Veiligheidssysteem van uw auto
Zijairbags
(indien van toepassing)
Beide voorstoelen van uw auto zijn
uitgerust met een zijairbag.
2-58
Het doel van de airbag is om de
bestuurder en de voorpassagier een
aanvullende bescherming te bieden
naast de bescherming die wordt
geboden door de veiligheidsgordel.
De zijairbags zijn ontworpen om
tijdens bepaalde aanrijdingen van
opzij
geactiveerd
afhankelijk van de ernst, de hoek, de
snelheid en de plaats waarop de auto
wordt geraakt.
De zijairbags aan beide zijden van de
auto zijn zo ontworpen dat ze worden
OTL035040
geactiveerd
rollover-sensor wordt waargenomen
dat de auto over de kop slaat (indien
van toepassing).
De zijairbags zijn niet ontworpen om
bij alle aanrijdingen van opzij of
situaties waarbij de auto over de kop
kan slaan opgeblazen te worden.
WAARSCHUWING
OTL035041
Om de kans op ernstig letsel
door
een
zijairbag te beperken, moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen
getroffen worden:
te
worden,
wanneer
door
een
zich
opblazende
(Vervolg)
(Vervolg)
•
Alle inzittenden moeten altijd
hun veiligheidsgordel dragen:
de gordel houdt de inzittende
zo goed mogelijk op zijn plaats.
•
Laat passagiers niet met het
hoofd of andere delen van het
lichaam tegen het portier
leunen, hun armen uit het raam
steken of voorwerpen tussen
de portieren en de zitplaatsen
steken.
•
Houd het stuurwiel vast op 9 en
3 uur, zodat de kans op letsel
aan uw armen en handen tot
een minimum beperkt wordt.
•
Gebruik geen stoelhoezen.
Deze kunnen de werking van
het systeem in negatieve zin
beïnvloeden.
•
Plaats geen voorwerpen op de
airbag of tussen de airbag en
uzelf.
Bevestig
ook
voorwerpen rond de gedeelten
waar de geactiveerde airbags
uit komen, zoals het portier, de
zijruit en de voor- en achterstijl.
(Vervolg)
geen