Kenmerken van uw auto
Tips voor het gebruik
• Om te voorkomen dat stof of
onaangename
geuren
interieur
van
de
terechtkomen, kan de schakelaar
voor de luchttoevoer tijdelijk in de
stand RECIRCULATIE worden
gezet.
Selecteer
de
BUITENLUCHT weer zodra de
bron van irritatie gepasseerd is om
weer frisse lucht toe te laten tot het
interieur. Frisse lucht is beter voor
de
fysieke
gesteldheid
de
bestuurder
en
aangenamer.
• De lucht voor het verwarmings-
en
ventilatiesysteem
aangevoerd via de roosters in de
paravan onder de voorruit. Zorg er
daarom voor dat deze roosters niet
geblokkeerd zijn door bladeren,
sneeuw of andere objecten.
• Voorkom dat de voorruit beslaat
door de stand BUITENLUCHT te
selecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en
de gewenste temperatuur in te
stellen.
3-186
Airconditioning
HYUNDAI airconditioningssystemen
in
het
zijn gevuld met koudemiddel R-134a
auto
of R-1234yf.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatieknop in stand
.
stand
3. Schakel de stand BUITENLUCHT
of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de
van
temperatuur bij om een maximaal
bovendien
comfort te bereiken.
i
Informatie
wordt
Het aircosysteem in uw auto is gevuld
met koudemiddel R-134a of R-1234yf,
in overeenstemming met de wetgeving
in uw land ten tijde van de productie.
Op het label aan de binnenzijde
van de motorkap staat welk type
koudemiddel wordt gebruikt voor de
airconditioning in uw auto. Raadpleeg
hoofdstuk 8 voor de locatie van het
koudemiddellabel.
AANWIJZING
• Onderhoud
aan
airconditioning dient alleen te
worden
uitgevoerd
geautoriseerd personeel om een
juiste en veilige werking te
garanderen.
• Onderhoud
aan
het
middelsysteem dient te worden
uitgevoerd
in
een
ventileerde omgeving.
• De
verdamper
airconditioning
(koelspiraal)
mag nooit worden gerepareerd
of worden vervangen door een
gebruikt exemplaar en nieuwe
vervangende MAC-verdampers
moeten
conform
SAE-norm
J2842 zijn gekeurd en gemerkt.
de
door
koude-
goedge-
van
de