Multimediasysteem
SPRAAKHERKENNING
(indien van toepassing)
De spraakherkenning gebruiken
De spraakherkenning starten
Druk kort op de toets
stuurwiel. Geef een commando.
Als
de
stembegeleiding
ingeschakeld [ON], zegt het systeem
"Zeg een commando na de piep
(PIEP)".
• Als
de
stembegeleiding
uitgeschakeld [OFF], zegt het
systeem alleen "(PIEP)".
• Als u de stembegeleiding in of uit
wilt schakelen [On]/[Off], gaat u
naar
[System]
Feedback]
4-46
i
Informatie
Geef het spraakcommando voor een
juiste spraakherkenning direct na de
stembegeleiding en de pieptoon.
Best Practices contactlijst
1) Sla niet alleen maar voornamen
op (zoals "Bob", "ma", "Kim",
op het
enz.). Sla in plaats daarvan altijd
volledige namen op (dus voor- en
achternaam) in het telefoonboek
(gebruik
Jansen" in plaats van "pa").
2) Gebruik geen afkortingen (gebruik
bijvoorbeeld "luitenant" in plaats
van "Lt." of "sergeant" in plaats
van "Sgt.").
is
3) Gebruik
(gebruik
"Personeelszaken" in plaats van
"PZ").
is
4) Gebruik geen speciale tekens
(zoals "@", "liggend streepje -",
"asterisk *", "ampersand &").
5) Als een naam niet wordt herkend
in het telefoonboek, wijzig de
naam dan in een duidelijkere
[Prompt
naam (gebruik bijvoorbeeld "Opa
Jan" in plaats van "Opa J").
Stembegeleiding overslaan
Tijdens de stembegeleiding Druk
kort op de toets
De
onmiddellijk gestopt en er klinkt een
pieptoon. Geef het commando na de
"piep".
De spraakherkenning opnieuw
starten
Als het systeem op een commando
bijvoorbeeld
"Jan
wacht druk kort op de toets
het stuurwiel.
De wachtstand voor het commando
wordt onmiddellijk gestopt en er
klinkt
commando na de "piep".
geen
acroniemen
bijvoorbeeld
op het stuurwiel.
stembegeleiding
wordt
een
pieptoon. Geef
op
het