Rijden met uw auto
Sleutelblokkeersysteem
(indien van toepassing)
De sleutel kan alleen uit het contact
worden genomen als de selectiehendel
in stand P staat.
5
32
Goede rijgewoonten
• Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als
de selectiehendel van stand P of N in
een andere stand wordt gezet.
• Zet de selectiehendel nooit in stand P
als de auto nog niet volledig tot
stilstand is gekomen.
• Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat stand R
of D wordt ingeschakeld.
• Laat de auto nooit in zijn vrij een
helling af rijden. Dit is bijzonder
gevaarlijk. Laat de auto bij het rijden
altijd in een versnelling staan.
• Houd het rempedaal niet langdurig
achter elkaar ingetrapt. Hierdoor
kunnen de remmen oververhit raken
en dienst gaan weigeren. Schakel in
plaats daarvan bij het afrijden van een
lange helling terug naar een lagere
versnelling. Hierdoor remt de auto af
op de motor.
• Vertraag de snelheid voordat u
terugschakelt. Anders kan de lagere
versnelling misschien niet worden
ingeschakeld.
• Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw
niet uitsluitend op stand P van de
transmissie om de auto op zijn plaats
te houden.
• Wees vooral voorzichtig bij het rijden
op een gladde ondergrond. Let in dat
geval vooral op bij het remmen,
gasgeven en schakelen. Op een glad
wegdek
kan
een
snelheidsverandering leiden tot verlies
van grip van de aangedreven wielen,
waardoor u de controle over uw auto
kunt verliezen.
• Voor de beste prestaties en een zo
laag mogelijk brandstofverbruik moet
het gaspedaal met een gelijkmatige
beweging worden ingetrapt en worden
losgelaten.
abrupte