Kenmerken van uw auto
De volgende objecten worden
mogelijk niet opgemerkt door de
sensoren:
1. Smalle objecten als touwen, kettingen
of paaltjes.
2. Objecten
die
de
hoogfrequente
signalen van de sensor absorberen,
zoals kleding, sponsachtige materialen
en sneeuw.
4
106
✽ AANWIJZING
1. Het waarschuwingssignaal klinkt
mogelijk niet regelmatig als het object
achter de auto beweegt of een grillige
vorm heeft.
2. De correcte werking van de
hulp raakt mogelijk verstoord als de
bumperhoogte of de inbouwpositie
van de sensoren is gewijzigd. Achteraf
gemonteerde accessoires kunnen het
bereik
van
de
sensoren
beïnvloeden.
3. Objecten die zich binnen 30 cm van de
sensor bevinden worden mogelijk niet
of niet goed geregistreerd. Wees alert.
4. Wanneer de sensor bevroren is of is
bedekt met sneeuw of water werkt
deze mogelijk niet goed totdat deze
weer schoon en droog is gemaakt met
een zachte doek.
5. Druk, kras of stoot niet met harde
voorwerpen tegen de sensor. Anders
kan het oppervlak van de sensor
beschadigd raken. De sensor kan
beschadigd raken.
✽ AANWIJZING
Het systeem werkt alleen in het gebied
waar de parkeersensoren zijn geplaatst.
Bovendien worden kleine of smalle
objecten, of objecten die zich tussen de
parkeer-
verschillende
mogelijk
niet
geregistreerd. Houd tijdens het rijden
de omgeving van de auto goed in de
gaten.
Informeer
ook
onbekend zijn met de auto over de
mogelijkheden en beperkingen van het
systeem.
WAARSCHUWING
Wees extra voorzichtig als u dicht
langs objecten of personen, in het
bijzonder kinderen, rijdt. Houd er
rekening
mee
objecten mogelijk niet door de
sensoren worden geregistreerd,
door de afstand tot, afmetingen van
of materiaal van de objecten, welke
allen hun invloed hebben op de
effectiviteit
Controleer altijd met eigen ogen of
de weg vrij is.
sensoren
bevinden,
door
de
sensoren
bestuurders
die
dat
sommige
van
de
sensoren.