WAARSCHUWING
Voor een optimale werking van de
gordelspanner:
1. De veiligheidsgordel moet goed
werken en goed afgesteld zijn.
Lees a.u.b. de informatie en de
voorzorgsmaatregelen
betrekking tot de
veiligheids-
systemen - inclusief
veiligheids-
gordels en airbags - in uw auto in
deze handleiding zorgvuldig door
en volg de aanwijzingen op.
2. Zorg
ervoor
dat
u
passagiers de veiligheidsgordels
te allen tijde op de juiste manier
dragen.
✽ AANWIJZING
• Wanneer
geactiveerd worden, kan een luide
knal hoorbaar zijn en kan er fijn stof,
dat doet denken aan rook, zichtbaar
worden in het
ment. Dat zijn normale verschijnselen
en het stof is niet schadelijk.
met
• De fijne stof is normaal gesproken
onschadelijk, maar kan bij personen
met een gevoelige huid irritatie
veroorzaken. Tevens dient langdurig
inademen van de stof vermeden te
worden. Was de aan het stof
en
uw
blootgestelde huid zorgvuldig na een
ongeval waarbij de gordelspanners
zijn geactiveerd.
• Omdat de sensor die de airbag
activeert in verbinding staat met de
gordelspanner, zal het
wingslampje AIRBAG in het
board gedurende ongeveer 6 seconden
gaan branden nadat het contact in
stand ON wordt gezet. Daarna zou het
lampje uit moeten gaan.
de
gordelspanners
passagierscomparti-
waarschu-
dash-
Veiligheidssysteem van uw auto
OPMERKING
Als de gordelspanner niet goed
werkt, zal het
waarschuwings-
lampje AIRBAG gaan branden, ook
al is er geen defect aan het
airbagsysteem. Als het
waarschu-
wingslampje van het airbagsysteem
niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, als het
waarschuwingslampje niet dooft
nadat het gedurende ongeveer 6
seconden heeft gebrand of als het
waarschuwingslampje tijdens het
rijden
gaat
branden, laat
systeem dan zo snel mogelijk
controleren
door
een
HYUNDAI-dealer.
het
officiële
3 27