Download Print deze pagina

Hyundai i30 GDE 2017 Gebruikshandleiding pagina 419

Advertenties

Rijden met een aanhanger
Voor het rijden met een aanhanger is
enige ervaring vereist. Ga, voordat u zich
op de openbare weg begeeft, eerst
oefenen
met
het
rijden
aanhanger. Probeer vertrouwd te raken
met het gewijzigde stuur- en remgedrag.
Houd altijd in gedachten dat de auto met
aanhanger langer is en minder snel
reageert.
Controleer voordat u gaat rijden de
bevestiging van de koppeling en de
losbreekvoorziening,
de
aansluiting, de verlichting, de banden en
de afstelling van de spiegels. Als de
aanhanger is voorzien van elektrische
remmen, controleer dan de remmen door
langzaam te gaan rijden met de
aanhanger en de remmen handmatig te
bekrachtigen. Dit is tevens een goede
controle van de elektrische aansluiting.
Controleer tijdens het rijden af en toe of
de lading nog goed vastzit en of de
verlichting en de remmen nog werken.
Afstand tot voorganger
Houd tenminste tweemaal zo veel afstand
als tijdens het rijden zonder aanhanger.
Hierdoor kunt u plotselinge remacties en
uitwijkmanoeuvres voorkomen.
met
een
Inhalen
Het inhalen met een aanhanger neemt
meer tijd in beslag. Bovendien moet u
door de extra lengte de in te halen auto
verder voorbij voordat u weer terug kunt
keren naar de oorspronkelijke rijbaan.
elektrische
Achteruitrijden
Houd het stuurwiel aan de onderzijde
vast met één hand. Beweeg uw hand
naar links om de aanhanger naar links te
laten gaan. Beweeg uw hand naar rechts
om de aanhanger naar rechts te laten
gaan. Rijd altijd langzaam achteruit en
laat u indien mogelijk door iemand
anders begeleiden
Rijden in bochten
Rijd met een aanhanger ruimer door
bochten dan normaal. Anders kan de
aanhanger te veel naar binnen komen en
stoepranden, verkeersborden, bomen
enz. raken. Voorkom schokkerige en
plotselinge manoeuvres. Geen ruim van
tevoren richting aan.
Rijden met uw auto
Richtingaanwijzers aanhanger
De aanhanger dient te zijn voorzien van
richtingaanwijzers.
Als
richtingaanwijzers inschakelt, gaan de
groene pijlen in het instrumentenpaneel
knipperen. De richtingaanwijzers van de
aanhanger dienen gelijktijdig mee te
knipperen.
Ook als de richtingaanwijzers van de
aanhanger niet werken, zullen de groene
pijlen
in
het
instrumentenpaneel
knipperen. Zodoende kunt u denken dat
achteropkomende bestuurders zien dat u
richting aangeeft, terwijl dit niet het geval
is. Daarom is het belangrijk om af en toe
te controleren of de richtingaanwijzers
van
de
aanhanger
nog
Controleer steeds na het opnieuw
aankoppelen van de aanhanger of de
verlichting en de richtingaanwijzers
werken.
Sluit de verlichting van de aanhanger niet
rechtstreeks aan op de verlichting van de
auto.
Gebruik
hiervoor
goedgekeurde bedrading.
Raadpleeg uw HYUNDAI-dealer voor
meer informatie.
u
de
werken.
speciale
5 89

Advertenties

loading