Rijden met uw auto
CRUISE CONTROL-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
1. Controlelampje CRUISE
2. Controlelampje CRUISE SET
De cruise control stelt u in staat een
bepaalde rijsnelheid te programmeren
die de auto vervolgens aanhoudt, zonder
dat u de voet op het gaspedaal hoeft te
houden. Dit systeem is ontworpen om bij
een snelheid van meer dan 30 km/h in
werking te treden.
5
64
WAARSCHUWING
• Als het systeem niet wordt
uitgeschakeld
CRUISE blijft branden) kan de
cruise
onbedoeld worden geactiveerd.
Zet het systeem uit wanneer de
cruise
control
wordt.
• Gebruik
systeem
OGDE051039
verkeersdrukte
weersomstandigheden
toelaten.
• Gebruik de cruise control nooit
wanneer niet veilig met een
constante snelheid gereden kan
worden,
filerijden, op gladde wegen (door
regen, ijs of sneeuw), bochtige
wegen of op bergwegen met een
hellingspercentage van meer dan
6%.
• Houd bij het gebruik van het
cruise
rijomstandigheden extra in acht.
• Let op bij het gebruik van het
cruise control-systeem bij het
afrijden van hellingen, omdat de
rijsnelheid kan toenemen.
(controlelampje
control
mogelijk
niet
gebruikt
het
cruise
control-
alleen
indien
de
en
de
dat
bijvoorbeeld
bij
control-systeem
de
OPMERKING
Schakel bij het rijden met de cruise
control
bij
een
auto
handgeschakelde transmissie niet
naar de vrijstand zonder het
koppelingspedaal in te trappen. De
motor zal dan met een te hoog
toerental draaien. Trap, wanneer dit
gebeurt, het koppelingspedaal in of
zet de cruise control UIT met de
hoofdschakelaar.
✽ AANWIJZING
• Tijdens de normale werking van de
cruise control zal deze na ongeveer 3
seconden in werking treden wanneer
de toets SET wordt ingedrukt of
opnieuw wordt ingedrukt nadat
geremd
is.
Deze
vertraging
normaal.
• Trap, om de cruise control te kunnen
inschakelen, het rempedaal ten minste
één keer in nadat u het contact AAN
hebt gezet of de motor hebt gestart.
Zo controleert u of de
schakelaar, die van belang is voor het
uitschakelen van de cruise control,
goed werkt.
met
is
rempedaal-