Trek de hendel naar u toe om een
lichtsignaal
te
geven
grootlicht en laat hem vervolgens los.
Het grootlicht blijft branden zolang u
de hendel naar u toe getrokken
houdt.
Richtingaanwijzers
OTLE045281
met
het
Als u richting wilt aangeven, beweeg
de hendel dan omlaag als u links
afslaat en omhoog als u rechts
afslaat, in stand (A). Beweeg de
hendel gedeeltelijk naar beneden of
naar boven en houd hem vast in
stand (B) om een wisseling van
rijstrook aan te geven. De hendel
keert terug naar de stand OFF als hij
wordt losgelaten of wanneer de auto
weer rechtuit rijdt.
Wanneer een controlelampje blijft
branden, niet knippert of abnormaal
knippert, kunnen één of meer lampen
doorgebrand zijn en dienen deze
vervangen te worden.
Functie one-touch
passeerknipperlicht
Beweeg de hendel iets en laat hem
dan weer los om de functie one-
touch passeerknipperlicht in te
schakelen. De richtingaanwijzers
knipperen 3, 5 of 7 keer.
U
kunt
de
passeerknipperlicht in-/uitschakelen
of het aantal keren knipperen
selecteren (3, 5 of 7) met de
modus Gebruikersinstellingen op het
LCDdisplay. Zie "LCD-display" in
OTLE045284
dit
hoofdstuk
informatie.
3
functie
one-touch
voor
meer
3-119