Kenmerken van uw auto
1. Activeer het Smart Parking Assist-
systeem
• Druk de toets van het Smart Parking
Assist-systeem in (het controlelampje
in de toets gaat branden).
• Het Smart Parking Assist-systeem
wordt ingeschakeld (het
lampje in de toets gaat branden). Er
klinkt
een
waarschuwingssignaal
wanneer
een
obstakel
waargenomen.
• Druk
gedurende
ten
seconden nogmaals op de toets van
het Smart Parking Assist-systeem om
het systeem uit te schakelen.
• De standaardinstelling voor het Smart
Parking Assist-systeem is UIT als het
contact in stand ON wordt gezet.
4
122
■ Type B
• Links - Wegrijden na
fileparkeren
OGDE044454HO
OGDE054056
■ Type C
• Links - Wegrijden na
fileparkeren
controle-
OGDE044455HO
wordt
2. Selecteer Exit Modus
minste
2
• Selecteer de modus door de toets van
de slimme parkeerhulp in te drukken
terwijl de selectiehendel in stand P
(parkeren) of N (neutraal) staat en het
rempedaal wordt ingetrapt.
• De modus links fileparkeren wordt
• Rechts - Wegrijden na
automatisch geselecteerd wanneer de
fileparkeren
slimme
schakeld.
• Druk
parkeerhulp nogmaals in om de modus
rechts fileparkeren te selecteren.
• Als u de toets nogmaals indrukt, wordt
het systeem uitgeschakeld.
OGDE044456HO
• Rechts - Wegrijden na
fileparkeren
OGDE044457HO
parkeerhulp
wordt
inge-
de
toets
van
de
slimme