• Neem de nodige
voorzorgsmaat-
regelen in acht bij het parkeren op een
helling. Activeer de parkeerrem en zet
de
selectiehendel
in
(automatische transmissie) of in de 1e
versnelling of de achteruit
schakelde transmissie). Draai de
voorwielen naar de stoeprand als de
auto met de voorzijde naar beneden
wijst, om te voorkomen dat de auto
wegrolt. Draai de voorwielen van de
stoeprand af als de auto met de
voorzijde naar boven wijst, om te
voorkomen dat de auto wegrolt. Als er
geen geschikte stoeprand naast de
weg aanwezig is die de auto tegen kan
houden, leg dan blokken voor de
wielen.
• Onder bepaalde omstandigheden kan
de
parkeerrem
toestand vastvriezen. De kans daar op
stand
P
is
het
grootst
achterremmen sprake is van een
(handge-
opeenhoping van sneeuw of ijs of als
de remmen nat zijn. Als de kans
bestaat dat de parkeerrem vast gaat
vriezen, gebruik hem dan alleen maar
tijdelijk tijdens het in stand P zetten
van de transmissie (automatische
transmissie) of in de 1e versnelling of
achteruit zetten (handgeschakelde
transmissie) en het blokkeren van de
wielen.
Deactiveer
parkeerrem.
• Houd de auto op een helling niet op
zijn plaats door gas te geven. Hierdoor
kan de transmissie oververhit raken.
Gebruik altijd de voetrem of de
parkeerrem.
in
geactiveerde
als
er
rond
de
daarna
de
Rijden met uw auto
5 63