Kenmerken van uw auto
1. Activeer het Smart Parking
Assistsysteem
• Druk de toets van het Smart
Parking Assist-systeem in (het
controlelampje in de toets gaat
branden).
• Het Smart Parking Assist-systeem
wordt ingeschakeld (het
lampje in de toets gaat branden).
Er klinkt een
waarschuwings-
signaal wanneer een obstakel
wordt waargenomen.
3-152
• Druk gedurende ten minste 2
seconden nogmaals op de toets
van het Smart Parking Assist-
systeem om het systeem uit te
schakelen.
• De standaardinstelling voor het
Smart Parking Assist-systeem is
UIT als het contact in stand ON
wordt gezet.
OTL045068
controle-
OTLE045116
OTLE045113
2. Selecteer parkeermodus
• Selecteer de modus fileparkeren of
achteruit inparkeren door de toets
van de slimme parkeerhulp in te
drukken terwijl de selectiehendel
in stand D (rijden) of N (neutraal)
staat en het rempedaal wordt
ingetrapt.
OTLE045115
OTLE045114