Kenmerken van uw auto
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Op auto's die zijn uitgerust met een
antidiefstalsysteem
is
aangebracht met de volgende tekst:
1. WARNING (WAARSCHUWING)
2. SECURITY SYSTEM
(VEILIGHEIDSSYSTEEM)
4
14
Alarm
uitgescha-
keld
OJC040170
Dit systeem is ontworpen om inbraak in
een
sticker
de auto te voorkomen. Het systeem heeft
drie standen: in de eerste is het alarm
ingeschakeld, in de tweede stand klinkt
het alarm en in de derde stand is het
alarm uitgeschakeld. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt er een alarm en
knipperen de alarmknipperlichten.
Antidiefstalsysteem ingeschakeld
Met de Smart Key
Antidiefstal
Parkeer de auto en zet de motor uit.
systeem
Schakel het alarm in zoals hieronder
ingescha-
beschreven is.
keld
1. Zet de motor uit.
2. Controleer of alle portieren, de
Alarm
geacti-
veerd
3. • Vergrendel de portieren door de toets
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn.
van de portiergreep aan de
zijde van het voorportier in te drukken
met de Smart Key in uw bezit.
Na het voltooien van bovenstaande
stappen knipperen de
alarmknipper-
lichten eenmaal om aan te geven dat
het alarm is ingeschakeld.
Als de achterklep of de motorkap
open is, werken de
alarmknipper-
lichten niet en wordt het
antidiefstal-
systeem niet ingeschakeld. Als de
achterklep
en
de
vervolgens worden gesloten, zullen
de
alarmknipperlichten
knipperen en wordt het
antidiefstal-
systeem ingeschakeld.
buiten-
motorkap
eenmaal