet Services ingesteld en kunnen door de gebruikers worden beheerd. Bestandsbeheertaken kunnen op het apparaat worden uitgevoerd met behulp van de functie Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken, of op uw pc met behulp van Internet Services.
  • Pagina 203 Mappen beheren Internet Services gebruiken Nieuwe map maken Mappen en de daarin opgeslagen bestanden kunnen met behulp van Internet Services worden beheerd. Open de webbrowser op uw werkstation. Voer in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u in het URL-veld het volgende in: http://192.168.100.100.
  • Pagina 204 Mappen beheren Map wijzigen of verwijderen U kunt mappen met daarin opgeslagen opdrachten wijzigen of verwijderen met behulp van Internet Services. Open de webbrowser op uw werkstation. Voer in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u in het URL-veld het volgende in: http://192.168.100.100.
  • Pagina 205 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 ID-kaart kopiëren...
  • Pagina 206 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 207 Inhoudsopgave Inleiding ................208 ID-kaart kopiëren .
  • Pagina 208 Inleiding Inleiding Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van een enkel vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, draait u de kaart om en wordt de andere zijde gescand.
  • Pagina 209 ID-kaart kopiëren ID-kaart kopiëren Op het tabblad ID-kaart kopiëren bevinden zich de opties Papiertoevoer en Verkleinen/vergroten. Hieronder volgt een gedetailleerde beschrijving van alle opties. Verkleinen/vergroten Verklein of vergroot het formaat van de ID-kaartkopie door het percentage in te stellen of door een van de voorinstellingen voor verkleinen/vergroten te selecteren.
  • Pagina 210 Afdrukkwaliteit Afdrukkwaliteit Op het tabblad Afdrukkwaliteit bevinden zich afdrukkwaliteitsopties voor zijde 1 en zijde 2. Elke optie wordt hieronder gedetailleerd beschreven. Afdrukkwaliteit - zijde 1 en zijde 2 Gebruik deze functies om de afdrukkwaliteit van uw aflevering te verbeteren. U kunt aparte instellingen selecteren voor zijde 1 en zijde 2.
  • Pagina 211 Een identiteitsbewijs kopiëren Een identiteitsbewijs kopiëren Til de AOD op. Plaats de ID-kaart met de beeldzijde omlaag op de glasplaat, uitgelijnd met de pijl in de rechterbovenhoek aan de achterkant. Sluit de AOD. Druk een keer op de toets Alle wissen (AC) om eventuele eerdere schermprogrammeringsselecties te annuleren.
  • Pagina 212 Een identiteitsbewijs kopiëren WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 ID-kaart kopiëren...
  • Pagina 213 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Internet Services...
  • Pagina 214 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 215 Inhoudsopgave Inleiding ................216 Internet Services gebruiken .
  • Pagina 216 Inleiding Inleiding Internet Services maakt gebruik van de HTTP-server die op het apparaat is ingebouwd. Op deze manier kunt u communiceren met de WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 via een webbrowser.. Door het IP-adres van het apparaat als URL (Universal Resource Locator) in de browser in te voeren, is het apparaat rechtstreeks toegankelijk via het internet of het intranet.
  • Pagina 217 Internet Services gebruiken Internet Services gebruiken Voordat Internet Services gebruikt kan worden, moet het apparaat eerst fysiek worden aangesloten worden op het netwerk en TCP/IP en HTTP worden ingeschakeld. Er is ook een werkend werkstation met toegang tot TCP/IP-internet of intranet nodig. Toegang krijgen tot Internet Services: Open de webbrowser op uw werkstation.
  • Pagina 218 Status Status De optie Status biedt informatie over het apparaat. Welkom Op de welkomstpagina vindt u informatie over het instellen en installeren van uw apparaat. Als u deze pagina hebt doorgelezen, kunt u hem uitschakelen met behulp van de optie Welkomstpagina niet meer tonen.
  • Pagina 219 Status Configuratie In dit gedeelte wordt de configuratie van het apparaat getoond en kan er een configuratieoverzicht worden afgedrukt. Verbruiksartikelen Deze optie verschaft informatie over de bruikbaarheidsduur van de verbruiksartikelen van het apparaat, zoals de tonercassette (R1) en de Xerografische module (R2).
  • Pagina 220 Opdrachten Opdrachten De optie Opdrachten verschaft informatie over alle onvoltooide opdrachten in de opdrachtenlijst op het apparaat en over de opgeslagen opdrachten. Actieve opdrachten Met deze optie kunt u de status van uw opdracht controleren. In de lijst met Actieve opdrachten staan de huidige opdrachten en de status van iedere opdracht.
  • Pagina 221 Afdrukken Afdrukken Met de optie Afdrukken kunt u een afdrukklare opdracht, zoals een PDF- of PostScript-bestand, via het internet naar de printer verzenden. U kunt de opdracht vanaf uw computer of vanaf een externe locatie verzenden. De optie Opdrachtverzending gebruiken: •...
  • Pagina 222 Scannen Scannen De optie Scannen geeft een lijst weer met alle sjablonen voor Werkstroom scannen die zijn gemaakt met behulp van Internet Services. Met de optie Scannen kunt u sjablonen voor Werkstroom Scannen maken, wijzigen, kopiëren of verwijderen. Raadpleeg voor meer informatie over de scanopties Opties voor Werkstroom scannen...
  • Pagina 223 Adresboek Adresboek Het apparaat ondersteunt twee soorten adresboeken: • Intern - een wereldwijd adresboek dat wordt geleverd door LDAP (Lightweight Directory Access Protocol). • Openbaar - een adresboek dat wordt gemaakt via een lijst met namen en adressen die in een CSV-bestand zijn opgeslagen (Comma Separated Values).
  • Pagina 224 Eigenschappen Eigenschappen De optie Eigenschappen bevat alle instellingen en standaardwaarden voor het installeren en instellen van het apparaat. Deze zijn beveiligd door middel van een gebruikersnaam en een toegangscode. Alleen een systeembeheerder mag eigenschappen wijzigen. WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Internet Services...
  • Pagina 225 Ondersteuning Ondersteuning De optie Ondersteuning bevat de naam en het telefoonnummer van de systeembeheerder en de telefoonnummers die u moet gebruiken voor het Xerox Welcome Centre en voor verbruiksartikelen. WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Internet Services...
  • Pagina 226 Help Help Selecteer de toets Help om de Help-vensters weer te geven. De structuur van de Help-vensters komt overeen met de structuur van de opties van Internet Services. Gebruik het menu aan de linkerkant van de Help-pagina voor het weergeven van beschrijvingen en instructies voor alle toepassingen en functies van Internet Services.
  • Pagina 227 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Papier en ander afdrukmateriaal...
  • Pagina 228 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 229 Inhoudsopgave Inleiding ................230 Lade 1 en lade 2 .
  • Pagina 230 Ook staat aangegeven in welke richtingen het papier kan worden ingevoerd: met de lange kant eerst (LKE) of met de korte kant eerst (KKE). Uitgebreide papierspecificaties vindt u op www.xerox.com. Papierlade 1: Dit is een standaardlade op het Lade 5: Een optionele papierbron voor grote apparaat.
  • Pagina 231 Lade 1 en lade 2 Lade 1 en lade 2 Lade 1 en 2 bevinden zich aan de voorkant van het apparaat en zijn geschikt voor de invoer van de meeste papierformaten. Papier kan met de lange kant eerst (LKE) worden ingevoerd of met de korte kant eerst (KKE).
  • Pagina 232 Lade 1 en lade 2 Papier in lade 1 en 2 plaatsen Als lade 1 of lade 2 is ingesteld als gereserveerde lade, moet het vereiste papier in de lade worden geplaatst en kunnen de instellingen niet worden aangepast. VOORZICHTIG: Er treedt een storing op als de lade wordt geopend terwijl er vanuit deze lade papier wordt ingevoerd.
  • Pagina 233 Lade 3 en lade 4 Lade 3 en lade 4 Lade 3 en 4 zijn optionele grote papierladen. Ze zijn bedoeld als hoofdinvoer voor de meest gebruikte papiersoorten. Ze zijn ingesteld als gereserveerde laden en kunnen alleen papier van het formaat A4 of 8,5 x 11 inch LKE invoeren.
  • Pagina 234 Lade 3 en lade 4 Papier in lade 3 en 4 plaatsen Er kan alleen papier van het formaat A4 of 8,5 x 11 inch LKE in de lade geplaatst worden. Papier van het benodigde formaat en de benodigde soort moet in de lade worden geplaatst. De instellingen kunnen niet worden aangepast door de gebruiker.
  • Pagina 235 Handmatige invoer Handmatige invoer De handmatige invoer is een papierlade aan de linkerkant van het apparaat, die opzij kan worden geklapt als u deze niet nodig hebt. De handmatige invoer is voornamelijk bedoeld voor invoer van kleine hoeveelheden speciale afdrukmaterialen en is geschikt voor alle soorten media, waaronder transparanten (zonder schutvel), enveloppen en tabbladen.
  • Pagina 236 Handmatige invoer Papier in de handmatige invoer plaatsen Het apparaat waarschuwt u als de handmatige invoer is geselecteerd voor een opdracht en het gewenste afdrukmateraal niet overeenkomt met het afdrukmateriaal dat momenteel in de lade is geplaatst. U wordt ook gewaarschuwd als het papier in de lade tijdens de uitvoering van de opdracht opraakt.
  • Pagina 237 Lade 5 Lade 5 Lade 5 is een optionele grote papierbron. Als lade 5 is geïnstalleerd, wordt deze gebruikt als voornaamste papierinvoer. Deze lade is een gereserveerde lade en voert standaard papier van het formaat A4 of 8,5 x 11 inch met de lange kant eerst (LKE) in.
  • Pagina 238 Lade 5 Papier in lade 5 plaatsen Papier van het benodigde formaat en de benodigde soort moet in de lade worden geplaatst. De instellingen kunnen niet worden aangepast door de gebruiker. Opmerking: U wordt niet door het apparaat gewaarschuwd als het verkeerde formaat papier is geplaatst.
  • Pagina 239 Lade 6 (invoegmodule) Lade 6 (invoegmodule) Lade 6 (invoegmodule ) is een optionele papierlade voor gebruik met de afwerkeenheid voor grote volumes. De lade wordt gebruikt om vellen na verwerking in de set te voegen. Deze lade bied een uitermate geschikte en efficiënte methode voor het toevoegen van voorbedrukte omslagen of invoegingen aan een opdracht.
  • Pagina 240 Lade 6 (invoegmodule) Invoerrichting van voorbedrukt papier Het is belangrijk dat het papier in de juiste richting wordt geplaatst, zodat deze overeenkomt met de aflevering. In de onderstaande tabel worden de diverse origineelrichtingen met elkaar vergeleken en wordt per richting aangegeven hoe het voorbedrukte papier in de lade moet worden geplaatst. Richting Papierformaat Gewenste...
  • Pagina 241 Zelfkopiërend papier kan ook met dit soort papier laserprinters, zoals worden gebruikt, gebruiksaanwijzingen vindt u bij het kringlooppapier van Xerox. papier. Geperforeerd Wordt gebruikt voor Bij het plaatsen van geperforeerd papier moet u geperforeerd papier met controleren of er geen uitgeboorde stukjes papier in aan één zijde twee of meer...
  • Pagina 242 Etiketten moeten 72 uur in de afdrukomgeving ontwikkeld voor acclimatiseren, voordat u ze in de printer plaatst. laserprinters, zoals Laat etiketten in de plastic verpakking zitten totdat etiketten van Xerox, ze in de printer worden geplaatst. worden ondersteund. Handmatige invoer: De kleefstoffen zijn •...
  • Pagina 243 Papiersoorten en afdrukmaterialen Papiersoort Beschrijving Instructies voor het plaatsen van papier Zwaar papier Gebruik deze papiersoort Lade 1, 2, 3 en 4: voor het invoeren van • Plaats papier van maximaal 200 g/m² zwaar papier en karton. (53 lb bankpostpapier). Het maximumgewicht van Lade 5 en handmatige invoer: het papier dat kan worden...
  • Pagina 244 Opslag en gebruik Opslag en gebruik Voor optimale afdrukresultaten is het belangrijk dat het papier op de juiste manier wordt bewaard. Let op de volgende punten bij het opslaan van afdrukmateriaal: • Bewaar papier en afdrukmaterialen op kamertemperatuur. Wanneer het papier vochtig is, kan dat leiden tot papierstoringen of een slechte afdrukkwaliteit.
  • Pagina 245 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Apparaat- en opdrachtstatus...
  • Pagina 246 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 247 Inhoudsopgave Inleiding ................248 Opdrachtstatus .
  • Pagina 248 Inleiding Inleiding In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de functies Apparaatstatus en Opdrachtstatus gebruikt. Beide functies zijn toegankelijk via toetsen op het bedieningspaneel. Opdrachtstatus - toont alle opdrachten in de • opdrachtenlijst die wachten om te worden verwerkt, en de voltooide opdrachten.
  • Pagina 249 Opdrachtstatus Opdrachtstatus De opdrachtenlijsten zijn toegankelijk door op de toets Opdrachtstatus te drukken. Er wordt informatie over huidige opdrachten en voltooide opdrachten weergegeven. Actieve opdrachten Op dit scherm worden alle actieve opdrachten weergegeven die momenteel in de lijst staan om te worden verwerkt.
  • Pagina 250 Opdrachtstatus • Vastgehouden - het afdrukken is tijdelijk onderbroken omdat de benodigde bronnen niet beschikbaar zijn. De opdracht blijft in de opdrachtenlijst staan en schuift telkens als een opdracht is uitgevoerd omhoog in de lijst. Als een vastgehouden opdracht boven aan de lijst staat, worden alle daaropvolgende opdrachten gewoon verwerkt en uitgevoerd.
  • Pagina 251 Opdrachtstatus Niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten Op het tabblad Niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten bevindt zich een lijst met niet- geïdentificeerde opdrachten die zijn vastgehouden volgens de regels voor niet-geïdentificeerde opdrachten. Geïdentificeerde opdrachten worden vastgehouden op het tabblad Vastgehouden opdrachten. Er kunnen maximaal 150 opdrachten worden weergegeven. De Eigenaar, Naam en Status van elke opdracht worden weergegeven.
  • Pagina 252 Opdrachtstatus Opdrachten beheren Opdrachtvoortgang Wanneer een opdracht wordt verwerkt of een opdracht in de lijst Actieve opdrachten wordt geselecteerd, wordt het scherm Opdrachtvoortgang weergegeven. Het scherm Opdrachtvoortgang biedt informatie over de opdracht en bevat opties voor opdrachtbeheer. U kunt ook de Opdracht- gegevens en de Vereiste hulpbronnen bekijken om de opdracht te voltooien.
  • Pagina 253 Dit bevat informatie over uw apparaat, waaronder het serienummer, IP-adres, apparaatcon- figuratie en de softwareversie. Het bevat ook details over de laatste 20 storingen en het nummer van het Xerox Welcome Centre. Selecteer Overzicht afdrukken om het overzicht Systeemconfiguratie af te drukken.
  • Pagina 254 Gebruik de schuifbalk om de hele lijst te kunnen zien. Versies apparaatsoftware Met deze optie wordt de softwareversie van alle apparaatonderdelen weergegeven. Een technicus van Xerox kan deze gegevens nodig hebben om problemen op te lossen of wanneer een upgrade van de software moet worden uitgevoerd. Storingen Op het tabblad Storingen worden storings- en foutenoverzichten van het apparaat weergegeven.
  • Pagina 255 Apparaatstatus Verbruiksartikelen Op het tabblad Verbruiksartikelen vindt u statusinformatie over de verbruiksartikelen van het apparaat. Het resterende percentage wordt weergegeven voor de tonercassette (R1) en andere eenheden die door de klant kunnen worden vervangen. Verder wordt het geschatte aantal resterende dagen voor de documentinvoerrol (R6), xerografische module (R2) en fusermodule (R3) getoond.
  • Pagina 256 Apparaatstatus Hulpprogramma's Hulpprogramma's biedt toegang tot de beheer- en onderhoudsprogramma's voor het apparaat. Toegang tot de opties van Hulpprogramma's is beperkt. Algemene gebruikers krijgen toegang tot opties zoals Helderheid scherm, Xerografische module reinigen, Optie inschakelen en Configuratieoverzicht. Opmerking: Informatie over de optie Hulpprogramma's is beschikbaar in de handleiding Beheer en accountadministratie en de...
  • Pagina 257 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Beheer en accountadministratie...
  • Pagina 258 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 259 Xerox Welcome Centre ........
  • Pagina 260 Hulpprogramma's Hulpprogramma's De instellingen op het apparaat kunnen via twee opties worden ingesteld: Internet Services of Hulpprogramma's. In deze handleiding worden de beschikbare opties in Hulpprogramma's uitgelegd. Voor informatie over de beschikbare instellingen in Internet Services raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder).
  • Pagina 261 Apparaatinstellingen Apparaatinstellingen Met de apparaatinstellingen kunnen apparaatspecifieke opties worden aangepast, zoals Energiebesparing en de Instellingen papierlade. Algemeen Selecteer de optie Algemeen voor toegang tot de volgende opties: • Energiebesparing op pagina 261 • Datum en tijd op pagina 262 • Audiotonen op pagina 262 •...
  • Pagina 262 Apparaatinstellingen Datum en tijd Voor bepaalde toepassingen en functies van het apparaat zijn de lokale datum en tijd nodig, bijvoorbeeld voor Notities, Uitgesteld verzenden of het Configuratie-overzicht. Met dit hulpprogramma kunt u de lokale datum en tijd op het apparaat instellen en wijzigen. •...
  • Pagina 263 Apparaatinstellingen Afmetingen Met dit hulpprogramma kunt u instellen of afmetingen in millimeters of inches op het apparaat worden weergegeven, en of een komma of punt als numeriek scheidingsteken wordt gebruikt. • Eenheden - hier kunt u Inch of mm als maateenheid selecteren. •...
  • Pagina 264 Apparaatinstellingen • Ladeprioriteit - hiermee kunt u aangeven welke lade moet worden geselecteerd als meerdere laden dezelfde media bevatten. Ook kunt u hier opgeven in welke volgorde de laden worden weergegeven op het tabblad Kopiëren. Stel de ladeprioriteit in tussen 1 - 99. 1 is de hoogste prioriteit en 99 de laagste.
  • Pagina 265 Deze optie wordt gebruikt om uw Xerox-serviceplan te wijzigen. Als u het plan wilt wijzigen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre en geeft u uw serienummer door. Xerox geeft u dan een Autorisatienummer serviceplan. Voer het nummer in en selecteer de toets Enter.
  • Pagina 266 Apparaatinstellingen Xerografisch nabestellen De xerografische module (R2) heeft een bepaalde bruikbaarheidsduur en moet af en toe worden vervangen om een goede afdrukkwaliteit te behouden. Deze optie wordt gebruikt om in te stellen hoeveel dagen er liggen tussen het verschijnen van het bericht voor het nabestellen en de dag dat de nieuwe module moet worden geïnstalleerd.
  • Pagina 267 Apparaatinstellingen Timers Selecteer de optie Timers voor toegang tot de volgende opties: Time-out systeem Met deze optie bepaalt u of het apparaat na een bepaalde tijd moet • terugkeren naar het standaardscherm en standaardinstellingen van de toepassingen. Inschakelen - hiermee schakelt het apparaat na de opgeven tijdsduur over op de •...
  • Pagina 268 Apparaatinstellingen Afleveringsopties Selecteer de optie Uitvoer voor toegang tot de volgende opties: • Afleveringslocatie op pagina 268 • Optie Nietjes zijn op op pagina 268 • Binnen opdracht staffelen op pagina 268 • Modus Nietproductiviteit op pagina 269 Afleveringslocatie Als het apparaat is voorzien van een afleveringseenheid, kunt u met dit hulpprogramma specificeren in welke opvangbak specifieke soorten opdrachten worden afgeleverd, met inachtneming van de beperkingen van de afwerkeenheid en de gewenste afwerking.
  • Pagina 269 • Wanneer het bericht verdwijnt, is de reinigingscyclus voltooid. Optie inschakelen Indien u van het Xerox Welcome Centre opdracht hebt gekregen om een inschakelingscode in te voeren, gebruik dan deze optie om de code in te voeren. • Selecteer het invoervak en voer m.b.v. de cijfertoetsen de code in.
  • Pagina 270 Apparaatinstellingen Conflictbeheer Het apparaat kan verschillende opdrachten tegelijkertijd uitvoeren, bijvoorbeeld een fax scannen en verzenden en een opdracht afdrukken. Soms vereisen 2 opdrachten echter dezelfde bron. Het systeem voor conflictbeheer moet dan beslissen welke opdracht voorrang heeft. Bij dit apparaat kunt u de prioriteit van afdruk- en kopieeropdrachten wijzigen.
  • Pagina 271 Apparaatinstellingen Weergave-opties Normaal gesproken wordt er bij de toepassingen Boek kopiëren, Boek faxen en Katern maken vanuit gegaan dat de boeken en katernen van links naar rechts worden gelezen. In bepaalde landen wordt echter van rechts naar links gelezen. Dit hulpprogramma biedt de gebruiker de mogelijkheid voor beide toepassingen de gewenste leesrichting te selecteren.
  • Pagina 272 Functie-instellingen Functie-instellingen Met de functie-instellingen kunnen functie-specifieke opties worden aangepast, zoals Kopiëren, Faxen of Afdrukken. Standaardwaarden toepassingen Selecteer de optie Standaardwaarden toepassingen voor toegang tot de volgende opties: • Standaardwaarden fax op pagina 272 • Standaardwaarden kopiëren op pagina 272 •...
  • Pagina 273 Functie-instellingen Opdrachtvellen Selecteer de optie Opdrachtvellen voor toegang tot de volgende opties: • Voorbladen op pagina 273 • Info foutieve aflevering op pagina 273 • Scanstatuspagina op pagina 273 • Papiersoort en -kleur op pagina 273 • Serverfaxstatuspagina op pagina 274 Voorbladen Met deze optie kunt u het apparaat bij elke afdrukopdracht een voorblad laten afdrukken.
  • Pagina 274 Functie-instellingen Serverfaxstatuspagina Met deze toepassing kan het apparaat een statuspagina afdrukken nadat een opdracht voor Serverfax is voltooid. • Inschakelen - wordt geselecteerd om een Serverfaxstatuspagina af te drukken. • Uitschakelen - hiermee geeft u aan dat er geen Serverfaxstatuspagina moet worden afgedrukt. •...
  • Pagina 275 Functie-instellingen Faxinstellingen Selecteer de optie Faxinstellingen voor toegang tot de volgende instellingen: • Standaardwaarden faxverzending op pagina 275 • Landinstelling op pagina 276 • Standaardwaarden inkomende faxen op pagina 277 • Bestandsbeheer op pagina 278 • Lijninstelling op pagina 279 •...
  • Pagina 276 Functie-instellingen Audio lijnmonitor Tijdens het verzenden van een fax veroorzaken het kiezen van het nummer, de handshake-procedure en de digitale gegevensverzending piep- en zoemgeluiden op de telefoonlijn. De audio-lijnmonitor stelt de gebruiker in staat de voortgang van de communicatie te volgen en het kiezen van het faxnummer en het begin van de handshake-procedure te horen.
  • Pagina 277 Functie-instellingen Standaardwaarden inkomende faxen Met deze instelling kunt u de standaardopties voor inkomende faxen selecteren. Vertraging Auto antwoorden Met deze instelling kunt u een vertraging instellen voordat het apparaat een oproep beantwoordt. Dit is met name nuttig wanneer het apparaat is aangesloten op een gemeenschappelijk gebruikte telefoonlijn.
  • Pagina 278 Functie-instellingen Standaard afleveringsopties Als uw apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid, kunt u de inkomende faxen nieten, op geperforeerd papier met 2 gaten of 2-zijdig laten afdrukken. Met dit hulpprogramma kunt u de gewenste afwerkopties voor alle inkomende faxen instellen. •...
  • Pagina 279 Functie-instellingen Mailboxinstellingen Inkomende faxen kunnen om praktische redenen of met het oog op beveiliging in mailboxen worden opgeslagen, voordat ze worden afgedrukt. Gebruikers kunnen de faxen in hun eigen mailbox op elk willekeurig moment afdrukken. Met deze optie kunt u mailboxen maken, bewerken en verwijderen. Er is ook de mogelijkheid een lijst van alle 200 mailboxen af te drukken.
  • Pagina 280 Functie-instellingen Faxoverzichtopties Er zijn 3 faxoverzichten beschikbaar: Activiteitenoverzicht, Rondzend- en multipol-overzicht en Verzendoverzicht. Met deze optie kunt u het uiterlijk van en de afdrukvoorwaarden voor deze overzichten instellen. • Activiteitenoverzicht - verschaft informatie over de faxactiviteiten die op het apparaat hebben plaatsgevonden: •...
  • Pagina 281 Functie-instellingen Optionele functies Deze optie wordt gebruikt om de optionele functies in te stellen die op het apparaat beschikbaar zijn. U schakelt een functie in door Inschakelen te selecteren. Voor sommige functies moet voor het activeren een PIN-code worden ingevoerd. De PIN-code wordt geleverd wanneer er voor de gewenste functie is betaald.
  • Pagina 282 Netwerkinstellingen Netwerkinstellingen Deze instellingen worden gebruikt voor het invoeren van de netwerkparameters voor het systeem. In dit gedeelte vindt u een overzicht van de beschikbare opties. In de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) vindt u gedetailleerde instructies voor de netwerkinstallatie.
  • Pagina 283 Deze optie wordt gebruikt om het apparaat in te schakelen voor aansluiting op een werkstation door middel van een USB-kabel. Er zijn twee gebruikswijzen voor deze optie: • Softwarehulpprogramma's - wordt gebruikt voor de verbinding met de XCA (Xerox- kopieerassistent), hulpprogramma's voor de klant of een PWS (draagbaar werkstation) voor bezoeken van de onderhoudstechnicus.
  • Pagina 284 Xerox standaard accountadministratie - is een accountadministratiesysteem dat met behulp • van de gebruikersinterface van Internet Services wordt ingesteld. Als deze optie wordt ingeschakeld, moet het IP-adres van het apparaat worden ingevoerd en kan Xerox standaard accountadministratie worden ingesteld. •...
  • Pagina 285 Accountadministratie Instelling Auditron De auditron is een accountadministratietoepassing van het apparaat om automatisch de kopieeropdrachten per gebruiker bij te houden. De Auditron voorkomt onrechtmatige toegang tot de toepassingen Kopiëren of ID-kaart kopiëren van het apparaat. Auditron kan worden in- en uitgeschakeld door de systeem- of auditronbeheerder.
  • Pagina 286 Accountadministratie Selecteer Instellingen accountadministratie en Instelling interne auditron. Selecteer Auditroninitialisatie. Het scherm Auditroninitialisatie biedt toegang tot drie soorten activiteiten die als onderdeel van de initialisatie van de auditron worden uitgevoerd: Partitionering - betekent dat het geheugen van • het apparaat wordt verdeeld tussen gebruikersaccounts en algemene accounts.
  • Pagina 287 Accountadministratie Selecteer het invoervak Gebruikerscode en voer m.b.v. de cijfertoetsen een gebruikerscode in. Een geldige gebruikerscode is 3 tot 12 cijfers lang. Voorloopnullen en de tekens * en # worden herkend. Als de gebruikerscode niet uniek is, wordt er een bericht weergegeven. Wanneer u de Groepsaccount wilt instellen, selecteert u het invoervak Groepsaccount en voert u de standaard Groepsaccount voor de Gebruikersaccount in.
  • Pagina 288 Accountadministratie Algemene accounts instellen Algemene accounts kunnen alleen door gebruikers met aanmeldingsrechten worden gebruikt. Alleen de teller voor de algemene account wordt bijgewerkt. Gebruik algemene accounts voor beheertaken of klanten. Er kunnen geen limieten voor algemene accounts worden ingesteld. Selecteer om een Algemene account aan te maken Accountinstellingen en Instelling interne auditron.
  • Pagina 289 Accountadministratie Auditronoverzichten Het overzicht toont het totaal aantal kopieën dat door alle gebruikersaccounts, groepsaccounts en algemene accounts is gemaakt sinds de accounts voor het laatst op nul zijn gezet. Zo drukt u het overzicht af: Selecteer Instellingen accountadministratie en Instelling interne auditron. Selecteer de toets Auditronoverzichten.
  • Pagina 290 Accountadministratie Kopieeractiviteitenoverzicht Met deze optie kunt u een overzicht laten afdrukken telkens nadat de functie Kopiëren is gebruikt. In het overzicht wordt het opdrachttype en het aantal gemaakte kopieën getoond. Deze toepassing is bedoeld voor algemeen toegankelijke apparaten, zodat de kosten van de kopieën bij de gebruiker in rekening kunnen worden gebracht.
  • Pagina 291 Beveiligingsinstellingen Beveiligingsinstellingen Met de Beveiligingsinstellingen kunnen de beveiligingstoe- passingen van het apparaat worden beheerd. Er kunnen instellingen voor beeldoverschrijving worden geconfigureerd. In de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) vindt u gedetailleerde instructies voor de beveiligingsinstellingen. Op verzoek overschrijven van harde schijf Als u vertrouwelijke afdrukopdrachten naar het apparaat hebt verzonden, kunt u alle gegevens verwijderen die na het afdrukken van de opdracht op de harde schijf zijn opgeslagen.
  • Pagina 292 Problemen oplossen Problemen oplossen Deze instellingen worden gebruikt voor het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen op het apparaat. Ze bevatten allerlei tests om de functionaliteit van het systeem te controleren en prestaties te meten. Gebruikers-interfacetests Gebruik deze optie om tests van de gebruikersinterface uit te voeren waarmee u een diagnose voor de schermproblemen kunt stellen.
  • Pagina 293 Problemen oplossen Testpatronen afdrukkwaliteit Met deze toepassing kunt u testafdrukken maken, waarmee uzelf en medewerkers van het Xerox Welcome Centre problemen met de beeldkwaliteit kunnen oplossen. Elk testpatroon controleert delen van het afdrukproces. Er zijn 19 testpatronen opgeslagen in het geheugen van het apparaat, die worden gebruikt om de werking van het afdruksysteem te testen.
  • Pagina 294 Selecteer Sluiten en voer de test nogmaals uit. Xerox Welcome Centre Voer hier de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre en voor verbruiksartikelen in, die op het apparaat worden weergegeven. •...
  • Pagina 295 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Algemene zorg en problemen oplossen...
  • Pagina 296 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 297 Xerox Welcome Centre ........
  • Pagina 298 Algemene zorg Er zijn verscheidene verbruiksartikelen voor het apparaat die moeten worden bijgevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en artikelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen. Als u Xerox- verbruiksartikelen wilt bestellen, neem dan contact op met de plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger.
  • Pagina 299 Algemene zorg Nietcassettes en perforatie-afval Als uw apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid of een handmatig nietapparaat, moet u de nietcassette(s) vervangen wanneer u hier via een bericht op wordt gewezen. Indien de afwerkeenheid over de optionele perforator beschikt, moet u ook de afvalcontainer van de perforator legen wanneer daarom gevraagd wordt op het apparaat.
  • Pagina 300 Plekken of vuil op de CVT-rol kunnen ook door het document heen te zien zijn en op uw gescande afbeeldingen verschijnen. Gebruik een pluisvrije doek die licht met Xerox antistatisch of een universeel reinigingsmiddel of een andere niet-...
  • Pagina 301 Algemene zorg Onderhoud aan de xerografische module Dit bericht wordt, afhankelijk van het gebruik van het apparaat, regelmatig weergegeven met het verzoek om onderhoudsprocedures aan de xerografische module (R2) uit te voeren. Wanneer u de voordeur opent, verschijnen er berichten waarin staat wat u moet doen. Opmerking: U kunt het apparaat pas voor afdrukken of kopiëren gebruiken nadat u deze procedure hebt voltooid.
  • Pagina 302 Als het probleem niet wordt verholpen door het apparaat opnieuw te starten, raadpleegt u de instructies in dit gedeelte om het probleem te identificeren en op te lossen. Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre voor advies. Storingen Er zijn verschillende categorieën storingen die kunnen optreden op het apparaat en verschillende...
  • Pagina 303 Problemen oplossen Uitschakelstoringen Bij uitschakelstoringen werkt een deelsysteem, module of onderdeel niet meer naar behoren. Er zijn drie groepen uitschakelstoringen. • Eenvoudige storing - er is sprake van een eenvoudige storing wanneer een deelsysteem of module niet meer naar behoren functioneert. Als bijvoorbeeld tijdens een nietopdracht een storing wordt geconstateerd, werken andere toepassingen nog steeds, maar is de nieteenheid niet beschikbaar.
  • Pagina 304 Problemen oplossen Storingsschermen Alle storingen die gevolgen hebben voor de gebruikers van het apparaat, worden op één van de volgende twee manieren aan de gebruiker getoond: Onderbrekende storing Onderbrekende storingen worden getoond als de bijbehorende storing van invloed is op het gehele apparaat, waarbij het apparaat geen invoer of uitvoer kan accepteren.
  • Pagina 305 306 voor meer informatie. Als u het probleem nog steeds niet zelf hebt kunnen oplossen, raadpleeg dan Meer hulp op pagina 310 om contact op te nemen met het Xerox Welcome Centre. WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Algemene zorg en problemen oplossen...
  • Pagina 306 Problemen oplossen Tips voor het oplossen van problemen Als u problemen ondervindt bij het gebruik van het apparaat, kunt u de volgende suggesties voor probleemoplossing raadplegen: Probleem Mogelijke oplossing Het apparaat kan • Controleer of het apparaat soms in de Energiespaarstand staat (wordt aangegeven niet worden aangezet door een groen lampje op het bedieningspaneel).
  • Pagina 307 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oplossing Krullend papier • Plaats het papier in de papierladen met de naadzijde van het papier omhoog. Plaats het papier in de handmatige invoer met de naadzijde omlaag. • Plaats afwijkend afdrukmateriaal in de handmatige invoer. •...
  • Pagina 308 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oplossing Strepen, lijnen, • Reinig de glasplaat en, indien u gebruik maakt van de AOD, ook het Constant vlekken, dikke of Velocity Transport-glas (de smalle glasstrook links van de glasplaat), met name in gestreepte lijnen op de buurt van de plastic richel op de glasplaat.
  • Pagina 309 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oplossing Dubbelbeeld of • Controleer de kwaliteit van het origineel. doorschijnend beeld • Reinig de glasplaat indien deze wordt gebruikt. (schaduwbeelden) • Draai het origineel 180 graden en voer de opdracht nogmaals uit. Het apparaat • Gebruik de toepassing Origineelformaat om het formaat van het origineel op registreert het te geven, Origineelformaat...
  • Pagina 310 306; ze kunnen de sleutel zijn voor de snelle oplossing van het probleem. Neem indien het probleem hiermee niet is opgelost contact op met het Xerox Welcome Centre. Het Xerox Welcome Centre heeft het volgende nodig: informatie over de aard van het probleem, het serienummer van het apparaat, de storingscode (indien aanwezig) en de naam en vestigingsplaats van uw bedrijf.
  • Pagina 311 Versie 2.0 December 2010 Xerox WorkCentre™ ® 5735/5740/5745/5755/5765/5775/ 5790 Veiligheid en regelgeving...
  • Pagina 312 ©2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de auteursrechtwetgeving van de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm zonder toestemming van Xerox Corporation worden gereproduceerd. XEROX® en XEROX and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 313 Inhoudsopgave Kennisgevingen en veiligheid ............314 Veiligheidslabels en -symbolen .
  • Pagina 314 Lees de volgende instructies zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. Raadpleeg de instructies zo nodig om te zorgen dat uw apparaat altijd veilig werkt. Uw Xerox-apparaat en de -verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van strenge veiligheidsvoorschriften. De producten zijn getest en gecertificeerd door een veiligheidsinstituut en voldoen aan de voorschriften voor elektromagnetische straling en vastgestelde milieunormen.
  • Pagina 315 Informatie voor veilig gebruik Informatie voor veilig gebruik Uw Xerox-apparaat en de -verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van strenge veiligheidsvoorschriften. Hieronder vallen erkende milieu-eisen die gesteld, goedgekeurd en geïnspecteerd worden door verscheidene veiligheidsinstanties. Neem te allen tijde de onderstaande...
  • Pagina 316 Gebruik altijd de materialen die specifiek voor dit apparaat zijn aangegeven. Het gebruik van andere materialen kan tot slechte prestaties leiden en een gevaarlijke situatie doen ontstaan. • Het apparaat altijd voorzichtig verplaatsen. Neem contact op met uw lokale Xerox-dealer als u het apparaat naar een ander gebouw wilt verhuizen. •...
  • Pagina 317 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw erkende leverancier. Uitzetten in een noodgeval Als een van de volgende situaties zich voordoet, zet u het apparaat onmiddellijk uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met een erkende Xerox-servicevertegenwoordiger om het probleem te verhelpen. •...
  • Pagina 318 Xerox-installatieprocedure, blijft de ozonconcentratie binnen veilige grenzen. Als u meer informatie nodig hebt over ozon, kunt u de Xerox-publicatie Ozone (Engelstalig) aanvragen via 1-800-828-6571 in de Verenigde Staten en Canada. In andere gebieden kunt u contact opnemen met uw erkende plaatselijke leverancier of serviceverlener.
  • Pagina 319 • Raadpleeg uw dealer of een erkende radio/tv-monteur. Wijzigingen aan het apparaat waarvoor niet nadrukkelijk toestemming is gegeven door Xerox, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om gebruik te maken van het apparaat ongeldig maken. Om te voldoen aan Deel 15 van de FCC-regels, moet gebruik worden gemaakt van afgeschermde interfacekabels.
  • Pagina 320 Dit is een product van klasse A. In een huiselijke omgeving kan dit apparaat radiostoringen veroorzaken, in welk geval de gebruiker passende maatregelen zal moeten nemen. Het CE-merk op dit apparaat symboliseert de verklaring van conformiteit van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data: •...
  • Pagina 321 Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Verenigde Staten Het Congres heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde omstandigheden verboden. Er kunnen boetes en gevangenisstraffen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken van dergelijke reproducties.
  • Pagina 322 Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Auteursrechtelijk materiaal, tenzij toestemming is verkregen van de eigenaar van het auteursrecht, of de reproductie binnen het “redelijk gebruik” valt zoals vastgelegd in de bepalingen van het auteursrecht voor bibliotheekreproductierechten. Nadere informatie over deze bepalingen is te verkrijgen via het Copyright Office, Library of Congress, Washington, D.C.
  • Pagina 323 Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Canada Het parlement heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Er kunnen boetes en gevangenisstraffen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken van dergelijke reproducties. Geldige bankbiljetten of geldig papiergeld.
  • Pagina 324 Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht is verzonden, samen...
  • Pagina 325 Informeer bij uw plaatselijke telefoonmaatschappij naar het modulaire aansluitingstype op uw lijn. Wanneer u dit apparaat op een niet-goedkeurde aansluiting aansluit, kan er schade aan het apparaat van de telefoonmaatschappij worden veroorzaakt. U, niet Xerox, is verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor enige schade die wordt veroorzaakt door het aansluiten van dit apparaat op een niet-goedgekeurde aansluiting.
  • Pagina 326 Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Canada Opmerking: Met het label Industry Canada wordt gecertificeerde apparatuur erkend. Deze certificering betekent dat het apparaat voldoet aan bepaalde vereisten met betrekking tot de beveiliging, werking en veiligheid van telecommunicatienetwerken, zoals voorgeschreven in de desbetreffende documenten voor technische vereisten van terminalapparatuur.
  • Pagina 327 DTMF-signalen geven een betrouwbare en snellere verbinding. De certificering van dit apparaat wordt ongeldig als het wordt gewijzigd of aangesloten op externe besturingssoftware of op externe besturingsapparatuur waarvoor Xerox geen toestemming heeft verleend of die niet door Xerox zijn goedgekeurd.
  • Pagina 328 Zie voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox: www.xerox.com/environment.html. Indien u verantwoordelijk bent voor het weggooien van uw Xerox-apparaat, houd er dan rekening mee dat het apparaat mogelijk lood, kwik, perchloraat en andere stoffen bevat die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden weggegooid.
  • Pagina 329 Xerox ENERGY STAR-apparatuur is in de fabriek ingesteld. Bij levering van het apparaat is de timer voor het overschakelen op de energiespaarstand van de laatste kopie/afdruk ingesteld op: 1 minuut (5735), 2 minuten (5740), 5 minuten (5745), 8 minuten (5755/5765) en 15 minuten (5775/5790).
  • Pagina 330 EH&S Contactinformatie WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Veiligheid en regelgeving...
  • Pagina 331 Index Papier/aflevering, 159 Aflevering kopieën, 48 Afleveringsapparaten, 51 Afleveringsbestemming, 164 Afleveringsformaat Katern maken, 58 Omslagen, 59 Numerics Afleveringsopties, 48 Katern, 49 2-zijdig, 80, 97, 107, 129, 162, 181 Afmetingsinstelling, 263 2-zijdig kopiëren, 48 Afwerkeenheden, 11, 51 Afwerkeenheid voor grote volumes, 51 Afwerking, 162 Aan, 17 Algemene zorg, 298...
  • Pagina 332 Componenten van het apparaat, 11 Factureringsinformatie, 255 Compressiecapaciteit, 146 Fax, 76 Conceptkopie, 68 Fax vanaf een PC verzenden, 27 Contact opnemen met Xerox, 39 Faxbevestigingsoverzicht, 87 Contrast, 53, 101, 110 Faxen, 23, 74 C-vouw, 50 Faxen - Basis, 23, 76...
  • Pagina 333 Functies, 12 Afleveringsopties, 268 Functies - standaardwaarden, 262 Afmetingen, 263 Functies en opties, 12 Audiotonen, 262 Fusermodule, 298 Beveiliging, 291 Datum en tijd, 262 Instellingen papierlade, 263 Interne fax, 275 Geavanceerde instellingen, 145 Op verzoek overschrijven, 291 Geavanceerde opties, 172 Opdracht verwijderen, 291 Geavanceerde papierselectie, 161 Timers, 267...
  • Pagina 334 Kopiëren - Basis, 21 Ontvanger, 105, 179 Koptekst verzenden, 89 Op verzoek overschrijven instellen, 291 Kwaliteit/bestandsgrootte, 111, 133, 145, 186 Opbouwen van opdrachten, 67 Opbouwopdracht, 67, 94, 138, 145, 191 Opdrachten, 220 Actieve opdrachten, 220 Lade 1 en lade 2, 231 Opgeslagen opdrachten, 220 Lade 3 en 4, 233 Opdrachten beheren, 252...
  • Pagina 335 Opslagplaatsen, 126 Papier in lade 5 plaatsen, 238 Opties, 11, 12, 14, 103, 115 Papier in lade 6 plaatsen, 239 Kopiëren, 46 Papier in laden 1 en 2 plaatsen, 232 Opties voor Scannen naar basismap, 151 Papiersoorten, 241 Opties voor Werkstroom scannen, 127 Papiertoevoer, 47 Opvolgend kiezen, 82 PDF, 112, 136, 189...
  • Pagina 336 Sjablonen wijzigen, 139 Tips voor het oplossen van problemen, 306 Sjabloon Toegang, 33 Beeldinstellingen, 146 Toegang tot Hulpprogramma's, 260 Sjabloon voor basismap, 150 Toets Afdrukken onderbreken, 16 Sjabloonopties, 142 Toets Alles wissen, 16 SMart eSolutions, 219 Toets Alles wissen (AC), 148, 150 Snel opnieuw starten, 18 Toets Apparaatstatus, 16 Snelkiezen, 77, 78...
  • Pagina 337 Sjablonen, 139 Werkstroom scannen - Basis, 28 Wissen van beeld, 135, 145 Xerografische module, 298 Xerox Welcome Centre, 10, 294 Xerox Welcome Centre bellen voor hulp, 10 XPS, 136, 189 Zorgen voor het apparaat, 298 Z-vouw, 50 Zwart/wit-afdrukken, 218 WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790...
  • Pagina 338 WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790 Index...