Rijden met uw auto
WAARSCHUWING
Het gebruik van niet goedgekeurde
bedrading kan schade aan het
elektrisch systeem van de auto
en/of
persoonlijk
veroorzaken.
5
90
Rijden op hellingen
Verminder snelheid en schakel naar een
lagere versnelling voordat u een lange of
steile
helling
terugschakelt, moet u de remmen vaker
intrappen waardoor deze oververhit
letsel
raken en niet meer goed werken.
Schakel bij het oprijden van een lange
helling terug en verminder snelheid tot
ongeveer 70 km/h Hierdoor wordt
voorkomen
dat
transmissie oververhit raken.
Rijd in stand D (rijden) wanneer de auto
uitgerust is met een automatische
transmissie/Double clutch-transmissie en
u met een aanhanger rijdt die meer
weegt dan het maximaal toegestane
ongeremde aanhangergewicht.
Wanneer u in stand D rijdt met een
aanhanger wordt de levensduur van de
transmissie door een lagere
temperatuur verlengd.
• Houd de motortemperatuur goed
afrijdt.
Als
u
niet
de
motor
en
de
• Pas uw snelheid aan afhankelijk
bedrijfs-
OPMERKING
in de gaten als u met een
aanhanger een steile helling
(meer dan 6%) oprijdt. Hierdoor
kan de motor oververhit raken.
Als
de
koelvloeistoftempera-
tuurmeter aangeeft dat de motor
oververhit dreigt te raken en de
naald op "130/H (HOT)" staat,
breng de auto dan op een veilige
plaats tot stilstand om de motor
af te laten koelen. Zodra de motor
voldoende is afgekoeld, kunt u
uw weg vervolgen.
van
het
gewicht
van
aanhanger en de hellingshoek
van de weg, zodat de motor en de
transmissie niet oververhit raken.
de