Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampje
motoroliepeil
Het waarschuwingslampje
oliepeil gaat branden wanneer het
motoroliepeil
moet
gecontroleerd.
Controleer als het waarschuwings-
lampje
gaat
branden
mogelijk het oliepeil en vul indien
nodig motorolie bij.
Gebruik een trechter en giet de
aanbevolen olie daar voorzichtig
doorheen. (hoeveelheid bij te vullen
olie: ongeveer 0,6 - 1,0 l)
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie.
(Zie
"Aanbevolen
smeermiddelen en hoeveelheden" in
hoofdstuk 8.)
Vul niet te veel motorolie bij. Zorg
ervoor dat het oliepeil niet boven het
merkteken F (vol) op de peilstok
komt.
i
Informatie
• Als u na het bijvullen van motorolie
en nadat de motor op
temperatuur is gekomen ongeveer
50 - 100 km rijdt, gaat het
waarschuwingslampje uit.
3-106
(Vervolg)
• Zet het contact binnen 10 seconden
3 keer aan en uit, het
motor-
schuwingslampje
onmiddellijk uit.
worden
Wanneer
schuwingslampje
motorolie bij te vullen, gaat het
zo
snel
lampje weer branden nadat u, als de
motor op bedrijfstemperatuur is
gekomen, ongeveer 50 - 100 km hebt
gereden.
AANWIJZING
Als het lampje blijft branden nadat
u motorolie hebt bijgevuld en
ongeveer 50 - 100 km hebt
gereden nadat de motor op
bedrijfstemperatuur is gekomen,
raden we u aan het systeem na te
laten kijken door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zelfs als het lampje niet gaat
branden als de motor is gestart,
moet de motorolie regelmatig
worden
bedrijfs-
bijgevuld.
(Vervolg)
waar-
gaat
dan
u
echter
het
waar-
uitzet
zonder
gecontroleerd
en
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
Dit lampje gaat branden:
Als de brandstoftank bijna leeg is.
Vul zo snel mogelijk brandstof bij.
AANWIJZING
Doorrijden met een brandend
waarschuwingslampje voor een
laag brandstofniveau of een lager
brandstofniveau dan 0 of E op de
brandstofmeter, kan leiden tot
overslaan
van
de
motor
beschadiging van de katalysator
(indien van toepassing).
en