Wat te doen in een noodgeval
ALS DE MOTOR NIET GESTART KAN WORDEN
Als de motor niet of langzaam
ronddraait
• Zet de selectiehendel in stand N
(neutraal) of stand P (parkeren) als
de auto is uitgerust met een
automatische transmissie/Double
clutch-transmissie. De motor start
alleen als de selectiehendel in
stand N (neutraal) of stand P
(parkeren) staat.
• Controleer of de accuklemmen
schoon zijn en goed vastzitten.
• Schakel de interieurverlichting in.
Als de interieurverlichting zwakker
gaat branden of uitgaat als u de
startmotor bedient, is de accu te
ver ontladen.
Probeer de auto niet aan te slepen of
aan te duwen. Dat kan schade aan
uw
auto
veroorzaken. Zie
instructies voor "Starten met
hulpaccu" in dit hoofdstuk.
6-4
OPMERKING
Als de auto aangesleept of
aangeduwd
wordt,
katalysator overbelast worden
wat kan resulteren in schade
aan het emissieregelsysteem.
Als de motor wel ronddraait
maar niet aanslaat
• Controleer het brandstofniveau en
vul indien nodig brandstof bij.
Als de motor nog steeds niet start,
neem dan telefonisch contact op met
een officiële HYUNDAI-dealer.
de
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Starten met een hulpaccu kan
gevaarlijk zijn als dit niet op de juiste
manier gebeurt. Volg de procedures
kan
de
voor het starten met een hulpaccu in
dit hoofdstuk om te voorkomen dat u
ernstig letsel oploopt of de auto
beschadigd raakt. Wij adviseren u
met klem om een monteur of de
wegenwacht te raadplegen als u
twijfelt over het op de juiste manier
starten met een hulpaccu.