Veiligheidssysteem van uw auto
Kleine kinderen zijn bij een aanrijding
het best beschermd als ze goed
vastgezet op de achterbank vervoerd
worden in een wettelijk goedgekeurd
kinderzitje.
Controleer
aanschaf van een kinderzitje of het is
voorzien van een label waarop staat
dat het wettelijk goedgekeurd is. Het
kinderzitje moet geschikt zijn voor de
lengte en het gewicht van het kind dat
erin vervoerd moet worden. Deze
informatie moet op het label van het
kinderzitje vermeld staan. Raadpleeg
"Kinderzitjes" in dit hoofdstuk.
2-36
Grotere kinderen
Kinderen jonger dan 13 jaar en
kinderen die te groot zijn voor een
zittingverhoging
voor
de
plaatsnemen op de achterbank en
gebruikmaken van de aanwezige
driepuntsgordels. De
gordel moet strak over de heupen en
over de schouder en borstkas liggen
om het kind veilig op zijn plaats te
houden. Controleer regelmatig of de
gordel
goed
bewegingen van het kind kan de
gordel niet meer in de juiste positie
komen te liggen. Bij een aanrijding
zitten kinderen het veiligst op de
achterbank als ze op de juiste
manier gebruik maken van de
veiligheidsgordels.
Als een groter kind (ouder dan 13)
op de voorstoel vervoerd moet
worden,
moet
driepuntsgordel op de juiste manier
dragen en moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren worden
geplaatst.
Probeer het kind verder naar het
midden plaats te laten nemen
wanneer het schoudergedeelte over
de hals of het gezicht van het kind
moeten
altijd
loopt. Maak op de achterstoel
gebruik
zittingverhoging
veiligheids-
schoudergordel het gezicht of de
hals nog steeds raakt.
aanligt. Door
de
•
•
•
het
kind
de
van
een
geschikte
wanneer
WAARSCHUWING
Zorg
ervoor
dat
grotere
kinderen de veiligheidsgordel
altijd dragen en controleer of
deze goed is afgesteld.
Laat het schoudergedeelte
van de gordel NOOIT langs de
hals of langs het gezicht van
het kind lopen.
Zet nooit meer dan één kind
vast
met
een
enkele
veiligheidsgordel.
de