Kenmerken van uw auto
• Als er een obstakel, zoals een
vuilnisbak, fiets, winkelwagentje
enzovoort, bij de parkeerplaats
staat
• Als de auto is voorzien van
sneeuwkettingen
of
reservewiel is gemonteerd
• Als de bandenspanning hoger af
lager is dan de voorgeschreven
spanning
• Als een aanhanger achter de auto
is gekoppeld
• Als de positie van de sensor onjuist
is als gevolg van een aanrijding
• Als de sensor vuil is of is bedekt met
sneeuw of water
• Als er ijs op de sensor zit
• Als
een
accessoire
detectiegebied van de sensoren is
gemonteerd (zoals een
plaathouder)
• Als de auto is voorzien van een
wiel in een onjuiste maat
• Als de wielen niet goed zijn
uitgelijnd
• Als de auto sterk naar één zijde
overhelt
3-148
• Als het signaal van het systeem
wordt verstoord door geluid van
andere voertuigen, zoals claxons,
motorfietsen, luchtremmen van
vrachtwagens en
systemen van andere auto's.
als
het
in
het
kenteken-
WAARSCHUWING
Gebruik het Smart Parking
Assistsysteem
parkeerhulp-
volgende omstandigheden niet,
omdat dit anders onbedoelde
gevolgen kan hebben, met een
ongeval tot gevolg.
1.Parkeren op een helling
Wanneer op een helling wordt
geparkeerd, moet de bestuurder
het gaspedaal en rempedaal
bedienen. Als de bestuurder het
gaspedaal en rempedaal niet op
de juiste wijze bedient, kan een
ongeval het gevolg zijn.
onder
de
OTL045060
(Vervolg)